donderdag 29 mei 2025

Charley Toorop o.a.


 Als troost ( want dat heb je wel een beetje nodig als je weer afscheid moet nemen van een vriendin voor onbepaalde tijd), keek ik naar de film New York, I Love You, als geheel op YouTube aanwezig. Geheel toevallig kwam ik erbij omdat ik erover geblogd blijk te hebben op 19 November 2009. Wat een diepe tevredenheid geeft het me, dat ik nu weet hoe het voelt om daar te zijn, om in een shot een ouder echtpaar te zien wandelen en meteen weet: dat is Brighton Beach. En dan zien dat er toen ook een man op het strand loopt, met zo’n apparaat om geld of anderszins te zoeken. Deze film heeft ongetwijfeld bijgedragen aan mijn wens om NY te gaan bezoeken. 


S’middags ging ik naar een nieuwe tentoonstelling in het Kröller Muller Museum over Charley Toorop, die geïnspireerd is door Vincent van Gogh om zelf schilder te worden. Hij zou ook haar schilderkunst beïnvloedt hebben, is de insteek van de curator. In de intensiteit van haar zelfportretten die zij net als van Gogh veel van zichzelf maakte, zie ik dat wel terug.


Ik zie toch ook een getormenteerd type…En die ene die ze tijdens de tweede wereldoorlog maakte, met wintertakken op de achtergrond, kwam wel binnen. Daarin is heel goed de onmacht van de waarnemer te voelen, zoals wij dat nu ook allemaal zijn.


Verder vond ik het opvallend, wat zij nóóit heeft geschilderd, zo lijkt het: de zee waar ze haar hele leven vlakbij was, al vanaf haar jeugd in Domburg bij haar vader Jan Toorop.


Zij schildert wel grote hooibergen, zoals Van Gogh ook gedaan heeft. Daarachter zie je een duinlandschap en de lucht, maar er zit geen belofte in naar een zee van ruimte.


Dat viel mij ook op, bij de seizoenen die zij is gaan schilderen, ook omdat dit onderwerp beter verkoopbaar was. Alles zit zo ingeklemd in de lijst.


Hierin heeft zij zich dus in het geheel niet door Van Gogh laten beïnvloeden; hij die in staat was verschillende gevoelslagen en waarnemingen te vatten in één schilderij, er is altijd een extra laag en diepte…dat maakt hem zo geniaal in mijn ogen. En ook dat er altijd liefde voor de natuur en levenslust aanwezig is.


Na de grote David Hockney tentoonstelling, die ook zegt heel erg door Vincent van Gogh beïnvloed te zijn, zag ik in dít schilderij ineens hoé. De meerdere perspectieven; van gedetailleerde bloemetjes, naar olijfboomgaarden, en een weg en huizen in de verte. 
Dát miste ik in het werk van Charley Toorop … een soortement van relativering.

woensdag 28 mei 2025

Monument (De Wet)


‘Zijn het nou Chinezen of Europeanen?’ was de vraag die ons bezig hield.


Geen van beide, is waarschijnlijk het antwoord. Het waren Zuid Afrikanen.


Het monument van Christiaan de Wet, een generaal waar de Kröller-Müllers bewondering voor hadden, hij vocht voor de boeren in de Boerenoorlog. 
De laatste keer dat ik er met Moeder was, zij zat in een bakfiets waar zusje de trappers bediende, tuurde ze intens en langzaam over de vlakte en ze zei: ‘Dit doet mij denken aan de Afrikaanse savanne.’  En nu blijkt dat dit precies raak was, want het beeld is hier geplaatst omdat bij Christiaan de Wet zelf, tijdens een bezoek aan de Hoge Veluwe, dit stuk hem deed denken aan het Afrikaanse landschap.


Bijzonder en tegelijkertijd aanvoelend als zo gewoon: deze dagen dat W. hier was. Morgenochtend vertrekt ze weer.

dinsdag 27 mei 2025

PS Parijs

 


En ondertussen snakt de wereld naar veranderig … Het is een thema van alle tijden. 
En ondertussen boft Vriendin W. uit NZ, zo uitzonderlijk nu in een huisje om de hoek, niet met het weer. Terwijl ik mij een tropische dag lang geleden herinner, wind die zwoel door de gordijnen waaide in een vrouwenbed. 
Vanmiddag zouden we misschien gaan fietsen op de Hoge Veluwe, maar als dit zo blijft, niet dus. Gisteren heb ik haar helemaal niet gezien want ze ontvangt ook veel ander bezoek.
Ik ging even terug naar mijn foto’s uit Parijs. Omdat toch meer de gentrificatie van de gehele stad de boventoon in mij begint te voeren, zo jammer eigenlijk, wáár was er die typische Parijse sfeer van vroeger?














Fictie en werkelijkheid inéén


 Ik las een ander boek van de Libris Literatuurprijs genomineerden. Een kunstenaar, niet zonder meer erkent, gaat de groep ‘hangjongeren’ onder zijn raam in de erker schilderen. Zonder dat ze dit weten en hij plaatst hen in homo-erotische scènes. Het boek levert mij bekende thema’s op, zoals deze mijmering: 


Ik zie de thematiek ook terug in het werk van vriend T.



Daarna, in de online-bibliotheek, op zoek naar een ander Libris 2025 genomineerde. Gevonden als luisterboek, maar ik zie een ander boekje van haar hand met een welbekend soort mens erop. Het is er één uit die ‘wandelreeks-serie’; vond ik wel een slimme zet vanuit de uitgeverswereld, want wandelen is sinds Corona een algemenere hobby geworden.


De sterkste zin is er een vraag die zelf ook vaak door mijn gedachten is gegaan: 
Is het klooster, net als het kunstenaarsleven, net als fictie, net als zelfmoord en net als waanzin,  een manier om aan de bleke werkelijkheid te ontsnappen?
Ze logeert ook nog in het Kapucijnenklooster in Velp- Grave, waar geen Kapucijn meer woont. Ik realiseer me dat ik getuige én deel ben geweest van een tijdperk dat in Nederland nooit meer zo terug zal komen.

zondag 25 mei 2025

Van ‘kloostercel’ naar ‘bont hol’.

 


Dit was de foto die ik maakte, op het einde van de eerste paar dagen dat ik in mijn boshuisje verbleef. Helemaal tevreden toen, en het concept was toen: ‘kloostercel’. De enige en eerste afbeelding die ik meteen had meegenomen, was een vierkant, van stof gemaakt schilderijtje dat ik van vriendin W. uit Nieuw Zeeland had gekregen toen ik de kamer in het Kapucijnenklooster in Velp-Grave betrok, het hing daar ook aan een witte muur. Ik had het boven de kachel neergezet, spijkers had ik nog niet.  Wel ook de theekopjes van mijn oma meegenomen in mijn spiksplinternieuwe fietstassen en een bloeiend takje hei geplukt: het was Augustus 2020 in Coronatijd.

‘Nou, het is wel helemaal een Mirjam-ruimte’, waren de eerste woorden die ze sprak, Vriendin W. dus, die nu een week in een huisje hier om de hoek verblijft; gezellig. Het concept ‘kloostercel’ is in de loop van de  jaren veranderd in ‘bont hol’. Overkoepelend zijn de woorden ‘kluis’ en ‘geluksplek’. 


Ik scrolde door mijn foto’s van die eerste maanden; het eerste wat werkelijk werd opgehangen, een grote graphic novel in een doos uitgespreid op de bank;  in de Coronatijd heb ik die ontdekt en er ‘onderzoek’ naar gedaan. Dat was mijn input: dat ik deze dan bestelde en liet bezorgen, eerst in mijn zonnige achtertuin in mijn stadshuis en daarna nog een jaartje ofzo in het boshuisje.


Dat resulteerde in mijn ‘boekenkast-tafeltje’, een eigen ontwerp, nu tjokvol graphic novels, en van dat tafeltje geniet ik elke dag.


Ook mijn tuintje, waar ik de eerste zomer bezoek had van vossen, is geheel gemetamorphoseerd. Ik kan er nu in mijn nakie in de hangmat liggen.


donderdag 22 mei 2025

A la Hockney


Ik had al besloten dat ik de catalogus zou kopen, al moest ik het loodzware boek dan ook nog eens meesjouwen naar huis, tezamen met mijn rugzak en handbagage. Bij de museumwinkel bleek ik net te laat te zijn en pas dan bedenk ik me dat ik het ook gewoon kan bestellen, thuis! Gisteren kwam het aan; wat een heerlijk boek om almaar van in een goed humeur te geraken.


Die overstelpende hoeveelheid groen, zelfs wanneer het bij hem regent:


In afwachting van de aankomst van het boek, ben ik mijn bostuintje maar eens gaan verven, à la Hockney, leuke bezigheid!


 

 

woensdag 21 mei 2025

C’est la Vie ?


Ik eet buiten in de ochtendzon als ontbijt één van de gebakjes uit het verrassingspakket van TooGoodtoGo.  De vogeltjes kwinkeleren hoog in de bomen. Mijn leven is geweldig.
 


Ik las gisteren Oroppa van Safae El Khannousi, haar debuutroman en winnaar van de Libris Literatuurprijs. Wat een meeslepende, speelse, krachtige en dynamische stijl! Je krijgt een inkijk in het Europa van de ‘zwarte’, laten we zeggen: niet blanke migranten, al dan niet gevestigd in Europa. Degenen die je ziet op de grote busstations van Flixbus.
 Ik zag ze aan de rand van Parijs; een tentenkamp op de stoep van negen tentjes met moeders, oma, kinderen; zuid-Amerikaanse afkomst en ook toen ik de grote vlooienmarkt opkwam. Het zag er letterlijk zwart van de mensen die in kledinghopen graaiden van 1 € per stuk. In de overdekte oude passages en marktstraatjes van eind 19e eeuw, daar zit dan de Parijse witte sjiek met hun speciale antiquiteiten. 
In Parijs voelde ik mij ook ineens weer een ‘buitenlander’ in  bijna het enige metroritje dat ik deed. Ik werd driftig op mijn schouder getikt, terwijl ik op het puntje van een stoel zat met mijn rugzak. De man achter mij, net niet middelbaar, zo’n gewoon type met een slonzig wit T-shirt, koptelefoon en oude broek, liet merken dat mijn rugzak hem tóch had aangeraakt. Misprijzend en venijnig gebaarde hij dit aan mij.
Je voelt de segregatie; op straat in het centrum,  in de parken en bij de toeristische attracties. Allemaal witte mensen óf internationale toeristen. Hoe anders is de sfeer in New York! 
Maar ik dwaal af. Oroppa is weer een mijlpaal in de Nederlandse literatuur. Géén autochtoon wit perspectief; het speelt zich in Amsterdam, Parijs, Casablanca, Tunesië af, in de rafelranden van de steden, de woestijn en kleine dorpjes, een gevangenis. Gebaseerd op verhalen van bestaande mensen. De auteur zegt in een kort interviewtje hoezeer ze belang hecht dat er verhalen verteld worden; zolang als mensen verhalen blijven vertellen zit er nog levenskracht in hen.



Hoe lang kan dit nog tellen in Gaza? Ondertussen las en bekeek ik ook deze graphic novel van Joe Sacco; Footnotes in Gaza. Gemaakt in 2009 (!), toen nog mogelijk om dit enigszins met ooggetuigen te reconstrueren. Over twee gebeurtenissen die zich in November 1956 (!) hebben afgespeeld. Honderden Palestijnse jongens en  mannen moesten zich verzamelen in Khan Younis en Rafah. Onderweg door de hoofdstraat in een lange dikke rij,  werden ze afgeschoten door Israëlische soldaten. Een overlevende zei in 2001, wanneer Sacco zijn onderzoek begint: Toen werd de haat geboren. 
Tijdens de jaren van het maken van dit boek is er aan de lopende band ook weer verwoesting, geweld en slachtpartij, waar Sacco, omdat hij erbij was, dan ook over bericht en tekent. Kern is dat niemand in Gaza opgewassen is tegen de macht van het leger van Israël. Woonhuizen worden vernietigd. Op het einde van het boek het Israëlische perspectief: ‘We moeten wel, in dat woonhuis zat er vermoedelijk onder een babywiegje, het begin van een tunnel. Alle Gazanen doen eraan mee, kinderen verdienen hun zakgeld door mee te graven.’ En toen was het voor het eerst dat men tunnels ontdekte, waar mensen doorheen konden lopen. 
En dan denk ik: ja, bijna logisch dat Israël nu de kans denkt te grijpen om alle Gazanen te doden en voorgoed ‘hun’ land uit te krijgen. Zeker nu Trump zich er ook een nieuwe Rivièra droomt. Het blijft ook een schokkend perspectief dat ik bijna niet geloven kan: dat er op de hele wereld maar ongeveer 15(!) miljoen Joden leven. Volgens Wikipedia leven daarvan 5,3 miljoen in de USA, 35.000 in Nederland. En dan bedenken dat er in New York grote orthodoxe gemeenschappen leven, die tégen de staat Israël zijn… Als ik Jood was in Israël zou ik wellicht ook denken: we moeten af van die miljoenen Gazanen en Palestijnen, ze woekeren over ons heen als onkruid. Trauma en levensangst die bij hun  2000 jarig oude Exodus en Diaspora hoort. En deze ervaringen hebben ze één op één bij alle Palestijnen gezaaid. Altijd geweld en angst om je heen, levensgeschiedenissen van trauma naar trauma. Verlies dat niet verwerkt kan worden, want er zijn wéér nieuwe doden in je familie.
Wat geheel anders is, is dat de Palestijnen een vreedzaam en landelijk leven leidden tussen oeroude olijfboomgaarden, vóór de Nakba, zoals de Palestijnen hun ‘nieuwe’  geschiedenis markeren, toen zij verdreven werden van hun gronden. Terwijl Joden rijk zijn geweest voor de tweede wereldoorlog, zoals in steden als Antwerpen en Amsterdam in de diamantenhandel. Ook in New York liep ik het eerste jaar dagelijks door een zeer gegoede buurt, met mooie boomrijke voortuinen en grote auto’s én het leerhuis, waar elke avond de mannen bijeen kwamen. Het was de rand van de Russisch-Joodse wijk.


Ik weet het niet hoor… Ik zag het bericht voorbij komen waar er over de publiekstemmers van het Songfestival gezegd werd: denken jullie nou écht dat dezen op een neger gaan stemmen? Hoe kan het dat het liedje op de vijfde plaats bij de vakjury eindigde en van Europa maar 42 stemmen kreeg? En hoezo gaf Nederland het Israëlische liedje de volle twaalf punten? Is dit een oprechte keuze of tóch door de regering zo ingefluisterd? Of is er vanuit Israël zelf een gigantische lobby, via reclame en YouTube en de sociale media die het publiek ertoe aanzet om op Israël te gaan stemmen? Grijp je kans om steun te betuigen aan Israël, je hoeft het liedje daarvoor niet eens te kennen… Op Times Square in NY was er reclame, met deze oproep.
Ik kende ooit iemand die bij het COA werkte, in de opvang van minderjarige assielzoekers, het gaat over 30(!) jaar geleden. Er kwam een Chinese delegatie naar Nederland omtrent nieuwe handelsbetrekkingen en zij kregen de opdracht dat zij in die week op zoek moesten naar Chinese asielzoekers om die een status te geven… Hoezeer leven we werkelijk in een vrij en democratisch land? …

zondag 18 mei 2025

De Rode Lijn; foto impressie

 








zaterdag 17 mei 2025

De Dame met de Eenhoorn

De Dame met de Eenhoorn: zes grote tapijten uit de Middeleeuwen, 15e eeuw. In museum Cluny in Parijs is de interpretatie: het gaat hier over de vijf zintuigen in hiërarchische lijn van belangrijkheid: het minst is het Gevoel en dan Smaak…etc en Zicht is het hoogste. Tot slot is er het tapijt ‘Aan mijn enige verlangen’, de woorden die boven de tent waar de dame in staat, staan. Ze noemen dit een raadsel; zou het verwijzen naar een zesde zintuig en heeft het wellicht iets met het hart te maken? … Zó zijn de tapijten dus ook opgehangen, in een rondgang in één zaal.


Ik zag de tapijten voor het eerst toen ik 22 jaar was, ofzo, als het ware de leeftijd van de dame, en voor mij ging het zonder nadenken over iemand die zocht naar haar gevoel, haar diepste zelf, iemand met zelfbewustzijn én ze vindt zichzelf: uiteindelijk kan ze de hoorn van de eenhoorn vastpakken. De eenhoorn stond voor: de verbeelding, de droom, de sprookjesachtige fantasie, je intuïtie, dat wat je leidt en vormt terwijl dit niet in de harde werkelijkheid aanwezig is. Een afbeelding van dit moment was jarenlang in de vorm van een ansichtkaart, wel ergens in mijn leefruimte aanwezig. Het beeld is altijd met mij mee gegaan: Blijf  in touch met je gevoel.


Mijn interpretatie volgt dus een omgekeerde weg: Eerst is er de wereld vol bezit en rijkdom en de dame geeft aan dat haar enige verlangen is, om hier afstand van te doen, gesymboliseerd in de juwelen die ze in een doosje stopt. 

 

Op de drie volgenden is haar bediende nog aanwezig: bij Gehoor, waar de dame muziek maakt op een orgeltje. Bij Smaak; waar zij het voedsel in een schaal aanreikt voor de vogel. Bij Reuk waar ze ingrediënten aanreikt voor een geurbolletje.
Ik denk dat eerst Reuk en Gehoor benoemd worden, omdat daar nog het aardse bezit van een tafel en een bankje waar eerst haar schoothondje op zit, te zien zijn. En dan volgt Smaak: De Dame staat plotsklaps in weelderige natuur, voor een haag met rozen. De leeuw en de eenhoorn in volle glorie flankeren haar feestelijk, de vlaggen wapperen,  en ook haar hondje heeft zich gevleid op de rand van het kleed dat ze aanheeft.
Het feest van het leven tenmidden van de natuur. Smaak was ook bij de eerste  ‘kerkvaders’, kluizenaars in de woestijn, zoals Cassianus, een prominent zintuig; dat het mogelijk is de zoete smaak van God te proeven.


En dan is de dame alleen. Geen ander mens meer en de leeuw en de eenhoorn vlakbij naast haar zijde. De leeuw is voor mij het symbool van de macht en die kijkt hier weg. De eenhoorn daarentegen heeft zijn poten op haar schoot en de dame zit en streelt hem, terwijl ze in de andere hand een spiegel vasthoudt. De dame richt haar spiegel en de eenhoorn ziet zichzelf gereflecteerd,  de dame en de eenhoorn zien en ontmoeten elkaar.


Ook heur haar is een indicatie van een voortgaand proces. Daar waar zij haar enige verlangen uit, onder een tent, is het nog kort, daarna verborgen en opgebonden en de dame draagt rijke gewaden.


Maar hier, waar zij ziet, is het lang en golft het langs haar lichaam.


En dan staat zij, met in de ene hand zelf het vaandel en in de andere hand omvat zij de hoorn. Haar jurk is eenvoudiger, ontdaan van alle franje. Alleen een diadeem en het haar als grootste sieraad. Samson in de Bijbel ontleent ook aan zijn haar, zijn kracht. Haar ogen wijd open, een glimlach op haar gezicht.
In de interpretatiegeschiedenis is de eenhoorn een symbool van maagdelijkheid. Het lijkt mij daarmee een zéér vrouwonvriendelijk en benauwend verhaal.
Ik zag vroeger, gelukkig, spontaan iets heel anders.Wel lijkt het dat ‘de aap van de begeerte’; een chinees concept, aan banden is gelegd. En ook andere dieren boven haar hebben banden om. Maar de dame is vrij, met haar lot in eigen handen.