Ik wilde het toch meteen weer zien, op deze derde dag van het Nieuwe Jaar: Maaike Ouboter die Dat ik je mis zingt, haar debuut in het TV progamma die de beste singer and songwriter van Nederland zoekt. Prinses Mabel heeft gevraagd of ze het kwam zingen op de begravenis van Friso. Niet dat ik nou concreet iemand heel erg mis, maar het liedje gaat niet alleen maar over missen, want dan ook over de tegenkant:Verlangen.
Verlangen... dat wil ik wel tot mijn toverwoord van 2014 maken. Dat verlangen nooit gedoofd wordt, dat verlangen je voort blijft stuwen naar nieuwe, lichte andere horizonnen... dat wens ik mijn betere ik toe, mijn andere ik, die zich soms een beetje voelt zoals Alice in Wonderland: de ene keer ben je te klein om door het konijnengat te kruipen en dan weer barst je uit het huis waarin je je bevindt. Ik begreep nooit wat van dat konijn die met de klok in de hand de tijd op hol ziet slaan, maar wie in rap tempo elk keer weer van gedaante veranderd, ja die bevindt zich ook elke keer weer in een andere dimensie van de tijd.
Gisteren was ik op de tentoonstelling van Christiaan Zwanikken in het Valkhof museum: Nature Rewind geheten. Hij maakt van skelettenhoofden van dieren, stukken vleugels van vogel, een konijnenkop en oude roestige onderdelen die hij op een grote afvalberg , ergens in de vlakte van Portugal met een wijds zicht op de beregen eromheen, vindt, computer bestuurde installaties. Ze vertellen elk een verhaal, heel poëtisch en speels en het heeft soms ook de sfeer dat ze uit de koker komen van een technische jongen die per toeval leuke dingetjes uitvindt en laat bewegen.
Bij de tentoonstelling was er een film Convento geheten. Het blijkt dat zijn moeder en haar man daar ooit zijn gaan wonen: een oud Franciscaans klooster op een heuvel bij een gehucht waar eeuwenlang ongeveer 12 monniken woonden. Chiristiaan is daar op0gegroeid en heeft er nog steeds zijn atelier. Zijn moeder was prima dona danseres bij het Nationaal Ballet en ze werd het beu om wéér het Zwanemeer te dansen. Ze maakte eigen choreografieën met haar lichaam en veel van die bewegingen zie je terug in dat werk van haar zoon.
Ik vond het zo erg kloppen en passen allemaal. Hoe die zoon daar is opgegroeid, in die wilde en kale natuur in zo'n oud klooster waar eerst geen water en geen electriciteit was. Waar niks was. Alleen de aarde, de wind, stenen en gruis, skelletjes, oud ijzer. Hoe daar dan zo'n soort kunstenaarschap uit groeit: een eigen Alice in Wonderland, de tijd laten ratelen en zichtbaar maken met bewegende objecten, zoals dolgedraaide klokken zonder wijzers, en dat dit alles door verlangen gestuurd en gemaakt is.
Hoe tijd en materie een verbintenis met elkaar aangaan in maffe objecten en dat dat liedje van Maaike Ouboter hetzelfde doet met woorden: een weefsel maken dat gemis en verlangen draagt van het ene moment in het andere moment.