woensdag 26 maart 2008

eindig

Schreef ik gisteren iets over "oppervlakte waar de vergankelijkheid doorheen wasemt", vandaag werd ik wel heel hard geconfronteerd met de werkelijkheid daarvan.
In de meest letterlijke zin.

Iemand vertelde me, dat de buik van zijn beste kamaraad open was gescheurd en al zijn darmen eruit hadden gelegen. Het gebaar dat hij erbij maakte, was dat van een zwangere vrouw van 6 maanden, maar dan lag de vracht buiten het lichaam, onder de navel.
In het ziekenhuis had men met 5 man en macht de darmen er weer ingepropt. Waar het er aan de ene kant weer inzat, kwam het er ergens anders weer uit. Graaien, duwen, vel bij elkaar knijpen.
Met geweld hadden ze hem in een korset van verband gezwachteld, een levende mummie.
Zijn vriend had er gelukkig niet veel van mee gemaakt, geheel platgespoten met morfine.
Een arts moest erna in een achterkamertje kotsen.

"Het gaat je niet in de koude kleren zitten...je moet niet net gegeten hebben."
Terwijl hij het vertelde ging zijn telefoon. Het ziekenhuis. Ze zouden met 13 doktoren een operatie van 6 uur op hem verrichten en nu kwam het bericht dat zijn vriend, tot de hals (!) opengescheurd was. De operatie zou de hele dag duren tot 10 uur s'avonds.

Voorzichtig vroeg ik wat hij nu dacht dat het beste was. 1 jaar geleden wilde zijn vriend immers liever dood, omdat hij weerloos op bed lag.
Hij mocht toen zo weinig mogelijk bewegen, want de buikwond wilde niet helen door het vele lidtekenweefsel. Te vaak geopereerd op dezelfde plek. Voortdurend lag er een dodelijke infektie op de loer. Maandenlang lag hij zo.
Niemand kon een zachte dood regelen. Iedereen vond dat hij geduld moest hebben.

En nu was hij net weer op de been en door eén hoestbui scheurde in 1 klap alles open.
EIGENLIJK waren we het wel eens. Het was beter als hij in vrede zou kunnen sterven.
Maar dat kon niet meer. Als zijn vriend nu dood ging, dan was het op de operatietafel, onder de handen van talloze vreemden...

Waar is de medische stand toch mee bezig? Is er dan niemand die de hele molen een halt kan toeroepen in 1 simpel moment van vraag en antwoord?
"Wil je nog geopereerd worden of liever niet?...
Zo niet, dan kunnen wij ervoor zorgen dat je nog een paar dagen hebt, zodat je afscheid kunt nemen..."
Als ik ooit in die situatie kom, hoop ik dat het zó zal zijn en ik niet als een stuk vee als in een abattoir wordt afgevoerd...
We zijn ons lichaam, maar ook meer dan ons lichaam.
Dokters hebben, zo lijkt het, een pakt met de duivel gesloten: we geven jou zijn ziel en dan mogen wij doen wat we willen.

Niemand kan het meer aan, zo lijkt het, om te ERVAREN hoe kwetsbaar en broos het leven nu eenmaal is. We zijn eindig.

dinsdag 25 maart 2008

Coorte en Lucian Freud

Oooo...als ik toch eens schilderen kon.

In Den Haag 2 prachtige tentoonstellingen gezien: In het Mauritshuis kleine stillevens van schaaltjes aardbeitjes, asperges, wat abrikoosjes van Coorte en in het Gemeentemuseum weet Lucian Freud in elke penseelstreek tientallen kleuren te verzamelen.
Hij schildert naakten: groot, weerbarstig, schilfers, schrale huid, blauwe oude aderen, bottige bonenstaketsels, oude spieren, rimpels, brokkelige teennagels: alles het omgekeerde van foto-shop, alles is gezien...

...Alles is GEZIEN: bij Coorte het licht in de kleine rode aardbeitjes, de zachtheid en rulheid van oranje-rode abrikozenvelletjes, de brokstukken uit de stenen rand waar de groenten en het fruit op ligt.
Bij Freud, het kapotte matras, het roest op de beddespijlen waar zijn naakten, diagonaal, over de kop, op gespreid liggen, de nerven van de houten vloer, zó geschilderd dat je de ruwheid kunt voelen.
Door de oppervlakten heen wasemt de vergankelijkheid van het leven, die toch vereeuwigd is op het platte vlak: dat stuk papier, die doek.

Uiteindelijk gaat het natuurlijk over aandacht geven: alles dat aandacht krijgt, wordt vanzelf mooi.
In élke aandachtige blik, woord of gebaar vereeuwig je in dat moment, dat ene, enige, unieke.
Eventjes maar, toegegeven.
In dat hier-en-nu.

Toch troostrijk, voor iemand als ik, die niet schilderen kan.

Gewoon. Veilig. Niks aan de hand.

Zou jij de wereld niet eens opnieuw willen uitvinden?
Ik wel. Gisteren zag ik een dokumentaire over 4 jongens van 17 in Bagdad. Een Moslim, een Christen en nog zo wat. Gewone jongens op die drempel-leeftijd: geen kind meer maar ook niet volwassen, dat wat "meisjes van 13" zijn bij Paul van Vliet.

Jongens die een gewoon leven willen leiden. In de gevaarlijkste stad van de wereld.
En hier leef ik mijn leventje: veilig, vol vrijheid, geen geweergeschut, overvliegende helikopters, straatcontroles.
Gewoon.
Veilig.
Niks aan de hand.

Wie heeft wanneer de macht om levens te veranderen, een nieuwe wereld te scheppen, alles opnieuw uit te vinden,te herrijzen? Die vraag mag ik me toch wel stellen zo vlak na Pasen, het feest van de verrijzenis.

Antwoord: NIEMAND.
Toevallig leef ik:
Gewoon.
Veilig.
Niks aan de hand.

Ik gun het de hele wereld, maar toevallig leef ik in dit paradijsje.
Gewoon.
Veilig.
Niks aan de hand.

(....)

donderdag 20 maart 2008

Witte Donderdag

Vandaag is het Witte Donderdag; misschien wel de meest heftige dag die Jezus in zijn leven heeft meegemaakt. Behalve morgen dan, de dag van zijn kruisweg. Maar dat was maar een halve dag, want in de middag sterft hij aan het kruis.

Ik heb me er vandaag maar eens in ondergedompeld: de eerste CD van de Matheuspassie in de hertaling van Jan Rot beluisterd (een aanrader: zó modern en bij de tijd ) en de 4 evangelies van deze dag eens herlezen.
2 evangelisten Marcus (Hoofdstuk 14) en Mattheus(26) beginnen de dag met het vertellen over een vrouw die kostbare olie over het hoofd giet van Jezus. De leerlingen vinden dat verspilling, maar Jezus kijkt daar heel anders tegen aan. Hij zegt in feite: Vier het leven, wees geen kruidenier.
Mooi toch, dat deze dag zó begint: een vrouw die het pad wijst, hoe om te gaan met de dingen. Een omkering van waarden, want we zijn nog steeds geneigd om te denken: als we maar nuttig zijn, dan doen we het goed.

Dan komt Judas in beeld. Sommige evangelisten zeggen dat de duivel in hem is gevaren.
Dan kan Judas Iskariot dus eigenlijk niks doen aan zijn rol van verrader. Een wijze waarop je verraad en oneigenlijkheid in je eigen omgeving wat makkelijker kan vergeven: "de duivel is in hem gevaren"...we zeggen het nog steeds zo.
Maar bij Mattheus is het ook wel heftig: eerst krijgt hij 30 zilverstukken van de hogepriesters, als beloning voor de info waar Jezus te vinden is. Vlak daarop, tijdens de maaltijd zegt Jezus: "Iemand zal me verraden". En Judas reageert: "Ik ben het toch niet, Heer?"
En Jezus zegt alleen maar terug: "U zegt het"...

Het is toch een ijzersterk gegeven, dat Jezus met zijn leerlingen eet, alvorens het verraad van dezelfden hem aan alle kanten bespringt. Hij breekt het brood, hij deelt de beker wijn: "Dit is mijn lichaam en bloed, teken van een nieuw verbond." Hoe verzin je het!
In de 2000 jaar erna is Jezus in meerdere stromingen tot een God geworden. Dan is hij dus een God die zichzelf uitdeelt en in het lichaam van iedereen komt via de mond, via de tong, gewoon de buik in...Wauw!

De evangelist Johannes echter, meldt niks over dit avondmaal.
Hij vertelt dat Jezus de voeten gaat wassen van zijn leerlingen. Een gebruik dat vanavond in kloosters herhaald wordt en de abt of abdis de voeten gaat wassen van 12 medebroeders of zusters en anderen.
Lees maar eens hoe Petrus eerst protesteert: Jezus hoort zoiets minderwaardigs niet te doen, en vervolgens juist weer hebberig wordt en dan het liefst wilt dat Jezus niet alleen zijn voeten wast, maar ook de rest van zijn lichaam.
Hoe hij zegt: "Ik wil mijn leven voor je geven", en Jezus voorspelt: "Nog voor de haan kraait, zul je me 3 keer verloochent hebben."
Mensen...het blijven rare dingen.
Zo ongelofelijk eigenlijk, hoe herkenbaar de onbetrouwbaarheid van mensen is en hoe het met zó weinig woorden allemaal verhaald wordt door Johannes, Lucas, Marcus en Mattheus.

Johannes vertelt dat het op deze dag was, dat Jezus zijn nieuwe richtlijn gaf, zijn erfenis: Heb elkaar lief.
"Ik laat jullie vrede na, mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan"...
Hoe dan? Het ligt allemaal besloten in de wijze waarop Jezus op deze dag handelt en reageert.

Enfin. Er gebeurd nog veel meer op deze dag.
Zijn leerlingen vallen in slaap in het Hof van de Olijven, terwijl Jezus vraagt of ze alsjeblieft wakker willen blijven. Marcus vertelt hoe Jezus bidt: "Laat deze beker, als het kan aan me voorbij gaan."
Judas verraadt hem met een kus.
Lucas (Hoofstuk 22) vertelt dat Jezus nog een oor geneest van een dienaar van een van de hogepriesters door deze aan te raken. Een opvallende aktie, als je net verraden bent: hij houdt nog steeds oog voor een onschuldig slachtoffer, want het oor van deze dienaar is door het geweld van een zwaard per ongeluk geraakt.

En bij Marcus is er helemaal op het einde een jongen: "Een jongen die een linnen kleed aan had, probeerde bij hem te blijven, maar toen ook hij werd vast gegrepen, liet hij het kleed in hun handen achter en vluchtte naakt weg."....
Wat doet zo'n jongen in het verhaal?
Hij wilde bij Jezus blijven, in zijn eigen vrijheid. Maar dat lukte niet, hij wordt vastgegrepen en dan laat hij zijn kleed achter en vervolgt naakt zijn eigen weg... Zo herkenbaar.
Zo moet je soms van mensen afscheid nemen. Kun je niet bij ze blijven omdat je vastgegrepen wordt...
Alsof Marcus iets wil vertellen, dat je alleen in vrijheid een verbintenis met iemand aan kan gaan en als dat niet zo is, je kleed af moet leggen en weer als een baby opnieuw moet beginnen.

En ja, Petrus kent Jezus niet meer ...tot 3 keer toe, in alle toonaarden.

Wát een dag...
En wat een vervolg op deze dag.
Jezus noemt Petrus later de rots waarop de nieuwe gemeenschap gebouwd wordt. Uitgerekend hij. Maar eerst staat Jezus ook nog uit de doden op.
Of je het nu gelooft of niet: dit is een verhaal vol menselijke emotie.

Iemand blijft zichzelf, in zijn eigen ik, in zijn eigen bestemming. Al blijven anderen hem niet trouw, hij blijft ze wel trouw.
Het is het verhaal van de phoenix die uit de as herrijst.
Een verhaal over menselijke kracht, absorptievermogen, flexibiliteit.
En als dat allemaal lukt, krijg je vanzelf iets goddelijks.

woensdag 19 maart 2008

Second Life

Gisterenavond belandde ik al zappend in een dokumentaire van de BBC die over virtuele liefde ging.
Een vrouw, heel doorsnee en wat gezet, vertelde dat ze door haar Avatar op Second Life, een prachtige, krachtige viriele vrouw met lang haar, zichzelf weer had leren kennen. Ze wist weer wie ze was en had zo ook haar evenknie gevonden. Allemaal op Second Life.
Evenknie in beeld: man, bleekjes, al 24 jaar getrouwd, maar op Second Life, licht gekleurd, met zonnebril en rasta-achtig kapsel. Na spattende sex (95% gebeurd toch in het hoofd) , hadden ze elkaar in het echt ontmoet, hij ging scheiden en nu bekeken ze genoegelijk op de bank een ouderwets fotoalbum van hun virtuele huwelijk.
Ja, het waren echte herrinneringen voor ze en ze raakten er geemotioneerd van. In het echte leven vroeg hij haar ten huwelijk op een koud en winderig engels strand.

Bij een ander stel was zij degene die op Second Life avonturierde in een slordig kamertje met een onopgemaakt bed en hij degene die het met lede ogen aan zag.
Zij wilde haar Second Life minnaar ontmoeten en hij zei: "nou...als ze gaat, uuuh, dan is het voorbij tussen ons, want iedereen weet hoe dat gaat...man ziet vrouw, vrouw ziet man...nee, dan is het voorbij...."
Zij ging toch naar London. Het werd niks. Haar man achteraf: "nou jaa...je kent de film Forrest Gump misschien wel...dat ben ik...ik heb mijn Jenny ontmoet en wat er ook gebeurd, ik blijf bij haar."

Wat gebeurd hier nou eigenlijk?
Wat is echt?
Nummer 1: Verbeeldingskracht vormt het leven: het eerste stel vind zichzelf en elkaar eerst uit op Second Life en gaan dat daarna in het echt proberen. Mooi, als het lukt.
Omdat oude patronen van jezelf en hoe je denkt dat jouw werkelijkheid is, soms alleen doorbroken kunnen worden door iets van buiten. Shock, verdriet of dood zijn onprettiger wakkermakers, dan zo'n virtueel progamma als Second Life.

Nummer 2: VERHALEN en de figuren daarin vormen je leven. Degene die je zelf verzint als Avatar, of zo'n figuur als Forrest Gump: Daar trek je je aan op en spiegel je je aan.

Nummer 3: je hebt publiek nodig om jouw verhaal écht te maken. Of: het is makkelijker om je verhaal te leven, als andere mensen meekijken....
Hoe écht is het huwelijksaanzoek op het engelse strand? Wat blijft er van dat stel over, als alle camera's weg zijn?

Het is deze week Goede Week in christelijke kring. Het verhaal van Jezus, die eerst eet met zijn beste vrienden en daarna door 2 van hem verraden wordt, de weg naar het kruis, het weeklaag van vrouwen en anderen die hem even ondersteunen, zijn dood en verrijzenis...veel mensen beleven dat deze week intens, halen elk jaar datzelfde verhaal weer van stal. Waarom?

Om je scherp te houden, zoals in Second Life. Je te identificeren met de verschillende personages. Smaad, pijn, dood, te kunnen voelen, verraad en opperste eenzaamheid.
"Mijn God, waarom heb je me verlaten?" roept Jezus aan het kruis, vlak voordat hij dood gaat.
Het verhaal heeft natuurlijk een geweldig einde: opstaan, verrijzenis, opnieuw beginnen...
Ook het passieverhaal en alle verhalen in de evangelies, ze zijn een Second Life.

En waarom bloggen er zoveel mensen? Antwoord: onzichtbare lezers bevestigen je in jouw bestaan. Je eigen blog bevestigt elke keer, bij opening daarvan, dat jij er nog bent.

dinsdag 18 maart 2008

Zachtheid versus hardheid.

Gisteren op de voorpagina van de Trouw, Tibetaanse monnikken die met een foto van de Dalai Lama lopen te demonstreren. De hele wereld weet hoe een vreedzaam bedoelde wandeltocht van Lhasa naar Beijing tot een bloedweg van geweld verworden is.

Het lijkt de kruisweg wel, die deze week in de christelijke wereld herdacht wordt. Het passieverhaal, waar machthebbers een koning van de vrede martelden en doden.

De huidige koning van de vrede, de Dalai Lama, blijft zeggen dat hij vindt dat China de Olympische Spelen verdient. Hij blijft een toonbeeld van zachtheid en mededogen.
Jezus had dezelfde houding. Bij Pilatus, degene die over zijn lot besliste, antwoordde hij op de vraag: "Dus U bent de nieuwe koning?"
"U zegt het, niet ik".

"U zegt het, niet ik"...probeer daar maar eens mee te leven. Je geeft je eigen lot uit handen. Daar zit een diepe wijsheid in verscholen: anderen bepalen mee wie jij bent en wat er van je worden zal.
Kruip nu eens in de huid van de Tibetaansen monnikken. Jarenlang hebben ze in het verborgen geleefd, met de chinese machthebbers die hun leefruimte steeds meer onder druk zetten.
Met de Spelen in het vooruitzicht, lijkt dit dé historische kans om nog eenmaal aandacht te vragen voor het lot van Tibet. Je wilt het vreedzaam doen. De andere reageert met geweld.
Wat nu?

Het eeuwen oude dillemma tussen zachtheid en hardheid.
Jezus zei:"Het konkinkrijk van God is IN u." Het rijk van vrede is IN u. Niemand begreep hem, dus moest hij uit de weg geruimd worden.
Een eeuwenoud geheim dat het wereldtoneel nog steeds beheerst.
Een dillemma tussen hardheid en zachtheid, dat in het diepst van onszelf verscholen is...En vaak ontwijken we het of dekken het toe. We baren monsters, in plaats van Vrede.

Ik vertoef in kringen waar men elkaar nu een Goede Week toewenst.
Ja, een GOEDE week...als het niet in de grote wereld is, dan maar even alleen in die van jezelf en de ienie mini wereld rondom je. Laat zachtheid eens een hele week winnen...

donderdag 13 maart 2008

Woorden (2)

Het is heel bizonder om te ervaren , wanneer woorden wel wát doen.

Dat er een stilte rondom jouw woorden gaat hangen, dat je zelf even boven jezelf wordt uitgeheven en in ultieme rust, er '"iets" gebeurd.

Ik weet niet hoe het kan, ik weet niet waar ik het vandaan haal.

Soms schrijf ik in een roes wat op, om 3 minuten later, mijn pen nog in de hand, kritisch naar het schrijfsel te kijken.

Oké, het kan wel, ik kan er wel achter staan, konkludeer ik. Zo moet het maar.

Zucht.

Dan rest me nog om ze uit te spreken. Dan lijkt het alsof er voor de tweede keer leven in wordt geblazen, niet alleen door mij, maar door allen die die woorden horen.

Zucht.

dinsdag 4 maart 2008

Woorden

Bloggen vraagt een bepaald soort energie. Je moet "outgoing" zijn en dat met woorden.
Er is ook een energie die naar binnen gaat. Woorden verliezen daar hun betekenis en het verlangen om woorden te wisselen, ook.
Zo dacht ik de afgelopen tijd: Ja, leuk een blogje over de gigantische wereld diepvries die op Spitsbergen is geinstalleerd, waar alle zaden van over de wereld in het permafrost gaan liggen.
Een mooi en tegelijkertijd verontrustend bericht.

Mooi omdat het wijst naar een wereldwijde inspanning om de diversiteit van onze biosfeer te bewaren. Verontrustend omdat er ook een wereldwijd besef is, dat dit kennelijk nodig is. De varieteit aan zaden slinkt drastisch. Men houdt rekening met een gedeeltelijke vernietiging van de aarde en richt een Ark van Noach in, onder het ijs.

Dan denk ik: Tja.
Dit is droevig, nee, dit is bizonder, nee...ach laat maar...ik weet het eigenlijk niet...het leven gaat, ontvouwt zich, verandert voortdurend.
Wat zou ik zelf willen invriezen van mijzelve?
Eigenlijk niks. Want niks blijft. Ik zie de wereld rondom mij komen en gaan...Mensen komen en gaan.

Het enige wat blijft is, dat wat er is of Die Wie Er is, als alle woorden weg zijn. Diep onder de ijslagen van mijn ziel leeft er "iets" wat miljoenen malen vitaler is dan ik. Vitaler, sterker, groter. Vele malen onbegrijpelijker dan ik ooit met woorden kan zeggen...

Misschien is dit mijn laatste blogje. Wie zal het zeggen? Ik even niet.