vrijdag 30 november 2018

Grafbezoek; Lucky Strike

Vandaag was het de verjaardag van Vader. Hij was 94 jaar geworden, rekende ik uit vanaf de data op het graf, want eerlijk gezegd wist ik dat niet uit mijn hoofd. Ik heb er vijf rood-witte tulpenbollen gepland, ze heten Lucky Strike. Dat geheel had Moeder wel leuk gevonden, ze was van de symboliek; dus ‘vijf’ omdat ze samen vijf kinderen hebben voortgebracht, rood-wit omdat dit de kleuren zijn van de vlag van Indonesia, waar mijn vader deels altijd was in zijn hoofd, en dan bollen die in de lente uitkomen, toekomstverwachting,  én ze hebben een mooie naam.

Ik stak de grafkaars aan en daaraan weer een sigaret, die ik op een bankje tegenover het graf ging oproken. Ik hoorde Moeder zeggen, toen ze vertelde dat ze al een grafplaats hadden uitgezocht:dan kun je daar lekker zitten en genieten van de zon, iets lezen of zo...Indertijd haal je een beetje je schouders op dan, maar de woorden zijn dus toch in mijn geheugen gegraveerd. Een boekje lezen, daar was het nu te koud voor, dat sigaretje was prima. Ook daar, ineens zo’n herinnering die opspringt: Vader heeft het roken bij mij in feite gestimuleerd: dan kwam hij thuis met gouden pakjes van Benson&Hedges en een keer liet hij me trots met zijn glimmende blik, de leukst soort sigaretten zien die er bestonden. Ze waren heel fel gekleurd, roze, felgroen en turquoise met gouden filters van ... Silk Cut, als ik  me dat goed herinner. Dan liet hij mij een beetje bedelen, eer ik ze kreeg.

Vader hield wel van gadgets en nieuwe snufjes: de eerste elektrische aansteker, hoe mooi  met een zacht klikje er een vlammetje kwam. Hij heeft ooit een heel klein pijpje voor mij meegenomen, tezamen met zoete tabak en in mijn eerste studentenjaren rookte ik dat. Zelf heb ik een vage herinnering dat hij rookte. Ik zie dan een heel jonge vader voor me, beetje studentikoos, hij had nog geen baard.Volgens mij was het niet veel en is hij vroeg gestopt. Er is wel een asbak die al op foto’s te zien is, waar ik een baby was. Dat bleek een waar familiestuk: iedereen had er herinneringen aan dat dit voorwerp er altijd is geweest en er is om geloot bij de verdeling van de goederen.

De sigaret die ik rookte, komt ook nog uit de inboedel. Ik vond een hele plastieken zak vol oude sigaretten van overal uit de hele wereld. Daar kan ik dus de rest van mijn leven mee toe, want ik rook nauwelijks sigaretten. Het was een Dunhill uit een sjiek pakje. Maar Vader en ik  hadden voorkeur voor de gouden pakjes van Benson&Hedges, dat was eerste keus, maar op een gegeven moment niet overal meer taxfree verkrijgbaar.

Lucky Strike? denk ik ineens, dat is toch ook de naam van een sigarettenmerk, met een beetje rood-wit logo? Dan is het  helemaal per toeval, allemaal een mooi geheel, het grafbezoek; de herinnering aan sigaretten en de tulpenbollen. Al vind ik het ineens wel weer apart, om een sigarettenmerk te gebruiken als naam voor tulpen. Toch naar de beginbetekenis; een gelukkige treffer... O, een toevalstreffer! 

woensdag 28 november 2018

Ziel / Rouh

Lichamen die vloeibaar worden, mee ademen op Andalusische muziek, zeven muzikanten in een halve kring op de achtergrond en een zangeres die soms naar voren treedt en één wordt met de dansers. Ziel die zichtbaar wordt, verstand en doelgerichtheid uitgeschakeld, de enige intentie: er zijn. In een modern lijf: aanwezig, direct, intens helder. 

Jaloersmakend, om zo in je eigen lichaam geborgen te zijn, bewegingen die zichzelf vorm geven. Ja, het is choreografie, ik weet het, maar het is exact zoals je het zelf zou dansen, als mijn lichaam dat zou toelaten. Verlangend, reikend, verguld met het pure gegeven te bestaan, dat de ander er is. Er is geen klein ik-gericht zelf meer, allen zijn muziek geworden: meeglijdend op klanken, als in zachte roetsjbanen, lichamen zonder geluid, gedragen door elke ademhaling, expansie en inkeer, naar buiten, naar binnen... 

De Andalusische muziek, ontstaan vanaf de 9e eeuw tot de 15e eeuw, maakt die ene oeroude onderstroom in mij wakker: ik was ongeveer dertien jaar en in Tunesië, in een woestijngebied, in een nederzetting met een binnenplaats en uit het niks kwam de gedachte: ik ben ooit een man geweest en zó heb ik gewoond. En in Cordoba, waar ik ooit een week verbleef, dezelfde gedachte: ik heb hier geleefd, ik was een zakenman, had een schip waarmee ik mijn handelswaar verspreidde, maar als ik thuis was, dan ging ik vaker op een dag naar de Mezquita, de moskee. En in Venetië schieten die gedachten ook door mij heen: ik was hier eerder, flaneerde over het San Marcoplein, zwierf door de steegjes. Ik ben dan altijd een man. De muziek van Anour Brahem maakt datzelfde in mij wakker.

Ja, dat zijn rare niet te beredeneren gedachten en gevoelens, maar ik ga niet ontkennen dat zij in mij leven en dat soms die onderstroom even de boventoon voert. Zoals vanavond in de Stadsschouwburg  tijdens de voorstelling Ziel /  Rouh; het Arabische woord voor ziel. De voorstelling was van ICK met het Amsterdams Andalusisch Orkest.

dinsdag 27 november 2018

Overgangsdagje

Daar sta je dan, in je allerdikste kleding (t-shirt met lange mouwen, zelfgebreide spencer, fleece jack van werk, zelfgebreide trui van moeder, werk-winterjas, hoedje, thermische lange broek, spijkerbroek, drie paar sokken), voor de dichte poorten van de Leemkuil. Het leek er Indian Summer: alle bomen in oranje gloed. Iedereen vergeten dat ik terug ben van vakantie. Ik was er niet rouwig om.

Ik ging naar de bieb en heb er twee uur lang op YouTube-filmpjes bekeken van Tenerife. Kijken wat ik gemist heb, door op één plek te blijven. Zeer kronkelige wegen door de bergen, boulevards en hotel-bebouwing vol toeristen aan kleine strandjes, een dolfinarium, een dierentuin, een oude kathedraal, een kabelbaan naar de Teide, de drakenbloedboom, waterpretparken, maar vooral is Tenerife, het vulkaaneiland, als personage overal aanwezig. En dan voel ik dat ik grondig met dit personage heb kennisgemaakt in echt wel een uniek stukje landschap.

Naar huis en aan binge-watching doen, dacht ik: zes seizoenen zijn er van Breaking Bad. Eerder ben ik halverwege seizoen één afgehaakt, maar nu zijn twee boekenclubsters zó enthousiast, zoveel dubbelgelaagde werkelijkheden, maar je moet in het begin wel even doorbijten. Vanmiddag ging mij dat niet lukken. Na één aflevering had ik veel meer zin om Snowwhite  op herhaling te zien, voor een euro gevonden, de gerestoreerde digitale versie, Walt Disney’s eerste grote tekenfilm uit 1937. Sowieso de eerste lange verhalende speelfilm, tevoren waren er alleen maar korte cartoons, zoals van Popey en Betty Boop. Vind ik ook heel leuk, ik heb ze gedownload op iPad. 

Ondertussen staan er Wildeman-stoofperen op, het hele huis ruikt er nu naar en ik heb een pompoen-appelsoep gemaakt met appels uit mijn eigen tuin en bij de Oosterse Winkel vond ik in de aanbieding Indische worsten, die ik zo ga bakken, ben benieuwd naar de smaak. Een echt herfst-wintermaaltje, na al die tomaten en geurige paprika’s en basilicum van het campingleven. Het plan is om daarna toch weer op bed neer te ploffen en nog een poging te geven aan Breaking Bed. Het beste criterium of het gaat boeien is dan, of ik wakker blijf.



maandag 26 november 2018

Thuiskomst

Gek, om weer thuis te zijn en de grijze bewolkte dag binnen in huis te aanschouwen. Wat  duurde het lang, eer het vliegtuig daar gisteren doorheen daalde. Nog even het roze avondgloren en wit-blauwe van  hoog boven de wolken en dan die afdaling. Alsof je een rookhol indaalt en daarna dan die eerste kou als je het vliegtuig, al half in het donker, uitstapt.

O, er staat al een kraam in kerstsfeer met suiker en zoet lekkernijen buiten de luchthaven en er hangen al her en der lichtjes, Kerst begint elk jaar vroeger. O, nee, want het is al eind november en ook in de supermarkten op Tenerife waren er al kerstrozen te koop en een soort van grote vruchtenbonbons, in vrolijk papier gewikkelde lekkernijen, die er als heel grote toffees uitzagen.

Ik moest helemaal wennen aan al die kleinschalige proporties, zoveel lantaarnpaaltjes overal en al die gebouwen kriskras door elkaar, zo leek het. Al helemaal gewend aan de logica van Tenerife: daarboven je die machtige vulkaan en bouwen waar het kan en dan een snelweg onderaan, die als een door mensen gemaakte slang, de kustlijn volgt met de steile kale lavahellingen, steeds in zicht. Geen horizon aan de ene kant en aan de andere kant de eindeloze zee. Hier leek, in het donker,  alle bebouwing op legoblokjes die lukraak in de ruimte uitgestrooid zijn, met een kronkelend stratenplan, vol kleine rotondes en bochtjes. Zelfs de mij zo bekende busroute, gewoon rechtdoor over de Graafseweg, had iets vreemds. 

Thuis kon ik nog net live bijna de hele aflevering van BoerZoektVrouw meemaken, het enige programma waar ik vanuit Tenerife naar keek bij Uitzending Gemist, om er gezusterlijk over te appen, en  gisteren ook maar meteen daar achteraan de aflevering van vorige week bekeken, toen internet het al niet goed meer deed, daar. Vreemde bewustzijnstoestand, om daarna dan je koffer uit te pakken, midden in de nacht alvast een wasje te draaien, te gaan slapen en wakker te worden in een grijze wereld met al die verschillende planten en bomen in mijn tuin. En nu ligt de tent half uitgerold in de huiskamer, want er zat wat ochtenddauw op. 

En nu ga ik zometeen voor het eerst naar buiten. En ik  moet me al een beetje haasten, zie ik,want het is hier een uur later, terwijl iPad nog op de tijd van Tenerife staat. Daar veranderde het uit zichzelf, ineens,  pas na enige dagen. Ik heb de neiging om mijn dikste en stevigste winterjas aan te trekken: de houtje-touwtje met de capuchon die over mijn oren kan.

zaterdag 24 november 2018

Laatste dag Tenerife

Vandaag mijn laatste dag hier en ik ga bakken in de zon. Begrijp dat het in Nederland nu 1-4 graden is... Ik sta in het winkelcentrumpje te typen, met uitzicht op de ochtendzon op de oceaan. Internet op de camping heeft het begeven. Het is daar satelliet en het is sinds er een reuzengolf ergens op het eiland is geweest, een stuk van een flatgebouw is er weg geslagen, maar de receptioniste deed er erg laconiek over: Ach, dat stelde niks voor.

Op de camping is enige dagen eerder een Duits echtpaar gearriveerd, dat hun camper op geen tien meter afstand van mij geparkeerd heeft. Terwijl er overal genoeg plek is. Het was voor het eerst dat ik weer conversatie hoorde. Geen woorden, maar de stemmen en de intonatie. Het was weer wennen. Als ik in mijn ‘stiltestand’ sta, heb ik geen enkele behoefte aan conversatie. Ik weet niet hoezeer ik dat dan uitstraal, ik zeg wel ‘Gute Morgen’, maar krijg een starende blik terug. Het is een pensionado-paar, waar zij steeds iets vragends en voorzichtigs in haar toonhoogte heeft en hij iets brommends en uitleggerigs. Ik heb hen één keertje een beetje horen lachen en dat was toen hij stukken vlees op de BBQ gooide, dat overigens heerlijk rook.

Ik denk dat dit zo is als in een klooster: omdat het zo stil is, valt elk geluid op en de sfeer van een ander komt heel hard binnen. Eigenlijk zijn al je zintuigen geïntensiveerd, dus wat dan nabij gebeurt komt des te meer binnen. Ik ben in gedachten trouwens best veel in het klooster geweest, deze vakantie... Ik zag me dan zitten in de kapel in De Bron met de kleurige glas in lood ramen, op ‘mijn plekje’...

Op een wandeling, zag ik vanuit een andere baai een gebouw uittorenen in El Medano. Als het  front van een boot. Wat zou dat zijn? Het bleek de kerk te zijn, die op de heuvel is gebouwd. Er staat een klein oud kerkje naast, in wat nu het voorzieningenhart van El Medano is. Eronder zit de grote supermarkt en winkeltjes, daar was ik wel al geweest. Nu zag ik dat er ook een jeugdhonk boven is gebouwd, jongeren aan een tafelvoetbalspel en met een mini bibliotheekje. Op dezelfde wandeling raakte ik verzeild in het dorpje achter El Modano, doodstil aan de rand van ook een uitgebluste kraterberg. Daar was in het midden een keurig en mooi aangelegd speeltuintje en fitnesstoestellen.

Dat doet me dan goed, dat je ergens een echte ontmoetingsplek ontwaart, of het nu een kerk en jeugdhonk is of een parkje met een speeltuin. Al valt dit mij natuurlijk op omdát dit plekken zijn die mij iets doen... Elk terrasje, restaurantje enzovoort, dat zijn natuurlijk ook plekken waar mensen samenkomen.

Het was een heerlijke vakantie. Dat nieuwe soort landschap dat ik  hier heb leren kennen, het licht en de wolken dat in razend tempo een eigen spel spelen. Elke keer weer was ik verrast. De woestheid en ruigheid op sommige plekken, maar een paar meter van het wandelpad omzoomd met lavastenen, verwijderd. Maar nu nog een laatste dag bakken op het strand in de zon.

maandag 19 november 2018

Tenerife indrukken

Een paar dagen geleden regende het voor het eerst een ochtend. Geen neerslág of kletterend, maar sproeierig, als een waas in vlagen. Meteen begon het bij mijn tent naar dennenhout te ruiken. Wat ik voor grote, twee en een half keer menshoogte, struiken had aangezien, blijken dus dennen, maar zonder stam. Misschien is het de Canarische den, waarover ik las dat deze ook  ‘wolkenmelkers worden genoemd: ze melken als het ware het vocht uit de wolken die tegen de ene zijde van de vulkaan blijven hangen.

Tenerife schijnt het biologische Galapagos te zijn: meer dan honderd planten en dieren komen alleen hier voor, speciaal aangepast aan deze omstandigheden. Dennenbomen hebben hier, schat ik zo in, niks aan hoge stammen, op de kale, steile berghellingen van de vulkaan, maar des te meer aan uitwaaierende kleine takjes die alle kanten op reiken.Vanochtend voelde ik aan een takje en daar zat ook wat vocht op.

De Montana Roja, de rode berg, rood door het ijzergehalte wat er in de stenen zit, lijkt op het eerste oogopslag een kale berg. Maar als je erin wandelt, dan zit het vol diepe glooien en uitgesleten stukken met witte lavastenen, waarschijnlijk heeft ooit de lava zo naar beneden gestroomd, zijn het dus beddingen van kleine lava-riviertjes.Ik las op een infobord in El Medano, dat de  berg een oude vulkaan is, die in de zee uit de bodem tot uitbarsting is gekomen. In de loop van de tijd is er zand geslibd tussen de vulkaan en de zee en zo is dus dit unieke duinlandschap, dat ook woestijnachtig is, met harde ‘muurtjes’  van gestolde lava ertussendoor ontstaan,  zo apart!

Ik heb een dag besteed van op en neer wandelen naar El Medano en dan overal meteen neerzijgen, als de zon fel doorbreekt of het ergens windstil lijkt. De temperaturen hier hebben iets heftigs, vol micro-klimaatjes. Met een wolk  voor de zon en een plotseling harde wind wil je je sweater aan, maar het volgend moment, is het weer heet en gooi je het liefste alles uit. Juist op het niveau op de grond, zittend of liggend, waan je je elke keer in een ander wereldje. De door de wind gevormde lichtbruine lava-wanden, lijken in het klein op sommige gedeelten van Zuid West Amerika. Ik zag me er ineens weer doorheen rijden, met een arendsoog, een mini-autootje langs de rotswanden.

Wat voor mij een magisch landschap is, is voor de bewoner hier gewoon hun berg, waarover ze heen joggen, of op slippers hun hond uitlaten. De berg heeft iets van een gekantelde Tsunamigolf, zoals Hiroshige die heeft afgebeeld: aan de ene kant glad en aan de andere kant vol grillige vormen. Op het gladde gedeelte lopen er talloze olifantenpaadjes, op allerlei hoogten, de berg omcirkelend, aan de andere kant is ook in de verste uithoeken, ook in het lava gekrast, namen en symbolen, zoals wij dat doen in boomstammen. 

Ook kan ik me niet aan de indruk onttrekken, dat op de uiterste punten aan de achterkant, het vlak voor zonsondergang wél een ontmoetingsplek is voor homo’s. Ik zie mannen alleen, die doelbewust die richting opwandelen, vanaf de grote weg, of te samen vanuit een klein baaitje met rode rotsen. Niet hele kolonies, maar toch...Het lijkt me ook een prima, woeste plek voor een vrijpartij,op die platte lavaplateaus met uitzichten op zee en al die bizarre zwarte rotspartijen. Maar wellicht is het mijn eigen privé-fantasie.

El Medano is verder een wat kleurloze badplaatsje, met veel Engelse en Duitsers, die ook al waait het, toch star op de kleine strandjes tussen de lava inhammen volharden of vanaf het terras van een hotel, vanaf een trapje de zee in zijgen. Of ze zitten op terrasjes. Er hangt wel een wat alternatieve hippiesfeer, tegelijk, meerdere winkeltjes met Indiase en Tibetaanse kleding en spulletjes en op het pleintje, tafeltjes met sieraden te koop. In een achterstraat zie je in siëstatijd wel gewoon Spanjaarden, mannen en ook vrouwen, in een bar wat eten en drinken.En het is dé kite-surfplaats van wereldfaam, volgens een boekje, met wedstrijden en al. Het breedste strand is daar dus ingenomen door jonge sterke mensen die hun surfplanken en vliegers aan lange touwen klaarleggen, om zich op het juiste moment door de wind en de golven mee te laten nemen.

Gisteren was ik rond 18.15 bij de tejita-supermarkt, hier vijf minuten vandaan. Ik kocht een koud blikje bier en ging zitten op het pleintje ertegenover. Peuterspeeltijd op de speeltoestellen en een drukte van belang, het leek wel spitsuur. Eromheen lijkt een nieuwe woonwijk gebouwd, lichtbruin, de buitenmuur als windscherm en allen uitkijkend op dit pleintje. Maar misschien is de wijk er al lang, de palmbomen die zijn al hoog. Onder roze-oranje-paarse-lilaluchten, zo je kinderen nog even uitlaten en de dag eindigen, dat is voor hen dus dagelijkse kost

donderdag 15 november 2018

Bloot onder Montana Roja

Gistermiddag miezerde het hier, eventjes. Ik besloot te gaan wandelen en ik bleef me verbazen over al die vulkanische uitspattingen, de kleuren van inktzwarte grond, dan weer donkerrood, dan weer zacht zand, dan weer beige harde steen, de kleuren nog intenser door dat beetje vocht dat de boel bewasemde.De luchten kleuren elke avond als een magische toverbal. Magisch, dat blijft het woord, een soort van wonderland is het hier, ik raak niet uit gekeken. De combinatie ook van de zee aan de ene kant en die machtige bergtoppen aan de andere kant, zo bijzonder. 

Ik wil deze sfeer niet doorbreken door het verkeer, de bus, de snelweg op te zoeken. Ik blijf dus zitten waar ik zit. De branding en de stilte. Zelfs tussen de mensen: vandaag ontdekte ik dat onder de voet van Montana Roja onder de rijen parasols een kolonie nudisten huist. Er liepen al eerder bloteriken te wandelen langs de branding, ik dacht verdwaalde hippies: intens bruine mannen met lang wit haar in een staartje. Maar hier lagen er velen allemaal bloot, de helft ervan pensionado’s, schat ik in , en de anderen zijn mensen die geen schoolgaande kinderen hebben , boven de zes. Middelbaar en ook studentenleeftijd. 

Het zijn dan vooral mannen alleen, die het zand verlaten en toch verder de zwarte rotsen opklauteren... ik deed dat ook een stukje, om een windstil plekje te zoeken en ging lezen tegen het zwarte puimsteen. Ik keek op en meende even in een cruising-tafereel beland te zijn: voor mij in ene keer vier mannen, liggend op een steen bij een waterpoel, uitkijkend op het water, op verschillende uitstulpingen... Ik zette snel mijn petje af, straks zou ik ook nog voor een man kunnen worden gehouden. Maar dit was een denkfout, natuurlijk, want ik had een ontbloot bovenlijf.

Eerder, een dezer dagen, lag ik ook van de mensen af, een beetje in het duinzand. Ik heb het al in Venetië meegemaakt, dat er dan enkele meters van mij af een man gaat liggen. Terwijl er zoveel ruimte is. Die man doet dan liggend zijn zwembroek uit en gunt jouw een blik op zijn blote billen. Ditmaal waren het mooie jonge billen aan een strak lijf, zag ik in een oogopslag. Want meer moet je niet gaan kijken en het juist duidelijk negeren. Dan verdwijnt zo’n man na een heel kort tijdje. Enfin, ik beschouw het maar als een compliment, dat zo’n jong type, die moeite doet voor iemand van mijn leeftijd.

De sfeer is overal zo stil. Raar, je hoort nauwelijks stemmen, ook al zat ik aanvankelijk op het zand pal voor de nudistenkolonie.Het is hier echt genieten. De laatste twee dagen is het ook bijna windstil en dat is dan meteen minder zorg rondom mijn tent. 

dinsdag 13 november 2018

Tenerife-sensaties

O, dit kan ik niet uitstaan. In plaats van op de knop publiceren, heb ik per ongeluk op delete gedrukt. Weg blogje. Dus nu in telegramstijl uit de tombola van wat nu opborrelt:

*Er zijn hier grote, groene reuzenpaprika’s , geurbommen, en ook de basilicum komt in dikke sappige stengels en blaadjes. Tezamen met een blikje tomaten is een heerlijke saus met deze ingrediënten zó gemaakt en pasta, volgens de hooikistmethode: even koken en in slaapzak wikkelen. Smullen!
Mijn drankje is hier Cobana, bananenlikeur, op het eiland gemaakt en eergisteren rookte ik er een sigaar bij van Las Palmas, per stuk te koop.

* De grote grijze-bruine vlakken die ik al op Google Eerth had gezien, baarde me, met mijn stadse oog, wat zorgen. Wat zit daarachter verscholen? Toch niet allerlei vormen van industrie? Ze staan ook tot aan de rand van de kust en zo kon ik naar binnengluren: het blijken kassen te zijn, met daarin meer dan menshoge planten. Zo kom je dus aan die reuzepaprika’s. Tegen deze muur van gaas waren kleine grijze strandhuisjes gebouwd. Ook zag ik een tentje, ingeklemd tussen de grillige zwarte lavarotsen, vlakbij zee. Muurtjes gemaakt van opgestapelde lavastenen, ik zag 10 liter-waterflessen, een rode racefiets: is dit de wijze waarop een Tenerifaan haar eigen kluis heeft gebouwd?

* Op het strand ronde zwarte cirkels van opgestapelde lava-stenen: beschutte plekken om windstil in te verpozen. Ik lag op mijn buik en voelde iets over mijn rug kruipen. Het was een zwarte hagedis van 15 centimeter met schubjes en een ruggengraat. Met een prehistorische blik bleef hij bewegingloos voor zich uitkijken. Er zijn ook kleine hagedissen, salamanderachtig, in de aarde kleuren van hier, bruinig met wat groen en geel. Zijn die kleiner,om zich snel te kunnen verstoppen, achter de weinige planten? Het blijk hier een natuurreservaat te zijn, het enige duinengebied van Tenerife, waar honderden soorten vogels uitrusten op hun trek naar Europa uit Afrika en weerom.

* Ook het lange strand van vulkaanzand van El Modano tot en met hier, Playa de la Tejita, is uniek op Tenerife, onderbroken door Montana Roja. Gisteren maakte ik een voor mij spectaculaire wandeling en kwam uit aan de achterkant van de berg. Grillige rotsen, lavaplateau’s, vreemde formaties in de kleuren zwart, rood, oranje beige. Alsof het lukraak is uitgestrooid en aan elkaar is geplakt, de heftigheid en woestheid van vulkaanuitbarstingen, zó voor je ogen verteld.

* Ik en mijn tent leverden de eerste avond een gevecht met de harde wind. Ondertussen heb ik wel het vertrouwen dat deze het houdt. Zo niet, dan kan ik altijd een houten huisje gaan huren, die er op deze eco-camping in rijen staan, als schildpadschilden, tussen de struiken in. Mijn tent staat helemaal alleen in een windhoek. Daar wist ik toen nog niks van... ik kijk alleen naar de uitzichten. Vlak boven mijn tent staat het sterrenbeeld Orion heel laag te schitteren.

zaterdag 10 november 2018

Vulkaan eiland

Ik vind het erg, erg bijzonder hier. In het vliegtuig verlaat je het continent ongeveer op de hoogte van Porto in Portugal, dan heb je dik twee uur gevlogen. Onder je wordt het dan blauw, blauw, blauw, de Atlantische Oceaan, voor weer meer dan twee uur. Dan doemt er plots een berg op, het is de Teide, de hoogste berg van Spanje. Dan komen de contouren van het eiland.

Ik voelde me net een ontdekkingsreiziger. Dat er midden in de oceaan een aantal eilanden blijken te liggen! Van bovenaf zie je de zeer steile kliffen van de punt, de vakantieoorden in het Westen, men schijnt daar geel zand uit de Sahara neer te hebben gelegd. Het blijft eruit zien als een paar streepjes nederzetting, terwijl die kale vulkaan in het midden alles domineert. Je ziet de zon aan de west en zuidkant en dikke wolkenpartijen waar groen doorheen schemert aan de noordkant. 

Overal die donkere grond en overal uitstulpingen, kleine vulkaankratertjes, bobbels. Alle bebouwing volgt het landschap, in de glooiingen, de ‘scheuren’ vermijdend. De sfeer hier is stil, het lijkt alsof geluid opgenomen wordt in de aardkorsten, of door de ruimte van al die oceaan eromheen. Zelfs de vliegtuigen die hier vlakbij aankomen en opstijgen, lijken tegen de donkere vulkaanachtergrond onbeduidend. Zo kwam je zelf aan en zo vertrek je weer. Voor 17 dagen aard ik hier en het voelt een beetje magisch en goed.

woensdag 7 november 2018

Kamperen op Tenerife

Zo. Alles is ongeveer ingepakt. De koffer die tot de laatste vierkante centimeter gevuld is, voornamelijk met kampeerspullen, de afdeling ‘kleren’ is miniem, kan dicht, dat heb ik al uitgeprobeerd. Pas zonet besloten om de slaapzak toch apart te vervoeren, in die ruimte kunnen dan twee zakken krentenbollen en twee pakjes noedels. Ook de boekjes, weliswaar 'dwarsliggers' en de chassidische verhalen verteld door Martin Buber, er toch uitgedaan, wegens de zwaarte. Er mag tezamen 25 kilo mee. Dus wat zwaar is, in mijn heel kleine rugzakje, die dan niet de handbagage is, want dat is tent.

Kamperen, ja ik ga kamperen! Zolang als ik het nog kan, doet het me goed, Het brengt me down to earth, letterlijk ook: op de grond slapen, maar ook: met zo weinig mogelijk het doen: leven op een paar vierkante meter, geen elektriciteit, weinig spullen. Ik hou van het kluis-gevoel, het richt mijn aandacht naar mijn binnenwereld, ik wordt er zeer contemplatief en meditatief van, voel mijn ademhaling dicht op mijn huid en de buitenlucht om mij heen.

Ditmaal staat mijn tent ook in een mij totaal onbekende en nieuwe omgeving. Het zal 30 meter van de oceaan zijn, met donker vulkaanzand op een vulkaaneiland. En er zal wat warmte zijn en ook weer langere dagen. Geen idee hoe ik exact de tijd zal doorbrengen: misschien neem ik een bus-abonnement en ga ik het hele eiland verkennen, misschien ga ik een aantal langere wandelingen maken. Maar misschien blijf ik ook alleen maar dicht bij de tent en de zee.

Een beetje toch ook, in navolging van Franciscus van Assisi, even zo eenvoudig mogelijk leven, de laatste twee dagen komt die ene zin steeds terug: ‘hij ging liggen op de aarde en gebruikte een steen als zijn kussen.’ Dat is kamperen voor mij, het maakt me alerter en brengt me helemaal terug naar de kern: water, vuur, wat voedsel, het is de lichamelijke brand-driehoek: als je een van de elementen weghaalt, dan wordt het moeilijk om te overleven. En dan een plek waar je jouw lichaam kan laten slapen, natuurlijk.

De bestemming: Tenerife is pas ná het verlangen om graag te willen kamperen, gekomen, omdat de Canarische eilanden op dit moment de enige plekken binnen Europa zijn, waar dat nog kan. Maar nu raak ik ook benieuwd wat dat eiland met me gaat doen. Er is het vruchtbare, nattere Noorden en het droge Zuiden, waar ik kampeer. Wat doet zo’n kaal landschap me, en wat is de sfeer van donker zand? De rode aarde in Afrika en de geaardheid van donkere mensen daarop, ervaarde ik als zeer vibrerend, een wiegende intensivering.  Alle bleke snoeten van het Westen lijken sindsdien hun ziel aan de wolken te hebben gegeven, lichamen bestuurd door het hoofd, en niet vanuit de buik.

Ook denk ik aan de uitspraak van Moeder, die zichzelf op het einde van haar leven een vulkaan noemde die tot rust was gekomen, met een cirkel van as om zich heen. Ergens komt het me voor dat ik in de as zal gaan kamperen, en dat dit de grond is waaruit ik ben voortgekomen.

zondag 4 november 2018

Instagram

Ik was een beetje klaar met woorden, de afgelopen dagen. Er gebeurde best wel van alles wat de moeite van een blogje waard was, Nichtje L. werd 17 jaar en er kwamen tóch kaarsjes op het kleine taartje, dat moest vond ik voor het ritueel en nichtje miste het ook meteen. Ze kreeg van vriendje E. een reisje naar Parijs cadeau, verdient met werken bij Appie, wat nichtje ook doet. Parijs was ook het eerste reisje in een hotel dat ik ooit maakte met mijn vriendje vertelde ik haar, heel Parijs, de metro, de musea, alles staakte, maar wij waren voor het eerst samen in een hotel! 

De volgende dag was ik bij de Evensong die zo bleek, elke eerste zaterdag van de maand plaatsvindt. Het bleek een echte dienst te zijn met een dominee, ik dacht te gaan luisteren naar het koor waar de man van P. in zingt. De introitus, was prachtig, het koor kwam vanuit verschillende hoeken in de Stevenskerk binnen, de gewelven vulden zich en er waren best mooie liederen... maar voor het eerst sinds lang stak mijn oude allergie tegen kerk en geloof de kop op. Zó zwaar en God als zo veraf. De vertalingen uit de Bijbel nog in de oude kerkse taal, wat maakt begrijpelijke mensentaal dan toch uit. P. en ik  evalueerden na, met een glas wijn in een café: bij de katholieken is het glas half vol, bij de protestanten altijd half leeg.Hoe dat wellicht ook doorwerkt in jouw zelfbeeld.

Wat ben ik dan opgelucht om de volgende ochtend in ‘mijn' kerk te kunnen zingen: Zomaar een dak boven wat hoofden, deur die naar stilte openstaat. Muren van huid, ramen als ogen, speurend naar hoop en dageraad. Huis dat een levend lichaam wordt...ook hier maakt de uitvoering uit. Zoals een dominee dreigend kan articuleren: ‘De Heer God’, zo zetten twee gitaren als begeleiding zoals die er waren, een geheel andere toon, dan een heftig en bulderend orgel, zoals ik net op YouTube zag; het lied werd onherkenbaar...

Gisteren ben ik in een geheel in feestelijke herfst, windstil,geel beukenblad, vlammende bomen, door Sonsbeek gewandeld, de zondagse sfeer van flanerende mensen met honden en kinderen die bootjes wilden maken van de blaadjes. Ik moést weer eens naar de dierentuin, kijken naar de beesten die zo onveranderlijk bewegen en leven in de aard die ze zijn: de giraffe, de zeekoe, de gorilla’s, de olifanten blijven mijn favorieten.

Maar ik was best een beetje moe, had veel te weinig geslapen want tot diep in de nacht, de tijd vergetend op de bank gelegen met iPad. Ik ontdekte Instagram, als zijnde een leuke plek om al scrollend door mijn foto’s, er enige daarop te plaatsen. Met het criterium dat elke foto een heel specifiek gevoel op moet roepen, van toen ik deze maakte. Ik denk dat ik daar gevoelens ga verzamelen die in een beeld zijn vervat, zoals ik in dit blog ‘passiebloempjes’ verzamel in woorden. Het is nog steeds leuk om in mijn fotobestand te scrollen, ik maak altijd ‘live’ foto’s en op nichtjes verjaardag ontdekte ik door haar dat als je op een foto drukt, je dan ook geluid mee krijgt en nog meer beweging. Dus nu hoor ik weer de geluiden uit Londen, getjilp van vogels, flarden zinnen.

Ik ben er nog niet mee klaar, blijf in mijn foto’s kijken. Allemaal dankzij nichtje L., die ook het Instagram-account al twee jaar geleden ofzo aanmaakte. Daar dateren de eerste drie foto’s van. De rest is nu een mix, want er zitten ook zomaar vier foto’s van gisteren tussen. Wie bij Instagram zoekt op ‘mirjamreizi’ kan meekijken.

donderdag 1 november 2018

Blog zes jaar geleden

Ik weet niet hoe het gebeurde, maar ik kreeg plotsklaps mijn blog voor me van de maand november 2O12. Dat is dus zes jaar geleden... Het gaat ook over aqua alta in Venetië, zoals mijn vorig blogje hier en veel blogjes spelen zich af in het klooster. En ook het wijkcentrum dat toen groeiend aan activiteiten was. Ik zie twee zusters op een plaatje en de ene die vertrekt binnenkort naar het stadsklooster in Den Bosch en de andere werd abdis, maar is nu met een andere vrouw een eigen ‘kloostertje’ begonnen in het Westen van het land. Het zijn ook de twee zusters waardoor ik mij niet meer op een vanzelfsprekende wijze, op mijn gemak voelde in het klooster. Nu zijn ze er zelf weg. 

Ik lees hoe ik er me thuis voelde, in dat klooster... het was de tijd dat ik mij ook steeds maar afvroeg hoe ik er misschien nog meer zou kunnen zijn. En nu is alles veranderd en verdampt, het is een deel van mijn verleden geworden, waarbij ik weet daar niet naar terug te kunnen, maar wat ik wel altijd bij me draag...En rondom het wijkcentrum las ik pas in het wijkblad dat de door mij opgerichte gymclub nog bestaat, al vond een toenmalig SP gemeenteraadslid het maar niks, lees ik in een blogje. De fitnessruimte die ik er heb georganiseerd is nu overgenomen door de Sportservice van de gemeente, als zijnde een aanbod van hen...

Ook dat wijkcentrum is verdwenen uit mijn dagelijkse werkelijkheid en daar ben ik blij om, in die zin dat de soort beheerder die ik was niet meer mocht bestaan. Beheerders zijn een soort van vliegende keepers geworden, die gebouwen moeten openen, erop moeten toezien dat de regels worden opgevolgd, die de staat van het gebouw en de voorraad in de peiling moeten houden in een geüniformeerde gezamenlijk dezelfde wijze van handelen, zodat het niet meer uit hoeft te maken wie de cijfertjes invult of het telefoontje pleegt. Alles wat voor mij de kern van het beheerder-zijn vormde, is een taak van het welzijnswerk, zo werd de nieuwe mission-statement.

Geen klooster meer en geen wijkcentrum, maar ik herken de innerlijke bewegingen nog geheel, die zijn niet veranderd. En nog steeds zie ik die gebeuren in boeken en film, liedjes  en kunst... in de grond ben ik exact dezelfde gebleven, al ben ik verder afgedreven van het Bijbelse taalspel.

En zo doe ik hier onverwacht aan een soort van evaluatie. Ik lees nooit terug in het blog en denk dat ooit te gaan doen als ik immobiel ben en in de winter van mijn leven ben geraakt. Als ik dit mee zal gaan maken... Toch leuk dat dit blog er is. En nu even onverwachts inzoomen in het November van zes jaar geleden, ook. Voor het huidige november wil ik toevoegen dat ik vandaag een experiment heb gedaan omtrent de kastanje.

Hoe het kan weet ik niet, maar buiten de hekken van de speeltuin lagen drie grote hopen van kastanjebolsters en daarin zaten heel dikke grote glanzende tamme kastanjes. Met mijn voeten duwde ik die eruit en heb een tas vol geraapt. En dan? Ze poffen op een vuurtje zou leuk zijn, maar het regende. In Parijs worden ze toch gestopt in grote tonnen met een vuur daaronder? Dus ik heb dat in het klein nagemaakt, door kastanjes op een grillplaat te leggen en er een deksel op te doen.

Mmm, het resultaat waren gloeiend hete zachte kastanjes die ik met de notenkraker opende en met een theelepeltje uitlepelde, zoals je dat ook met een eitje doet. Zo zoet en warm. En zo zijn al die herinneringen van zes jaar geleden, eigenlijk ook wel.