maandag 28 februari 2011

Boer zoekt vrouw

Natuurlijk heb ik ook naar Boer zoekt Vrouw gekeken. Als het effe kan, dan wil ik graag het algemene volksvermaak. Alhoewel voetbal of schaatsen me geheel niet kan beroeren. Behalve als Nederland de halve finale bereikt. Het gaat me dan toch om de sfeer van het volksfeestje dat in de luchten hangt. Boer zoekt vrouw gaat om de liefde. Knap, hoe de KRO zo'n format dat ook heel plat kan zijn, boeren die met glimmende wasbordborstpartijen op hun tractors arriveren, heeft omgetoverd tot een queeste.

De queeste naar de Ware Liefde. Iedereen op zoek naar de Heilige Graal van het Geluk. De verhalen worden goed verteld, er is natuurlijk gekozen uit etmalen aan beeldmateriaal, en in elk verhaal zit wel een levensles vervat, zo blijkt ook uit de reunie. Boer Richard, een eigenheimer, wist meteen al welke vrouw het zou worden en liet de andere twee vrouwen dus voor niks op de boerderij komen. Wat zwarte dagen waren in de aflevering, had nu ook iets van een triomf. Hij was toch maar mooi zonder nadenken, zijn hart achteraan gegaan: een interressant stel, zij stewardess, hij boer: Met haar aan mijn zijde wil ik wel de hele wereld zien", zei hij met zijn grote glanzende ogen en zijn donkerbruine stem. En zij: "Ja, dan zie ik hem op de traktor en dan denk ik trots: dat is mijn man!"

Bij boer Gijsbert was wellicht hetzelfde aan de hand. Femke, die het geworden is, daar sloeg hij bij het bekijken van alle brieven, meteen al van op tilt. Hij is wellicht voorzichter en aangepaster als boer Richard. Dus zijn verhaal werd verteld in het kielzog van die van boer Frank: kiest de boer voor de ratio , namelijk het meisje dat op fietsafstand van je af woont of die helemaal in het puntje van Friesland woont?

Het verhaal van boer Frank leverde de fraaiste beelden op. Daar zat hij tussen een zee van witte geitjes: hij wist het echt niet meer zei hij terwijl de tranen over zijn wangen biggelden: hij zou zo'n andere toekomst krijgen: Anita moest nog 4 jaar studeren in het verre Utrecht en met de andere, daar kon het meteen huisje-boompje-beestje zijn. Wellicht gingen zijn tranen niet over de twijfel van het kiezen, maar eerder in het in no-time de controle verliezen over zijn eigen toekomstvisie. Want hij koos, geheel en al overtuigd en nu zéér verliefd, voor Anita.

Ach, en dan boer Marcel en boerin Annemarie, die het niet gelukt is om die Partner te verkrijgen. Boer Marcel wilde 'gewoon een lieve vrouw en een gezinnetje stichten', maar de vrouw die verliefd was stuurde hij weg en de vrouw die hij koos, die bleek toch niet verliefd te worden. Tja, hij had in zijn hoofd al een keuze gemaakt en toen kwam de liefdesverklaring van die ene vrouw en kon hij zichzelf niet meer bij stellen. Hij leek een zacht en meegaand type, maar ondertussen ging er op allerlei rare momenten zijn mobiel af, die hij dan ook nog eens ging beantwoorden. Eigenlijk fundamenteel niet openstaand voor het hier-en-nu en nu zit hij met de gebakken peren, zo lijkt de levensles.

Tenslotte Annemarie. Met haar had ik echt te doen. Ze was duidelijk nog van slag en had helemaal niet meer naar de reunie gewild. Zij deed heel erg haar best voor Adraan op de citytrip, ergens aan een zonnig strand. Van haar ging de roddel dat ze eigenlijk, nog niet voor zichzelf uitkomend, het roze gevoel aanhangt. Maar weet je wat ik denk: ik denk dit voor Adriaan geldt. Ik denk dat hij heel graag wilde, maar in de romantische slaapkamer in het hotel met Annemarie ontdekte dat hij niet kon. Waarom zou je anders al die moeite doen om mee te doen aan zo'n progamma? Een beetje man wil altijd, toch? ... Ach de liefde en al haar onbegaanbare wegen...

Mildheid

Wat een weekend was het, met dat koud, grijs regenweer. Zaterdag heb ik geschuild in de kapel van de Clarissen. We oefenden een nieuwe dans en daarna dansten zuster B. en L. en ik nog vrij, zomaar wat op-weg-zijn dansen, want een kring kun je dan niet maken. De laatse dans bracht me huppelend op zonnige landwegen, waar het ruikt naar hooi en het geluid van insekten om je heen zoemt. We moesten na afloop alle drie lachen. Toen zat ik anderhalf uur stil in de bank, werd alles gevuld met stilte en leek het welhaast of mijn geest zweefde in mijn lichaam.

De dag erop waren er chassidische muziek en verhalen in het Titus Brandsma Memorial, de kerk van de Carmelieten. Wat mis ik dan meteen de intimeit van de Clarissenkapel! Door muziek en dans nader tot G'd te komen, in de mystieke volksvroomheid der Chassdim was dit de konkinklijke weg, stond er in de aankondiging. Maar ik weet het niet hoor... het werkt voor mij niet. Iets in de muziek is zo aandringend aanwezig, zo aanhoudend en bijna opdringerig dat ik voordurend een gevoel van irritatie en wrevel in mezelve gewaar werd. Ook de chassidische grapjes snap ik niet. Gelukkig zijn er meer koninklijke wegen...

Zoals vanochtend bij de meditatie. Eenvoudig harp muziekje, de tekst, een half uur stil, weer muziekje en de tekst. Zo prachtig als het daarna nog stil is en je je gewaar wordt dat de eerste die spreekt en weer opstaat, dat wat er dan hangt in de ruimte, doorbreekt. Dus begint een ieder wat voorzichtige bewegingen te maken, houdt zich weer stil, en weer... Je rekt je weer langzaam uit richting de gewone tijd van de uren. Deze keer hing er mildheid in de ruimte, ik had de Engel van de Mildheid meegenomen:

Moge je het leven ten volle aangaan,
je zelf bevrijden uit angst, beklemming en verdriet.
Moge de Engel van de Mildheid je bij de hand nemen
en je levenspad begeleiden:
Elke bocht en elke beweging.

Moge de Engel van de Mildheid je doen ervaren
dat de liefde van God overal is
rondom je en in je en nabij.
Moge Gods zegen op je rusten,
moge je je laten dragen in zijn armen van mildheid.

Moge je Mildheid ervaren
wanneer de stilte je als een mantel omgeeft.

vrijdag 25 februari 2011

Umdenken

De boeking naar New York was mislukt. Wat nu? Weer opnieuw dat hele proces, op zoek naar een ticket, enzovoort ? Dat haalt iets van de eenmaligheid van zo'n soort actie weg. Dan moet je wel écht willen en ik met mijn altijd alles bevragende geest denk dan: waarom toch, is dat nou wel nodig, wil ik echt zo graag, wat levert het me op? Ineens bedacht ik me: Ja, ik wil. Maar gezien de hectiek aldaar, heb ik de buitenruimte nodig: een hele dag in Central Park met een boekje, die dingen. Dus dan blijft de zomer over om te gaan. En dan niet een week, maar zoals naar Peking, drie weken ofzo.

Oké. Exit NY. Voorlopig. Wat dan? Dat vraagt umdenken. De hele, halve wereld ligt open. Wil je wel weg? Raar toch, terwijl delen van de wereld in brand staan, om daar langs te zeilen, te vliegen irgendwann, irgendwo. Niet fysiek, doe je dat natuurlijk altijd here, there and everywhere. (waarom die deuntjes nu in mijn brein verschijnen, geen idee).

Ik vertrek! Over exact een maand. Ik heb een bekende weg geboekt: vliegen naar Malaga zoals twee jaar geleden, op het terras belanden van dezelfde hostel nabij de zee en daarna naar het voor mij onbekende Sevilla. Die ligt iets dichter bij de zee aan dezelfde rivier, de Rio Guadalquiver, als Cordoba. Twee jaar verder, de zee iets dichterbij... zoals je tijd verstrijkt. Heel misschien nog terug naar Cordoba, de stad, en de moskee met de rood-witte bogen, de Mesquita, die mijn hart veroverd heeft. Al moet je soms niet terug naar jou al dierbare plekken; het verleden heeft wellicht genoeg aan zich zelf.

Ik zie wel. Lente in Spanje... Sevilla heeft dat grote ronde plein dat in de Star Wars-saga een rol speelt. Daar lopen de wijzen en de leiders van die toekomstwereld door de zuilengangen te preluderen. Dat wil ik ook. Dat beeld van dat plein doet me gaan.

donderdag 24 februari 2011

3 D .. ? ..

Bij DWDD was er deze avond een 3D-printer te zien, het nieuwste van het nieuwste. Matthijs van Nieuwkerk kraaide dat wat we nu zouden gaan zien over tien jaar tijd natuurlijk totaal belachelijk zou zijn, terwijl het nu welhaast onbegrijpelijk is, dat het kan: je stopt een ontwerp van een voetbalfluitje in de computer en het verschijnt, nu twaalf minuten later, gewoonweg in de werkelijkheid.

Dus iets wat er nog nooit in het écht bestaan heeft, kan zometeen wel geprint worden. En alles wat er al bestaat, bijvoorbeeld een uniek ontwerp van iets, dat kan straks zomaar gereproduceerd worden. Een dure Italiaanse schoen die kopieer je straks en hoe zal dat gaan met copyright, dat wordt vele malen ingewikkelder dan nu al met muziek aan de hand is, we gaan nog enerverende tijden tegemoet, voorspelde internetjournalist Alexander Klöpping.

Het gaat heel, heel hard met de wereld. De Facebook-generatie genereert het omverwerpen van regimes. Bij een varken is al gereproduceerde eigen huid getransplanteerd. Nog even en we scannen organen, handen, ledematen en plakken die weer aan ons eigen lijf. In de nanotechnologie is het al mogelijk om totaal onzichtbare microfoontjes overal neer te planten, te strooien, te kleven; hoe vind je nieuwe woorden voor deze versnelling, verkleining, de reproductievermogens?

Het lijkt ineens bijna ouderwets om in een vliegtuig te stappen en jezelf te verplaatsen in zo'n ding met vleugels. Tegenwoordig kijk ik al een beetje naar foto's en filmbeelden op een 3D-manier: niet als platte plaatjes, maar zó dat je in het afgebeelde gaat lopen of languit in het landschap gaat liggen. Er gebeurt dan iets geks met je, het intensiveert je beleving. Bij de Toystory-figuurtjes had ik ook al zo'n merkwaardige sensatie: dat ik er nu eentje in handen had: dat wat fantasiespeelgoedjes zijn, die tot leven komen en nu ineens overal aanwezig waren: een dubbele incarnatie.

Straks kun je een foto van iemand 3D laten aftasten en dan een poppetje maken van iemand die je nog nooit in real-life gezien hebt en die bij je op tafel zettten. Die hele scheiding tussen virtueel en echt, die wordt ook steeds dunner. Volgens Alexander Klöpping speelt de kern van het leven van veel jongeren zich op het internet af: daar zijn ze 5 tot 6 uur per dag, dat is al hun vrije tijd, op aanwezig.

Nu heb ik nog altijd geen computer thuis en een dode mobiel. Dus wat ik me allemaal in mijn hoofd haal, daarvan bestaat nog geen fractie in 3D. Bij mij thuis. Maar wel ergens anders. Is dit blog van mij, alhoewel ik het nog nooit in huis heb gehad? Bezit ik het? ? ? . .? . .

Groeiende liefde

Kom ik in het klooster, vraagt zuster B. of ik een uitnodiging wil ontvangen om te oefenen voor het dansen in de vigilie-vieringen. Ja!, zegt zuster C. dat de nieuwe koffieketel goed bevalt en of ik misschien weet of je 'm ook extra kunt programmeren, nee dus, zie ik met mijn deskundige wijkcentrumblik, zegt zuster M. dat ze wel een idee heeft voor de invulling van de leesgroep van volgend seizoen, maar ze weet niet of het geschikt is, of ik mee wil kijken, Ja!, zeg ik tegen zuster C. dat ik haar binnenkort weer de teksten mail die zij uitspreekt bij de meditatie. En zo kan ik er elke keer niet omheen dat er meerdere draden zijn die mij verbinden met De Bron.

Buiten het klooster en dat is meestal dus, maak ik bijna dagelijks de exercitie in mijn geest om zonder God, of de christelijke beelden van God, te leven. God is maar een woord...maar zonder woorden kun je ook niet. Het vuur blijft branden door een innerlijke dynamiek en die kwam gisteren middag voorbij in het Testament van Clara. Ze zegt:

En omdat gij uit de liefde van Christus elkaar liefhebt,
zult gij die liefde die gij in u hebt
metterdaad naar buiten toe tonen:
door dit voorbeeld aangemoedigd
zullen de zusters voortdurend groeien
in de liefde van God en in wederzijdse liefde.

Liefde... ook dat is een mooi en moeilijk woord. In het latijn staan er twee woorden Amor en charitas; de naastenliefde. Amor, in het rood, dat is de liefde in je, die in Clara's beleven ook van God komt. Wie stil is en het toelaat, die kan dat ervaren: er is een overweldigende liefde die naar jou toe komt, waar je niks voor hoeft te doen, een liefde die jou verwarmt, die jou geheel accepteert zoals je bent, die niks vraagt, die jou de grootse verbondenheid toont van jou met elk ander, met alles wat leeft en beweegt, een bron van oneindig mededogen. Die liefde heeft ruimte nodig, die jij kunt geven door alles en al het andere daarin op te nemen, door die 'metterdaad naar buiten te tonen', zoals Clara dat verwoordt en dan kom je uit bij de naastenliefde... en die valt natuurlijk helemaal niet mee. Al helemaal niet in een communiteit waar je alles met elkaar deelt en je ook 'opgescheept' kan zitten met medezusters waarmee het helemaal niet klikt, zo bleek in het gesprek dat volgde.

Deze communiteit praat veel met elkaar en ze beginnen elk groepsgesprek met het lezen uit een stukje van het Testament en het onsteken van een kaars, vertelde R. de abdis me onlangs. Ook weet men van elkaar wie men is in het Enneagram, waardoor het makkelijker wordt om met elkaars verschillen te leven en open te blijven staan naar elkaar. Elkaar liefhebben zonder daar zelf iets voor terug te vragen, gericht op groei die wederzijds is. Ik vind dat razend knap.

woensdag 23 februari 2011

Gecastreerd

Met vriend E. die priester is, óók priester is wellicht toepasselijker, want hij is ook vader en opa ondertussen, en nog heel veel meer, gebeurt het toch regelmatig, dat ik fel wordt over die katholieke kerk en die hele wijze van omgaan nu, die verdoezelingstaktieken ben ik geneigd om hier op te schrijven, omtrent het seksuele misbruik. Wie het op dit moment opneemt voor kerkelijke prelaten en hen vergoeilijkt, die kiest mijn inziens de verkeerde kant.

- Waarom investeer je zoveel in kwaadheid? vroeg hij mij. Wat is nou het verschil met misbruik in andere instellingen? Justitie bijvoorbeeld, al die ellende daar... E. kan het weten want hij is jarenlang pastor in gevangenissen geweest. De kerk is van een geheel andere orde! roep ik dan, die bestrijkt van oudsher alle levensgebieden. Die heeft invloed gehad op de wijze van kijken over de vrouw, homoseksualiteit, die dicteerde wat goed en slecht was, die is in alle intieme, persoonlijke levenssferen aanwezig geweest.

Gisteren beluisterde ik voor het eerst Sacrificium met als ondertitel: The sacrifice of hundreds of thousands of boys in the name of music. Het is een cd waar Cecilia Bartoli de bijna vergeten muziek die speciaal voor castraten is gecomponeerd, weer tot leven brengt. Heel mooi. De film Farinelli over het tragische levensverhaal van deze castraat, zeker al twintig jaar geleden, is me ook altijd bijgebleven.

In het bijeengesloten boekje lees je dan dat de kerk aan de oorsprong van deze castraten ligt. Vrouwen mochten niet zingen in de kerken want in 1 Cor 14;34 staat dat vrouwen hun mond moeten houden en niet mogen spreken. In 1668 zendt Paus Clement IX een dekreet uit: ''No female person shall deliberately learn music in order to be employed as a singer", waarna ook alle vrouwenstemmen verdwenen uit de vroeg barokke theaters.

Drie eeuwen lang hebben castraten de leemte van de geen-vrouwenstem-mogen-horen opgevuld. Castraten: dan worden je ballen er dus afgeknipt, je hebt geen sexuele gevoelens meer, je leven is voorgoed verminkt. Ook hier opnieuw die dubbele, letterlijk verknipte moraal van de katholieke kerk: in Vaticaanstad mochten er geen operaties voor castraten worden uitgevoerd, maar 23 Pausen door de eeuwen heen, hebben er genoten van de castraten in de Sixtijnse kapel.

Tja. Zeiden al die pausen en prelaten wellicht ook, zoals Simonis, Wir haben es nicht gewusst? Zo'n stukje voor mij onbekende geschiedenis vertelt het me weer opnieuw: de katholieke kerk is in haar mannelijke hierarchie aardig verknipt. Elk moment weer, als er geen plek wordt gemaakt binnen de gelederen voor vrouwen, homo's, kinderen, seksualiteit, muziek, dan is het een kerk die zichzelf castreert.

dinsdag 22 februari 2011

Beeld

In welke mate is het beeld, veel meer dan woorden doorslaggevend om een reis te gaan ondernemen? Een foto van een prachtige zee, een ruïne, een dorpje, een olijfboomgaard: reden om af te reizen, veel meer weet je meestal niet. Onlangs kwam mij een afbeelding voor ogen van Johannes Kelpius. Ik viel meteen voor hem, een zachte, kwetsbare, ontvankelijke blik. Een hand die licht het hoofd aantikt, alsof het zegt: Ben ik wel goed wijs? Wat denk ik nou, wat voel ik nu, wat wonderlijk! Hij blijkt een mysticus te zijn uit de 16e - 17e eeuw en zijn houding nodigt je uit om eventueel een reis naar hem te willen ondernemen.

Zo werkt verliefdheid. Niet je ratio, maar je lichaam schijnt te beslissen of je in iemands vaarwateren wil gaan zwemmen, blijkt uit recentelijk onderzoek. Je weet zo goed als niks, maar je wordt naar elkaar toegetrokken. Johannes Kelpius deed me meteen denken aan die van de oudste afbeelding van Cimabue van Franciscus, in de kerk van Assisi. Zou degene die Kelpius heeft afgebeeld, geinspireerd zijn door afbeeldingen van Franciscus? Hetzelfde soort broos, klein mannetje met een sterke blik. Zó ben ik, alweer meer dan 10 jaar geleden, in de Franciscaanse beweging verzeild geraakt.

Ik zat op een Zondag in de bieb, sloeg een krant open en keek recht in zijn ogen. Ofwel zijn ogen keken mij vanuit de twaalfde eeuw aan. 'De Advertentie' heet het in Franciscaanse kringen. Zéér veel mensen zijn zo op zijn spoor gekomen. Zomaar een plaatje, een beeld, je weet van niks, maar je gaat op pad, het eindpunt is ombekend. Er zijn kloosterroepingen uit voort gekomen en je kunt niet zomaar meer terug.

Vriend E. en ik bereikten afgelopen zondag het eindpunt van het Ludgerpad: een boom in Aalten, de Ludgerboom, nabij een kerk. Een lindeboom en bij dit woord stel je je een beeld voor van een grote schaduwrijke boom, die royaal haar takken spreidt met een stam zo dik dat je er met zijn tweeën tegenaan zou kunnen zitten. Maar de boom viel tegen. Santiago de Compostella stelt ook heel veel pelgrims teleur.

Maar wijs geworden van de reis weet je dan: het gaat niet om het einddoel, het gaat om de weg die je aflegt. Er is een beeld dat roept, waarvan de inhoud alle woorden overstijgt.

maandag 21 februari 2011

Altijd verder

Gisteren had ik op nog geen één muisklik na, een vliegretour naar New York geboekt. Alles ingevuld, druk op 'reserveer; en toen kwam er geen nieuw schermpje meer, daar waar ik had moeten betalen. Bij hapering zou er binnen een werkdag contact worden opgenomen. Die dag tikt nog . Poeh. Zou ik nu wel of niet rond mijn verjaardag op het einde van Maart in NY belanden? 'The Big Apple': ik schamp er steeds net langs, zonder erin te kunnen happen.

Ik besloot naar de Waal te wandelen. Het landschap waarvan ik tegen vriendin W. in Nieuw Zeeland, waar eerst een hittegolf en nu weer een aardbeving het gemoed beheerst, zei, toen we langs de oever wandelden, dat dit is waar ik zeer veel heimwee naar zou hebben, als ik zou gaan emigreren: die rivier die voor je ogen stroomt, altijd verder naar de zee. In het zonnetje, op het zand buiten de wind, bij een krib was het onverwachts aangenaam zitten. Ik sloeg een boekje open:

De Tijd, de grote beeldhouwer van Margritte Yourcenar, eindelijk antiquarisch gevonden, een van de weinige werken die ik nog niet van haar gelezen heb. Het zijn korte essays en mijn oog bleef hangen bij De adel van het falen, toepasselijk wellicht, nu het me net niet gelukt was om een reis naar NY te boeken. Maar dit was wel eventjes van een andere, veel grootsere orde. Het gaat over de kunst om in het uur van je dood, gracieus te sterven.

En over zelfmoord in de Japanse cultuur. Hoe samurai de dood zelf kozen om hun eer te redden: harakiri en seppuku, heet dat en dat ze dan vlak voor het monent supreme aan het dichten sloegen. Een vers uit de 10e eeuw: Wanneer de westenwind mij aanwaait, O pruimenbloesems,
Zendt mij je geur! Vergeet de lente niet Al zal je meester er niet meer zijn.

Ook in de 20-ste eeuw, is deze stijl van doodgaan, zou je kunnen zeggen, geen doodstrijd, maar je als het ware laten vallen in het onbekende, nog geheel in zwang. Een 21-jarige Japanse kamikazepiloot in 1945, dichtte vlak voor het opstijgen: Als we mochten vallen / als de kersenbloesems, / zo zuiver, zo lichtend...

Doodgaan, af sterven, afscheid nemen, het leven dat faalt en in gebreke blijft. Je maakt het altijd en overal in het klein en in het groot, telkens weer mee. Een keer een diepe zucht slaken, het verdriet en eventueel de angst en paniek daarover, méé wegzuchten en verder gaan naar dan maar een andere bestemming. Als ik niet in NY kom, dan wel in de zon aan de oevers van mijn geliefde rivier.

zaterdag 19 februari 2011

Zwoegen

Nee, dit is geloof ik niet aan mij besteed: modeltekenen met houtskool. Zo kloppende mogelijk makend, het model mag niet zweven, te lange of te korte benen hebben, de romp niet te uitgerekt en het hoofd niet te groot, want dan wordt het een kinderhoofd, een jong meisje.

De richtlijnen zijn: men trekke een loodlijn van de kruin naar de linkerbinnen hiel. Dat verdeel je in acht gelijke stukken. Het hoofd is een achtste deel, bij je kruis dat is het midden. Die loodlijn moet doorlopen, want zo gaat de afgebeelde pas echt staan. Als het model zit, dan gebruiik je de cirkelzaag: je zaagt de armen en de benen dwars door bij elk achtste partje, zet ovaaltjes op het papier, je verbindt ze en zie; alles zal weer gaan kloppen.

Die combinatie van rekenen en tekenen, meten is weten, ik word er helemaal kriebelig van. Geef mij maar kleur en kliederen, beetje bij beetje op het papier zelf een werkelijkheid zien verschijnen, dat het gebéurd. En zo zegt drie uur zwoegen weer veel over mezelve: ik kijk en geniet liever van de wereld om mij heen, dan dat ik die wil vangen.

vrijdag 18 februari 2011

Ontwaak !

Het is me maar een keer, ooit gebeurd: willen weglopen uit een film omdat ik zo ongeveer in slaap viel. Dat was Lost in Translation, van Sophia Copolla. Ik raakte ter plekke verloren in ik -weet- niet- wat. De film was een soort hype toen, iedereen ging, iedereen vond het geweldig en ik dacht: waar gáát dit over? Over niks. Twee mensen, elkaars voorbijgangers, reizigers, ontmoeten elkaar per toeval in Tokio. Ze spinnen een soort cocon om zichzelf heen omdat ze zich kennelijk zo ontheemd voelen in die vreemde stad.

Ik begrijp de film nu beter. Het raakt, denk ik, de sfeer waar veel mensen zich regelmatig in bevinden: ze doen wel allerlei dingen, maar in een soort slaaptoestand. Ze maken een ieniemieni universum om zichzelf en enige anderen heen, maar niks raakt écht, heeft consquenties, een soort van leegte van verveling en eenzaamheid hangt in de lucht. Tegelijk is het een situatie van een soort tijdloosheid, het is een soort vagevuur, alles is onbestemd en hoeft geen betekenis te hebben: een ruimte met aan de ene kant een deur die naar de hel gaat en daar tegenover eentje die de hemelpoort is. Kan je kiezen?

Een toestand van de on-dode, de niet-gekende, de bijna-dood-levende, die is er ook wanneer men vast zit in de rol die men vindt, dat die bij je hoort. . Daar waar je zelf geen betekenis kunt geven aan wat dan ook, omdat je omgeving dat voor jou bepaalt. De film Marie Antoinette die ik onlangs zag, van dezelfde regisseusse, vertelt als de bijna andere zijde van de medaille van Lost in Translation, een soort binneste buiten omgekeerd, over hetzelfde.

Aan de buitenkant een kostuumfilm in pastelkleuren, snoeperig en feestelijk verpakt, een lust voor het oog. Lost in Translation was eerder slaapverwekkend saai , deze film is opgewekt, techn-icolorachtig mooi. De film volgt de Oosterijkse Marie Antoinette die naar het Franse hof getransporteerd wordt, in Versaille zich wentelt in luxe en decadentie, maar niet gelukkig is en uiteindelijk met haar moeizaam uitgebroedde gezinnetje moet vluchten, want het wordt Franse Revolutie.

Vals geciteerd, want ze schijnt het nooit gezegd te hebben, kleven aan haar de woorden: Let them eat cake!, als reaktie op het hongerende volk dat in armoede leefde.
Zoiets dat is toch de onmacht ten top. Een voorbeeld in pure vorm, hoe je gevangen wordt in de wereld van anderen door iets wat je zelf nooit gezegd en gedaan hebt. De absolute onmacht daarvan: ik citeer het hier weer, de film laat het haar zeggen, omdat het in de geschiedenisboeken is belandt, maar wel al in negatie: Marie Antoinette , die is bekend geworden door een uitspraak de ze zelf nooit gezegd heeft: Laat ze maar taart eten!

Dit soort gebakjes zijn als rattengif, zoals de boze stiefmoeder, vermomd als heks, dit stopte in de appel voor Sneeuwwitje. Ook in dit sprookje kan de hoofdpersoon het voor haar uitgestippelde lot niet ontwijken: ze is al verborgen in het bos bij de zeven dwergen , weg uit de nabijheid van haar boze stiefmoeder. Maar die vindt haar toch, door haar alziend oog van het Spiegeltje aan de wand en werpt haar in aan voor-altijd-bedoelde-altijd-durende slaap.

De slaaptoestand van Sneeuwwitje is dezelfde als die van Marie Antoinette, is dezelfde als die van de twee reiziers die als slaapwandelaars in Tokio verblijven. Wie is de prins op het witte paard die hen wakker kust? Dit oerbeeld, dit icoon, toont ons verlangen om gered te worden, om echt wakker te worden, om te gaan leven. In het Christendom is Jezus zo'n prins op het witte paard en Boeddha is het voor de Boeddhisten, hij zegt het letterlijk: ontwaak!

Ontwaak! I want to break free, zingt Freddy Mercury van Queen. Ontworstel je uit je eigen gesponnen coconnen en wordt een geheel ander. Metamorphose: word van onbeduidende lelijk verfrommelde rups, een vlinder. Zolang er liedjes, sprookjes, verhalen en films over gaan, zo lang slapen we nog. Tenminste in een gedeelte van ons leven.

donderdag 17 februari 2011

Licht zingen

Vanochtend werd ik wakker met de woorden: Zing! Tegen de klippen op, zing! Nu kan ik niet zingen, tenminste niet zuiver, dus dit is een wat sneue oproep. Wat zou ik graag willen kunnen zingen! Ik kreeg onderwijl een architectonische rondleiding in een gebouw dat wel wat weg had van het nieuwe museum voor islamitische kunst in Qatar, gebouwd door de Chinees-Amerikaanse architect I.M Pei, waar onlangs een documentaire van was op de tv. Hij wordt ook wel de architect van het licht genoemd.

Zijn gebouwen waren me al eerder opgevallen: van zijn hand zijn ook de glazen pyramides bij museum het Louvre en de grote toren in de vorm van een bamboestengel in Hong Kong, geheel volgens Feng Shui-principes gebouwd. Hij, nu 91 jaar, heeft met opzet gebouwen over de hele wereld ontworpen omdat dit voor hem meteen een uitdaging is om zich te verdiepen in de kunst en cultuur, aldaar. Van daaruit ontwerpt hij iets wat geheel passend en in samenspraak is met die cultuur. Dan ben je letterlijk en figuurlijk een architect van het Licht.

Een architect van het licht... Oost en West en Islam... wereldburger zijn... zingen... Hoe je brein je eigen dierbare thema's aan elkaar weeft in een droom. Nichtje L. zingt wel heel zuiver, heeft privézangles en had het lied van De Kleine Zeemeermin uit Walt Disney's gelijknamige tekenfilm ingeoefend en de regels die me raken daarin zijn:

dat is mijn wens
net als een mens
bij hen te zijn...

Herman Hesse zegt in Demian in het eerste hoofdstuk dat veel mensen nooit echt mens worden. Ze blijven half mens en half vis. Of kikker, hagedis of mier. Dat wil je niet. Dat gun je mensen niet. Deze regels vol verlangen om helemaal mee te kunnen doen, te kunnen wandelen, op een strandje kunnen zitten, bíj de mensen zijn: Een nieuwe generatie in mijn familie zingt dat weer uit. Bij haar niet tegen de klippen op, gelukkig niet.

Op het strandje aan de Waal scheen de zon en de katjes bloeiden. Ik heb ze bij de rode tulpen gestoken; een voorbode van de lente, een nieuw begin. Zilver-witte katjes en rood: de kleuren van de vlag van Indonesië, het dierbare vaderland van Vader. Dat we architecten van licht mogen zijn: samenspraak dat dan vanzelf zingen wordt, een en al levensadem vol licht, rust en ruimte. Wordt mens.

dinsdag 15 februari 2011

Paradijs

Het Paradijs, daar begint het allemaal mee, volgens de Bijbel. Daar zijn Man en Vrouw gemaakt en ze leefden in een prachtige tuin, met alles voor handen, rijke bomen en vruchten, geen gebrek en alles volmaakt, totdat Eva van de appel at. Sindsdien verlangen we allemaal terug naar het paradijs, we zoeken het en soms zijn er momenten dat het er zowaar zomaar is. Hoe zien die momenten er dan uit?

Het is interressant om in het boek Visions of Paradise (Zie vorig blogje; te koop voor 4,95 euri) te zien wat voor een foto, die fotografen die vaak de hele wereld bereisd hebben, uitzoeken. Ze zijn te verdelen in verschillende categorieën. Allereerst dat wat je meteen erbij associeert: mooie landschappen: kristalhelderblauw water en een palmboom, de gele vlakten van Montana, grazige groene glooiende weiden zover als het oog reikt in Nebraska. De ongereptheid van bergen en sneeuw, een vredig verborgen dorpje op een vruchtbare groene heilige plek in het oerwoud.

Dan zijn er foto's die verwijzen naar de tijd en het leven dat er was of er nog zal zijn lang voor en na je eigen leven: dinosaurusvoetstappen in de rotsen in Patagonië, witte stammen van een eindeloos berkenbos, waar de fotograaf maar per toeval tegen aan keek omdat de auto pech kreeg op een landweg in Rusland, de tekeningen van de stieren in de grotten van Lasceux.

Een heel andere categorie wordt gevormd door uitzondelijke en unieke plekken op de wereld die de fotograaf voor ogen zag. Onverklaarbare zandcirkels in de woestijn van Namibië, terwijl er een kudde wild doorheen gaat, de afdaling in een immense grot, 2 km diep waar vogels in huizen, die elke dag door een opening naar buiten zwermen, een witte sneeuwwolf die plotseling opdook terwijl men naar vis onder het ijs hengelde, twee wazige contouren van kamelen in een gele zandstorm, een sneeuwluipaard dat na lang zoeken ineens recht in de camara kijkt.

Weer heel anders zijn de momenten van onverwacht evenwicht en harmonie: waterbuffels die pal achter elkaar door een modderige stroom zich een weg banen in het regenwoud, de stilte van het landschap van hokkaido in Japan, een rollercoaster in de vroege mistige ochtend en twee mannen die de hele baan aflopen op zoek naar losse schroefjes.

Of daar waar mensen op voorkomen en een paradijselijk vroeger in herrinnering brengen: de vader van een fotograaf met een kanjer van een vis, de herrinnering thuis brengend dat hij dat als jongetje zwijgend deed met zijn vader; samen uit vissen. Een moeder en zusje dat via een speciaal procede wazig in beeld opdoemt, de onschuld van de jeugd, toen alles nog ongecompliceerd was.

Dan zijn er foto's waar het paradijs net uit handen is gevallen of weer gerealiseerd zou kunnen worden, op de drempel: een olifant die een indringer uit het territorium verjaagd, een meisje dat dromend naar de skyline van NY kijkt waar geen Twin Towers meer zijn, mensen in Dafur die bij een boom omhoog kijken naar een vliegtuig waar het eten als manna moet gaan neerdalen...

Enfin. Het paradijs en de hemel hebben van oudher een religieuze klank, maar opvallend in dit boek is, dat er maar drie foto's zijn, die daar een beetje naar verwijzen: een uitgehakt wak in kruisvorm in Ijsland, waar een dopeling ondergedompeld zal worden. Een fotograaf die een keer per jaar een week op retraite gaat in Mont Sant Michel, maar s'ochtends vroeg foto's maakt, het klooster als een vage schim in het water geprojekteerd. Een sjamaan die op een trommel slaat en de hel of de hemel tevoorschijn kan halen.

Sommige fotografen zeggen dat het enige echte blijvende paradijs alleen maar in jezelf te vinden is en er dan ook altijd is. Zoals dat zelfbewuste Zuid Afrikaans jongetje met een speelgoedauto in zijn hand. Of die oude man die nauwelijks eet en zijn leven lang bijna altijd op het water te vinden is. Drijvende mensen, gelukzalig gekoesterd door de zon, een bloemetjesjurk die wappert aan twee wasknijpers na een lange dag op zoek naar voedsel in Eritrea.

Ach, het Paradijs... het is er: altijd verder, net niet overal, als glimp, een moment, wanneer je je verbindt met het verre verleden of naar een horizon kijkt die altijd wijkt...

Boekenfestijn

Aanvankelijk liep ik naar binnen zonder 'boekentrolley', een blauwe diepe mand op rolletjes, zoals je die nu ook bij de AH hebt. Maar ik had amper een rij met boeken doorlopen en zag daar het zware koffietafelboek Visions of Paradise liggen met allemaal foto's van National Geograpic fotografen aan wie gevraagd was om een foto wat voor het hun visoen op het paradijs is. Dus ik keerde terug op rasse schreden, heb uren en uren rondgestruind en nam uiteindelijk zoveel boeken mee als dat ik in twee tassen kon tillen.

Het was 'Boekenfestijn', de centrale boekhandel doet aan uitverkoop, vult daar een hele hal vol mee en de kortingen lopen op tot 90 %. De vorige keer had ik alleen maar Harry Potter meegenomen, maar nu! Het kon niet op. Twaalf boeken waaronder nog meer koffietafelboeken. De hele wereld ligt nu open, waaronder China en New York door National Geographic en hun keuze van de beste foto's sinds hun bestaan. 356 foto's, voor elke dag eén, van sterrenstelsels en astronomische wederwaardigheden, een kunstboek over de digitale studio's van film en computergames, over Osamu Tezuka, de God van de Manga (zie blogje Brandon Ayako in Januari).

Aan mijn boekenkeuze zie ik waarmee ik nu bezig ben: een boek over iconen en een boek over spiritualiteit van de gemoedsrust deed ik toch maar weer weg op het einde, dat ken ik toch al wel. Maar de wereld in al haar verscheidenheid in beelden en foto's, de mogelijkheid om in zoveel uithoeken tegelijk te zijn, werelden te creeeren met de nieuwe digitale techniek: dat geeft me een gevoel van opwinding, die kant gaat het op met de menslijke geest: we moeten ons bevrijden van rechtlijnig denken en het vertellen van maar eén verhaal.

De wereld van nu is een gigantisch vat vol mogelijkheden en daar in aanwezig zijn zonder daarop de plakkertjes te plakken van waar en onwaar en er niet overheen te scannen met een vogelperpectief, maar af te dalen, stil te zitten, het tot je nemen, kauwen en herkauwen, terwijl de rode tulpen in de vaas bijna voor je ogen groeien, de eerste sneeuwklokjes in de tuin bloeien en de mussen zich erg druk maken over een oud bolletje brood met salami dat ik naar buiten had gegooid: Ik was twee dagen ondergedompeld in een boekenfestijn.

zaterdag 12 februari 2011

Eindigheid

- Ik ga gewoon rustig door, zegt R. vrijwilliger van wie nu al meer dan drie kwart jaar, van de hem nog toegezegde maximale twee jaar van leven, verstreken is. Deze week vertelde hij dat zijn been soms weigerde om met kracht het gaspedaal van de auto in te trappen. Zijn zus, die er ook van weet en in het geheim heel rijk is geeft hem nu haar automatische auto en koopt zelf een nieuwe. Omdat een andere broer van niks weet en dit belachelijk vindt, heeft zijn zus, die broer gezegd nooit meer te hoeven komen.

In het wijkcentrum vertelt R. dat het van de suiker komt en dat er niks aan te doen is. Maar iemand anders met suiker vroeg door, kwam met suggesties voor oefeningen, dacht dat de dokter iets over het hoofd zag. Ik vluchtte het rookhok uit, ik kon het toch niet goed aanzien hoe R. het geheel kloppend probeerde te maken.

Net van te voren hadden we het er nog over gehad. 'Uitval', dat was een van de tekenen dat het gezwel in hem zich zou kunnen uitbreiden, dan zou het gaan drukken tegen vitale funkties, met verlammingsverschijnselen en haperingen als gevolg, zo had hij me eerder verteld. Maar hij had liever dat ik het nu geen uitval noemde.
- Onkruid vergaat niet zo snel, zegt hij.

Ik had gehoord dat zijn plan om , wanneer hij zijn eind voelt naderen, zich dood te spuiten met een overdosis insuline geen goed idee is. Dat je er wel twee, drie dagen in krampen van kon liggen met veel pijn.
- Dat wil je je omgeving toch ook niet aandoen? Dat is geen gezicht.
- Nee, dat is waar... dat moeten we niet hebben, sprak hij, in een keer zacht.
- En je moet het wel aan Cis vertellen, dat doe je toch nog wel, he?...
- Ja, maar nu nog niet, nu nog niet...

R. heeft een heel grote mond, is stoer en houdt zich sterk en groot. Zijn vrouw zei net van tevoren, terwijl R. flink zat te kuchen, dat sommige verkoudheid nu een maal nooit meer over gaat. Verkoudheid: daar lijkt het op, het hoesten van R. en zijn benauwdheid. Hoe de macht van woorden het menselijk brein misleiden kan en de echte waarheid net niet ten volle raakt. Ergens weet C. dat R.'s verkoudheid een blijvertje is.

Soms denk ik, dat het enige wat R. wil en doet is steeds maar bij C. blijven, dicht in haar buurt. Dat hij daarom taken en klusjes verzint in het wijkcentrum omdat C. op sjoelen, kaarten en handwerken zit. Het is schrijnend om het te moeten aanschouwen: hoe er iets van tederheid en zachtheid in de blik van R. is, als hij haar met zijn ogen volgt en dat C. helemaal van niks weet.

vrijdag 11 februari 2011

Olvarit-Mubarak

Gisteravond kon ik niet van de tv weg, toen bleek dat Mubarak wellicht zou gaan aftreden. Die lichtplek van dat Tahirplein, met allemaal overdekte tentendaken van zeilen, waar al winkeltjes en internetverbindingen aanwezig schijnen te zijn, die mensenmassa die, als je je ogen dichtkneep net leek op een sterrenhemel die gigantisch flonkerde. Zou er straks vuurwerk van vreugde weg schieten? Dus ik belandde in afwachting van de toespraak in het progamma Keuringdienst van Waarde.

Er werd naar potjes babyvoeding gekeken. Olvarit: ik heb daar mijn zusje ook nog hapjes van gevoerd en E. en M. Smerig vond ik het meestal als ik een muizenhapje proefde. Nu hebben ze ook nog een nieuwe lijn uitgezet. Babies' smaakpapillen moeten al vroeg ontwikkeld worden dus ze kunnen nu Beef Stogannoff met veldsla en gebakken aardappeltjes voorgeschoteld krijgen, een ovenschotel van provenciaalse groenten, aubergine en thijm, Japanse teryaki. Allemaal opgediend als een vette klodder ongedefinieerde smurrie, want babies hebben tenslotte nog geen tandjes.

Eentje liep er op een koksbeurs en topkoks als Cas Spijker en Joop Braakhekke mochten proeven en geen eén kon ook maar iets van een smaak thuis brengen. Een ander ging met een baby op de arm naar een chefkok in Limburg, kijken wat die ervan vond. En weer een ander sprak met de reclamemevrouw van Olvarit, die meldde dat deze exquise gerechtjes naast de ordinaire worteljesstamp en spinaziehap gegeven konden worden.

Uiteindelijk kwam het hoge woord eruit: de namen op de Olvaritpotjes waren fantasienamen. Zelf kon ze desgevraagd ook geen smaak thuis brengen. De chefkok in Limburg maakte de hapjes klaar die hij zijn kinderen vroeger voorschotelde: Aardpeerpuree en worteltjes , waarbij je eerst het sap eruit perste met de sapmachine en de overgebleven pulp kookte en het geheel met elkaar mengde: heerlijk! Pure wortel, dus. Babies leren smaak, door smaken te kunnen onderscheiden en niet omdat ze zo jong zogenaamde Beef Strogannoff naar binnen geduwd krijgen.

In wat voor een rare maatschappij leven wij toch: pure volksverlakkerij waar jonge ouders verleid worden om zich te wentelen in Het Beste voor Baby. Net zoals je bij de dierenarts voordat je het weet honderden euro's kwijtraakt en er straks animalcops zijn omdat het Westen zich in de dekadentie van de overvloed wentelt en dieren menslijke trekjes geeft met een eigen garderobe, schoentjes en sokjes en al.

Wat een contrast met de maatschappij daar, in Egypte. Waar mensen behandeld worden als dieren en Mubarak ze die avond inkapselde in flemende woorden. Geen vreugde vuurwerk, maar schoenen die uit frustratie de lucht in werden gegooid. Kwaadheid en onmacht die via de mond en stem van een Egyptische politicologe bij Pauw & Witteman ineens zo duidelijk aanwezig was op Nederlandse bodem.

Zou het vandaag Vrijdag, Vechtdag zijn in Egypte? Is het presidentieel paleis al bestormd? Laten wij in Nederland onze eigen hersenpan eens bestormen. Kijk een keertje wat daarin fantasie, illusie en decadentie is. Wees daarna Godsgruwelijk blij dat je leeft in een Westerse democratie. Hoop vervolgens dat Olvarit-Mubarak en andere diktators zullen verdwijnen en men stapje voor stapje de smaak krijgt voor democratie en voor wat eenvoudig en echt is.

donderdag 10 februari 2011

Geleefd worden

Foei, foei. Dat is toch helemaal niks voor mij: stél dat ik vijf dagen in de week full time moest werken. Ik heb er nu, na twee dagen al schoon genoeg van. Gisteren de hele dag in het wijkcentrum en ach, ter plekke is het wel best en vrolijk, maar thuis wil ik dan alleen maar rust en zette ik de Messiah van Händel op, nog maar net ontdekt als heel mooi, omdat er zo'n onderstroom van jubel in zit. Nee, alsjeblieft geen tv meer en een beetje vroeg naar bed, wellicht ook de allerlaatste rest van de griepvirus.

En vandaag de hele dag cursus. Heel behartigingswaardig allemaal, over de HACCP en dat gaat over hygiene rondom de bereiding van voedsel, helemaal niet van toepassing waar ik werk, maar wel zo dat ik denk dat ik mijn keuken toch maar eens een grote schoonmaakbeurt moet gaan geven. Zoals de oude kruimels in de broodrooster, die ik altijd onschadelijk achtte omdat ze als het ware toch elke keer weer geroosterd worden: het blijken brandhaarden te zijn van micro organismen.

En moest ik nu morgen alweer naar een beheerdersvergadering de hele ochtend en s'avonds alweer naar het wijkcentrum? O, geef me terug, alsjeblieft, mijn vrije tijd en de ervaring daarin dat elk uur en elke minuut mij als het ware geschonken wordt! Raar, is dat toch, waar dat vandaan komt. Al op de middelbare school had ik dat als ik naar school fietste: dit is als een nachtmerrie, ik word geleefd.

Geleefd worden als ervaring, waar komt dat toch vandaan? Het gevoel verplicht mee te moeten doen in een rollercoaster van het leven: taken, interakties, dingen die nu eenmaal gebeuren moeten, waarbij ik dan denk en dacht, waarvoor, waartoe, van wie? Ach, ondertussen zijn de vragen wat minder omdat ik nu beter begrijp waarom mijn leven er zo uit ziet als dat het is. Al lang geleden besloten om als het even kan , parttime te werken. Nog even doorzetten, Mirjam, na vandaag voel je weer waarom ook al weer, niet dit, maar dat:

Tijd die zich kan uitstrekken en daardoor tijdloos is en ik kan ZIJN.

woensdag 9 februari 2011

Kinderhemd

Vanochtend werd ik wakker met de woorden:

De weg was als een kinderhemd
nauwelijks gestreken
nauwelijks gebroken ...

Wat kan je hersenpan toch merkwaardige dingen voort brengen. Gisteren wandelden vriend E. en ik weer een gedeelte van het Ludgerpad. Eindelijk. Na de lappenmandperiode van de griepvirus. Een groot gedeelte over de Aaltenseweg richting Aalten en over de Landstreekweg. Vroeger zijn deze wegen aangelegd door eerst takkenbossen op de modder te gooien en er vervolgens balken dwars over heen te leggen.

Oude wegen van pleisterplaats naar pleisterplaats. De boerderijen op enken of kampen gebouwd, wat nu te zien is in de minieme, kleine heuvelachtige glooingen in dit Achterhoekse landschap. De afstand tot elkaar, zó dat je je kunt voorstellen dat wie heel hard roept op de ene plek, men het op het erf een heel eind verder, nét kan horen.

Zandpaden ingegroefd, bomenrijen, een stralend blauwe heldere lucht, een warm zonnetje.
We liepen als kinderen wellicht, slingerend, kuierend en in de berm weer de warme chocomel en de cocosmacronen. Geen spoor van Ludger ditmaal, geen monumentje of plakaat, kapelletje of anderzins. Zó dus, maakte Ludger zelf ooit een pad door het land richting Duitsland, niet wetend dat meer dan duizend jaar later mensen zijn sporen zouden gaan volgen.

De dag paste om ons heen als een net gewassen kinderhemd dat je vroeger aan trok, de eerste bescherming tegen de kou op je huid. Net niet gekreukeld, want een beetje gestreken. En de weg strekte zich uit over het land en onze voeten hoefden alleen maar te gaan.

maandag 7 februari 2011

Black Swan

Kwam het doordat ik op de eerste rij zat? De film Biutifull was al uitverkocht en als je mood al staat naar 'film', dan wil je toch in het donker op een stoeltje zitten en zo werd het Black Swan, ook al de laatste twee plaatsen. Misschien is je brein dan bereid om er sowieso van te gaan genieten, je mee te laten nemen in het verhaal. Al vond mijn gezelschap er helemaal niks aan: pathetisch, als een boeketreeks, overdreven. Zó verschillend kan perceptie zijn.

Want de film kwam bij mij gigantisch binnen, dicht op mijn huid, schoonheid en donkerte in één. Het gaat voor mij over transformatie, over de altijddurende processen van controle en loslaten, de lichte en de donkere zijde van het leven, de mogelijkheid daar door héén te gaan. In een interview met de regisseur Darren Aronofsky zegt deze: Black Swan is echt een film voor op een groot doek, er gebeurt veel, er zitten allerlei elementen in die ontregelen (...) er zit een vreemde beweging in die je - hopelijk - ongemakkelijk doet voelen, op een minder bewust niveau. Dat was het idee.

Voor mij gelukt: deze film die zich niet in een genre laat persen: Is het een balletfilm? Een pageturner met horrorelementen, een psychologische thriller, een melodrama? Dat vind ik precies de kracht ervan: je weet uiteindelijk niet wat er echt gebeurd en wat er zich alleen maar in het hoofd afspeelt van die balletdanseres, gespeeld door Nathalie Portman, die in Het Zwanemeer de glansrol krijgt en zowel de witte als de zwarte zwaan moet spelen.

Er komt ook een moeder in voor bij wie ze nog woont, die afhankelijk van je perceptie, ziekelijk jaloers en kleinerend is, of stimulerend. En een artistiek directeur die ofwel arrogant en megalomaan is óf op ongebruikelijke wijze passie, loslaten, sensualiteit, de donkere oncontroleerbare kant, bij de perfectionistische Nina naar boven wil halen. En wil Lila, haar stand- in haar de rol ontfutselen of is zij juist degene die haar door het dode punt van haar koele perfectie heen sleurt? Wat is waan en wat is werkelijkheid? Gaat ze op het einde ten onder of is er sprake van bevrijding en transformatie?

Onderwijl wordt er ook nog prachtig gedanst en zijn alle kostuums ontworpen door de zussen Kate en Laura Mulleavy, het designteam van het modemerk Rodarte. Alexandra Radius zei bij Paul de Leeuw dat zij zeker wist dat Nathalie Portman ook een ballet opleiding moest hebben genoten, ooit, omdat je dit niet zomaar kon nadoen. Maar dat schijnt toch echt niet zo te zijn. Zou je met professionele ballet-ogen, je toch daarin kunnen vergissen?

Aronofsky zegt: De balletwereld is een zeer naar binnen gekeerde wereld. Balletmensen geven om ballet en verder niks anders. Misschien kwam de film daarom zo binnen bij mij: omdat het ook vertelt over de waanzin van het eigen gelijk. Hoe het leven in maar één wereld en het geven om maar één ding, destructief is: Je móet je daaruit bevrijden en op zoek gaan naar verbinding en samenhang.

Gewoonweg

Eind middelbare school heb ik eens een poging ondernomen om mij uit te schrijven uit de katholieke kerk. Maar de priester van de parochie met zijn ontmoedigingsverhaal, waarvan de kern was dat je je nooit en te nimmer geheel en al kon uitschrijven, heeft dat meteen doen staken. Nu werden er vorige week cijfers gepubliceerd over het aantal uitschrijvingen dit jaar uit die kerk en mijn gedachten speelden er weer mee: zal ik nog eenmaal die moeite gaan nemen? Voor mij hoeft er geen enkele geldelijke stroom naar 'het katholieke'.

Tja, en toen maakte ik gisteren een beetje per toeval het Vormsel mee van C. bij de Clarissen. Ik had pas twee dansen ingeoefend, eentje was de Lichtdans (zie blogje Lichtmis) en de ander was de dans van de Geest, te dansen bij dit vormsel. Dus ik deed mee. Enige antropologische nieuwsgierigheid in beginsel, speelde een rol in mijn motivatie: wat gebeurde er dan en hoe zou dat eruit zien, zo'n vormsel van een volwassen vrouw van rond de vijftig?

De priester was 'gewoonweg' H. ook medebegeleider van de leesgroep, die ik al zoveel jaren ken, ook uit het klooster van Velp, wiens huis ik heb helpen opruimen, die me die ochtend nog een kadootje had gegeven: een bril van de ANWB tegen te fel licht. Het was gewoonweg in de bekende kapel met alle Clarissen, wat bekenden van C. en enigen die regelmatig aanwezig zijn bij de Vespers. 'Ben je daar C. en ben je bereid?' vroeg H. en C. stond op, kwam in de kring staan en zei:' Ja, hier ben ik en ik ben bereid'. Toen vertelde ze hoe het zover gekomen was.

Ze was aan het wandelen en kwam bij een klein wit kerkje. Overtuigd atheiste. Ze liep naar binnen, begreep helemaal niks van alle woorden die er gebezigd werden en toen, plotseling: "Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik toen God ontmoette", sprak C, zacht en opnieuw ontroerd. "Het was iets van een heel groot licht vol ruimte en ook vol kleuren, en ik werd er zo door geraakt en overrompeld en in een keer begreep ik ook alle woorden in de mis'. Ze was naar huis gegaan en had het aan haar buurman verteld, die er nu ook was, en die geloofde haar gelukkig meteen. Zo was haar zoektocht begonnen. En die had haar bij de Clarissen gebracht en nu 16 jaar later wilde ze er handen en voeten aan geven en gaan horen bij die levende gemeenschap.

Bij de kleine receptie na afloop nam iemand het woord, iemand die C. al kende van kindsbeen af , waarbij elkaars paden zich per toeval af en toe hadden gekruist, voor het laatst, toen C. half uit meditatie in de kapel haar ogen opendeed en ze niet kon geloven dat hij daar zat: degene met wie ze ook had op getreden met cello en piano. Hij wist te vertellen dat zij ooit samen een muziekstuk hadden gespeeld met de Latijnse mis als ondergrond en dat de woorden in dat kerkje voor C. dus niet geheel onbekend waren.

Het was een feestelijke aangelegenheid en ook ik had de behoefte om haar te feliciteren. Ook tijdens de dans van de geest, voelde ik een soort mildheid door mij heen stromen. De dans eindigde in een kleine kring, waar we dicht op elkaar, elkaars handen vasthadden, hoog geheven naar boven. Een kring in een kring van mensen die daar in de kapel verenigd waren begeesterd door de Goede Geest: 'Mij ontbreekt het aan niks, ik rust in grazige weiden en aan vredig water', zoals in Psalm 23.

Gewoonweg daar aanwezig. Ik geloof dat dit toch maar even reden genoeg is, om mij niet uit te schrijven. Katholieke geldelijke stromen vloeien alle kanten op. Dus ook, naar de kapel daar: Gewoonweg.

vrijdag 4 februari 2011

Fuji

Vader was iemand van het maken van verre reizen. Hij ging zijn eigen wegen en was zomaar elk jaar wel een maand alleen op stap. De eerste keer dat hij terugkwam en een geheel andere cultuur met zich meenam herinner ik me nog goed: laatste klas lagere school en hij was in Japan geweest. Gekleurd en gebloemd vouwpapier voor Origami, de Japanse vouwkunst, een boek over Ikebana, de Japanse bloemsierkunst en hij hing grote kleurige visvlaggen in de tuin, wellicht het begin van zijn vissenverzameling. Ik was overdonderd en meteen verliefd op alles uit Japan. Verrukt. Het leek ook alsof ik het herkende, ik voelde me er meteen verwant aan.

In de woonkamer hing er sindsdien een prent van Hiroshige en ik heb daar veel en lang bij gemijmerd en erop getuurd. In de verte zie je de witte berg van de Fuji en ervoor en ernaast, wat rotsen en een stille zee met vier zeilbootjes. Het is een van de 53 staties van de Tokaido, de weg van Tokyo, toen Edo genaamd, naar Kyoto en de statie heet Yui. Hiroshige is geinspireert hiertoe door de 36 uitzichten op de berg Fuji van Hokusai. Beide leefden in de 18 e eeuw en maakten prachtige kleurhoutsnedes.

Deze week bedacht ik voor het eerst hoezeer deze wijze van kijken waarschijnlijk mijn brein heeft gestructureerd. Er is één vast middelpunt maar er zijn vele wegen, landschappen, mensen daarin met een eigen doen en laten, soms humorvol, die ervoor zorgen dat elke prent uniek en apart is en ze allen toch verbonden zijn met elkaar.

Die witte berg met eeuwige sneeuw: die is voor mij hetzelfde als God of de Heer in de christelijke traditie. Ook daar is sprake van één woord; dat uiteindelijk niet verwijst naar een man met een baard, niet naar een mens: het woord is dat wat samenhang en verbinding geeft in al het reilen en zeilen, het is er achter de verschijningsvormen. Hoe meer je er een persoon van maakt, hoe menselijker deze wordt, hoe meer je het ook kan spannen achter je karretje van het eigen gelijk: godsdienst als oorzaak van ellende.

Daarom dat het woord Heer of Vader als synoniemen voor God, langzaam naar de achtergrond zijn geraakt: men praat nu over Licht, de Levende, de Eeuwige, Bron, Liefde. 'Wezer': dat is een woord verzonnen door een Carmeliet in Nijmegen: ach ja, een ieder probeert maar wat, denk ik dan. Zoals op de prenten van Hokusai en Hiroshige : het gaat erom om te genieten van kleur en afbeelding en weet hebben dat een ieder op de weg is van van de ene plek naar een ander: dat geeft samenhang en roept op tot verbinding. De ene keer is het landschap woest en vol beweging zoals de grote golven van Hokusai, dan weer in rust en liefelijk. Net als in de Psalmen komen alle gemoedstoestanden voor.

De heilige berg Fuji schijnt nu geheel vervuild te zijn door menselijk afval van de pelgrims die de berg beklimmen. Zo is het begrip God ook geheel vervuild. Maar wij, wij alleen kunnen het weer zuiveren door te focussen op de onbetreden witheid van de sneeuw; het vermoeden van heiligheid, heil, dat is geluk, dat altijd ergens aan de horizon aanwezig is.