Gisteren had ik op nog geen één muisklik na, een vliegretour naar New York geboekt. Alles ingevuld, druk op 'reserveer; en toen kwam er geen nieuw schermpje meer, daar waar ik had moeten betalen. Bij hapering zou er binnen een werkdag contact worden opgenomen. Die dag tikt nog . Poeh. Zou ik nu wel of niet rond mijn verjaardag op het einde van Maart in NY belanden? 'The Big Apple': ik schamp er steeds net langs, zonder erin te kunnen happen.
Ik besloot naar de Waal te wandelen. Het landschap waarvan ik tegen vriendin W. in Nieuw Zeeland, waar eerst een hittegolf en nu weer een aardbeving het gemoed beheerst, zei, toen we langs de oever wandelden, dat dit is waar ik zeer veel heimwee naar zou hebben, als ik zou gaan emigreren: die rivier die voor je ogen stroomt, altijd verder naar de zee. In het zonnetje, op het zand buiten de wind, bij een krib was het onverwachts aangenaam zitten. Ik sloeg een boekje open:
De Tijd, de grote beeldhouwer van Margritte Yourcenar, eindelijk antiquarisch gevonden, een van de weinige werken die ik nog niet van haar gelezen heb. Het zijn korte essays en mijn oog bleef hangen bij De adel van het falen, toepasselijk wellicht, nu het me net niet gelukt was om een reis naar NY te boeken. Maar dit was wel eventjes van een andere, veel grootsere orde. Het gaat over de kunst om in het uur van je dood, gracieus te sterven.
En over zelfmoord in de Japanse cultuur. Hoe samurai de dood zelf kozen om hun eer te redden: harakiri en seppuku, heet dat en dat ze dan vlak voor het monent supreme aan het dichten sloegen. Een vers uit de 10e eeuw: Wanneer de westenwind mij aanwaait, O pruimenbloesems,
Zendt mij je geur! Vergeet de lente niet Al zal je meester er niet meer zijn.
Ook in de 20-ste eeuw, is deze stijl van doodgaan, zou je kunnen zeggen, geen doodstrijd, maar je als het ware laten vallen in het onbekende, nog geheel in zwang. Een 21-jarige Japanse kamikazepiloot in 1945, dichtte vlak voor het opstijgen: Als we mochten vallen / als de kersenbloesems, / zo zuiver, zo lichtend...
Doodgaan, af sterven, afscheid nemen, het leven dat faalt en in gebreke blijft. Je maakt het altijd en overal in het klein en in het groot, telkens weer mee. Een keer een diepe zucht slaken, het verdriet en eventueel de angst en paniek daarover, méé wegzuchten en verder gaan naar dan maar een andere bestemming. Als ik niet in NY kom, dan wel in de zon aan de oevers van mijn geliefde rivier.