Eind middelbare school heb ik eens een poging ondernomen om mij uit te schrijven uit de katholieke kerk. Maar de priester van de parochie met zijn ontmoedigingsverhaal, waarvan de kern was dat je je nooit en te nimmer geheel en al kon uitschrijven, heeft dat meteen doen staken. Nu werden er vorige week cijfers gepubliceerd over het aantal uitschrijvingen dit jaar uit die kerk en mijn gedachten speelden er weer mee: zal ik nog eenmaal die moeite gaan nemen? Voor mij hoeft er geen enkele geldelijke stroom naar 'het katholieke'.
Tja, en toen maakte ik gisteren een beetje per toeval het Vormsel mee van C. bij de Clarissen. Ik had pas twee dansen ingeoefend, eentje was de Lichtdans (zie blogje Lichtmis) en de ander was de dans van de Geest, te dansen bij dit vormsel. Dus ik deed mee. Enige antropologische nieuwsgierigheid in beginsel, speelde een rol in mijn motivatie: wat gebeurde er dan en hoe zou dat eruit zien, zo'n vormsel van een volwassen vrouw van rond de vijftig?
De priester was 'gewoonweg' H. ook medebegeleider van de leesgroep, die ik al zoveel jaren ken, ook uit het klooster van Velp, wiens huis ik heb helpen opruimen, die me die ochtend nog een kadootje had gegeven: een bril van de ANWB tegen te fel licht. Het was gewoonweg in de bekende kapel met alle Clarissen, wat bekenden van C. en enigen die regelmatig aanwezig zijn bij de Vespers. 'Ben je daar C. en ben je bereid?' vroeg H. en C. stond op, kwam in de kring staan en zei:' Ja, hier ben ik en ik ben bereid'. Toen vertelde ze hoe het zover gekomen was.
Ze was aan het wandelen en kwam bij een klein wit kerkje. Overtuigd atheiste. Ze liep naar binnen, begreep helemaal niks van alle woorden die er gebezigd werden en toen, plotseling: "Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik toen God ontmoette", sprak C, zacht en opnieuw ontroerd. "Het was iets van een heel groot licht vol ruimte en ook vol kleuren, en ik werd er zo door geraakt en overrompeld en in een keer begreep ik ook alle woorden in de mis'. Ze was naar huis gegaan en had het aan haar buurman verteld, die er nu ook was, en die geloofde haar gelukkig meteen. Zo was haar zoektocht begonnen. En die had haar bij de Clarissen gebracht en nu 16 jaar later wilde ze er handen en voeten aan geven en gaan horen bij die levende gemeenschap.
Bij de kleine receptie na afloop nam iemand het woord, iemand die C. al kende van kindsbeen af , waarbij elkaars paden zich per toeval af en toe hadden gekruist, voor het laatst, toen C. half uit meditatie in de kapel haar ogen opendeed en ze niet kon geloven dat hij daar zat: degene met wie ze ook had op getreden met cello en piano. Hij wist te vertellen dat zij ooit samen een muziekstuk hadden gespeeld met de Latijnse mis als ondergrond en dat de woorden in dat kerkje voor C. dus niet geheel onbekend waren.
Het was een feestelijke aangelegenheid en ook ik had de behoefte om haar te feliciteren. Ook tijdens de dans van de geest, voelde ik een soort mildheid door mij heen stromen. De dans eindigde in een kleine kring, waar we dicht op elkaar, elkaars handen vasthadden, hoog geheven naar boven. Een kring in een kring van mensen die daar in de kapel verenigd waren begeesterd door de Goede Geest: 'Mij ontbreekt het aan niks, ik rust in grazige weiden en aan vredig water', zoals in Psalm 23.
Gewoonweg daar aanwezig. Ik geloof dat dit toch maar even reden genoeg is, om mij niet uit te schrijven. Katholieke geldelijke stromen vloeien alle kanten op. Dus ook, naar de kapel daar: Gewoonweg.