maandag 31 oktober 2016

Als paardenbloempluisjes

Ik had mijn dansschoentjes in mijn rugzak gepakt en eerst zou ik naar Den Bosch gaan, naar een tentoonstelling van Claire Morgan. In de trein visualiseerde ik mijn dag. En daar zat dat uur dansen in het klooster bij in. En toen ineens zei een stem tegen me: Mirjam, wat doe je daar dan? Je voelsprieten uitsteken naar de temperatuur aldaar, zoals je de avond tevoren tegen iemand had gezegd? Dat is oneigenlijk. Want je kwam er altijd om al dansend gemeenschap te vieren. Maar dat is er niet meer in jouw beleving.|

Na deze gedachte, kon ik dus niet meer gaan. Ik heb besloten om in het jaar 2016 niet meer naar het klooster te gaan. Even helemaal weg:  na al die jaren niks 'kloosterachtigs' meer om me heen. Laat alles maar even leeg zijn en wellicht levert dat ooit in de toekomst weer iets vruchtbaars op. Met de wifi van het station meteen maar mailen en daarna de stad in.
De tentoonstelling The sound of silence, naar het bekende liedje van Simon en Garfunkel, kwam wel binnen. Omdat het ook iets had van het scherpst van de snede, zoals ik de dingen op dit moment beleef rondom het klooster en mijn werk (zie vorig blogje). Dingen bestaan uit afbraak en opbouw ineen. Claire Morgan gebruikt opgezette dieren:  een uil, een vos, spreeuwen, een kat, een eend, ander gevogelte in haar installaties. Ze laat ze bestaan in geometrische, strakke vormen, zoals een bol, een rechthoek, die bestaan uit dunne draden waar ze paardenbloempluisjes op plakt en onder is elk draadje verzwaard met een loodje.

Wat een werk! Ook letterlijk. Wat levert het een vreemde sfeer op, die zweeft tussen leven en dood, tussen iets zo tastbaars en werkelijkheidsgetrouw, terwijl het tegelijk nooit meer van de plaats zal komen, behalve als ze alles weer afbreekt. Het voelt een beetje aan als mijn activiteiten van de afgelopen jaren. Ik was erbij, deed het met aandacht en zorgvuldig, en dan waait alles ook weer weg met de wind... als paardenbloempluisjes, mooi en teer en verdwijnend, de ruime, ruime ruimte in...


donderdag 27 oktober 2016

Beheerder af?

Vanmiddag had ik een zeer verhelderend gesprek met twee leidinggevenden en nu voel ik me voornamelijk opgelucht. Het is het soort opluchting die valt onder de categorie: je kunt maar beter weten wat je hebt, dan in het duister rondtasten. Dus ook een enge ziekte. Zo erg is het niet. Hoewel?

Het volgende is geschied. Vorige week had ik een lange mail geschreven en die heette: 'Visie op het beheerderschap'. Het wijkcentrum waar ik werk is een kleine aangelegenheid en om alle mensen door één deur te kunnen laten gaan, dat vraagt mijn inziens maatwerk. Een klimaat en cultuur scheppen gebeurd niet vanzelf. Is dit nog mogelijk met de huidige reorganistaie plannen, was mijn vraag.

Welnu: het antwoord is helder en klaar. Nee, dat is niet mogelijk. 'Als ik jou hoor praten, dan gaat het over ontmoeten en verbinden, maar ik zie geen beheerder', zei leidinggevende M. die overigens lachend het wijkcentrum binnen kwam, maar verder niks zei. Toen ik vroeg waarom hij zo lachte zei hij: 'Nou het is nou eenmaal zo, ik vind je een leuke vrouw, ik raak in een goed humeur als ik je zie, los van wat er over het werk te zeggen is, dat kan toch?' Ik antwoordde dat dát dan in ieder geval fijn is om te horen. En nee: het was geen flirtpoging of ongewenst intimiteitachtig; het was oprecht gemeend, dat merkte ik wel.

Enfin. Het oude beheerderschap bestaat niet meer. Hoe was dat dan, is er zoveel veranderd?, vroeg hij nog, op het einde van het gesprek. Onvoorstelbaar veel, zei ik. En zo is het. Meer dan 28 jaar beheerder zijn en daar de lol van blijven zien, heeft ook te maken met de mogelijkheden die er waren als beheerder en de veranderingen die er in de loop der tijden waren en elke keer weer  ienie-mini werkelijkheidjes schiepen. Nog los van de verschillende plekken in de stad waar ik gewerkt heb: elke buurt is een eigen kleine wereld.

En nu, ga ik, geloof ik, langzamerhand op zoek naar ander werk binnen de gemeente. Ik heb geen idee wat. Maakt het me veel uit? Op dit moment niet zo. Negentien uur werk per week: de inhoud ervan is niet levensbepalend op dit moment.  Ik heb mijn best gedaan om het tij te keren. Vier jaar geleden met een andere directeur was ik de topbeheerder, een voorbeeld voor anderen,  en nu ben ik zo ongeveer afgeschreven. Niet persoonlijk bedoeld hoor, zo gaan de dingen...

woensdag 26 oktober 2016

Project, Feyenoord, Fra Bartolomeo: context

In de maand oktober kan ik vrij reizen met de trein in het weekend. Tja, daar wil ik dan zoveel mogelijk gebruik van maken. Het gevolg is, dat het afgelopen weekend wel heel érg vol was. Eerst was het  intensief  bijpraten  met het Project: de oud-studiegenoten. M. analyseerde de volgende dag, op het  gezamenlijke korte stukje met de trein van Olst naar Zwolle, dat we in de gesprekken wel een soort van positie hebben. Ik ben dan degene die altijd zegt dat al het praten over God alleen een kwestie van context is.

O, ja: dat blijft zo apart. Als het groepje mensen zijn met een enigszins vanzelfsprekend 'gelovig' standpunt en daar ook hun werk in hebben, dan ben ik altijd de relativeerder: degene die erop wijst dat er ook andere wijzen van praten en denken zijn, die even vitaal kunnen zijn... Zit ik met een groepje 'ongelovigen', dan breng ik juist  religie en soms het woord 'God' in, om een diepte in het gesprek te krijgen: Toch meer op het scherpst van de snede van gedachten wisselen en niet blijven hangen bij de controleerbare oppervlakte van de aanwijsbare dingen...

In Museum De Fundatie in Zwolle was een tentoonstelling over 100 gezichten van de afgelopen 100 jaar. Elk jaar had een eigen portret of kunstwerk. Ik had maar anderhalve uur, dus liep in een voor mij snel tempo langs alles. En denk dan hetzelfde als in de gesprekken met het Project: voor hetzelfde geld hadden hier 100 andere dingen gehangen en dan had dat een even boeiend perspectief op de afgelopen 100 jaar gegeven. Dit is maar één selectie van de vele die mogelijk zijn.

De volgende dag ging ik naar Rotterdam. Naar Museum Boymans van Beuningen, alwaar er een tentoonstelling was van voornamelijk tekeningen van Fra Bartolomeo, 14e eeuw. Ik had gedacht in een rij verzeild te raken zoals bij de Rembrandt-entoonstelling. Maar nee, het was er merkwaardig bijna leeg... Wel was de sfeer ervoor in de trein bezwangerd van de voetbalwedstrijd Ajax-Feyenoord. Ik zat naast twee jongens die zó aanstekelijk zich verheugden op de komende middag en vast verder in de toekomst keken naar komende wedstrijden en of ze er dan bij konden zijn. De zon scheen en ze zagen dat helemaal voor zich in De Kuip. Ik vond het bijna jammer niks van voetbal te weten en heb de volgende ochtend voor het eerst in de krant een voetbalverslag gelezen!

Maar dit terzijde. Of toch niet helemaal. Want opnieuw gaat het me om de context waar ik dan vrolijk van wordt: twee jongemannen met een Achterhoeks accent op weg naar Rotterdam... Even mooi als een schets van de ontmoeting van Dominicus en Franciscus op de tentoonstelling en al die prachtige getekende gezichten en houdingen die me nu af en toe aan Chi Kung deden denken, een nieuwe persoonlijke context. Zo lang geleden getekend, maar aanwezig alsof ze levend zijn. En ook dat vind ik dan een mooie context: zo'n jongeman die monnik werd en toen even stopte met schilderen en tekenen en toen, aangemoedigd door zijn omgeving weer begonnen is. Die na een reis naar Venetië ineens veel helderder kleuren gebruikt: er straalt  een sfeer van het doek, die ik herken...

Ik wil maar zeggen: er zijn zoveel mogelijkheden om je leven zo in te richten dat het vitaal en vibrerend is. Toen, ooit en nu, alleen of samen.



dinsdag 18 oktober 2016

Een steen verleggen

Hoe krijg je de wereld om je heen een stap verder? Ik word er wakker van, midden in de nacht. Er is visie voor nodig, waar vanuit je handelt. Zonder een visie achter de oppervlakte, brokkelt alles af en dan kun je daar ook bij denken: het is niet anders, zo gaan de dingen. Maar de dingen gaan zo, omdat jij het zo gestuurd hebt, niks gaat uit zichzelf zo.

Op mijn werk maak ik mee, dat ik probeer met de 19 uur dat ik er ben, er toch een bloeiend Wijkcentrumpje van te maken. Dat betekent aansturing van twee niet al te makkelijke vrijwilligers die zelf niet meer dan lagere school hebben gehad, maar steeds meer te maken krijgen met andersoortige mensen om hen heen. Het betekent veel bemiddelend praten en overleggen, initiëren, enzovoort. Wat doe je dan met twee leidinggevenden, waarvan er in de lucht hangt dat een van hen verdwijnt, een laag zal met de reorganisatie waarschijnlijk opgedoekt worden, en die niet snappen waar je mee bezig bent?

Ze wijzen mij erop dat ik roostertechnisch niet kan spelen met mijn uren en zelfs als ik zeg dan op vrijwillige basis aanwezig te zijn, ik erbij moet melden dat ik dit niet kan garanderen, want als de organisatie me elders wil inzetten, dan gaat dat voor. In hun ogen ben je die pion op het grote bord van de werkgever, maar met deze boodschap naar mij weerspiegelen ze vooral hun eigen huidige onzekere positie. Hoe hiermee te dealen? Ze willen me laten zwemmen in hun eigen fuik.

Dan benijd ik Moeders werkende positie van vroeger wel. Ze vertelde hoe ze als psychotherapeut in de Pompekliniek een doorbraak bij een man bewerkstelligde door hem exact op het juiste moment te kunnen confronteren met zijn eigen agressie. Daar gingen tijden en tijden aan vooraf waarin je alleen maar meegaat in de belevingswereld van deze man, die zijn vriendin vermoordt had en meende dit gedaan te hebben uit zorg voor haar, omdat haar leven bergafwaarts ging omdat ze aan de alcohol verslaafd raakte.

Wat is het dan mooi, dat je het optimale kunt halen uit de context waarin je je bevindt en werkelijk het leven van iemand ten goede kan keren. Dat is prachtig. Daar past dan het liedje bij, die we ter plekke konden horen op de iPad: 'Ik heb een steen verlegd op deze aarde', gezongen door Paul de Leeuw.

Ik geloof niet dat ik dit in de context van mijn werk voor elkaar kan krijgen. Maar de ervaring dat je zoveel ontvangt in het leven en daarmee dingen doet, dat herken ik wel. De momenten dat je ervaart dat er een samenspel is tussen jou en...? Dat het je tegelijk gegeven is om het te kunnen, dat je duwtjes in je leven krijgt om uit te groeien, dat je in je leven dus ook gedragen wordt.  Die ervaring is levend wekkend en vitaal.

maandag 17 oktober 2016

Kunstenaars

Kunstenaars zijn toch wel de enige profeten van deze tijd, denk ik, na me weer een dagje in Amsterdam te hebben opgeladen aan diverse tentoonstellingen. Mijn ideale dagen, zoals ik zou willen dat elke dag is: ronddwalen, de tijd verliezen, alsof je alleen maar geest bent en op zoveel plekken en gevoelslagen tegelijk kan zijn.

Mijn hoofd doel was Foam, fotografie museum, maar onderweg kwam ik eerst langs de Oude Kerk. Fotografen over de hele wereld die gay en gender mensen kiekten, soms zichzelf, soms documentaire-achting: ergens in Afrika, een transman en transvrouw in Japan, een stel, aan tafel, een meisje met regenboog kniekousen tussen de politie in Israël: foto's die een soms verboden werkelijkheid zichtbaar maken voor de wereld. Al was het gehele publiek wel van het ons-kent-ons-gehalte, je zou willen dat anderen kwamen kijken.

In Foam was mijn doel Ai Wei Wei, van wie ik wel fan ben.Hij weet heel erg in harmonie esthetiek te koppelen aan een bewustzijn van de vreselijke staat waarin de wereld ook verkeert. Ditmaal twee zalen vol behangen met een kleurige behang dat bestaat uit series kleine fotootjes van vluchtelingen over de hele wereld die hij bezocht heeft. In het midden van de zalen een zwarte en twee spierwitte zwembanden gemaakt van marmer. In een andere zaal een marmeren bewakingscamera en scènes uit het leven van Ai Wei Wei, waar hij bespied wordt in een restaurant, op straat, thuis, eigenlijk overal.

Daarnaast in andere zalen filmpjes en foto's van Melanie Bonajo. Zo apart, een jonge vrouw, gekke, speelse, rare, alles op de kop zettend werk, dat je aan het denken zet wat de echte en eigenlijke staat van het mensdom is. Waar zijn we allemaal toch mee bezig, hoe bewegen we ons voort in zelf geënsceneerde werkelijkheden die ons ook vervreemdenden van onze diepste verlangens?

En wat zijn onze diepste verlangens? Een natuurlijke staat van zijn, met grote varkens en kippen knuffelen, soms iets van extase beleven met anderen, zien hoe we onszelf in de weg zitten. Het deed me denken aan het universum van Isa Genzen: ontregelend in het ook niet rationele.

Zonder dit soort van profetische beelden, zou ik af en toe kunnen blijven steken in de gedachte: ben ik nu gek of is de wereld om me heen aardig op hol geslagen? Kunstenaars laten me zien dat de zogenaamde gewone wereld het evenwicht tussen wat goed en mooi is en wat nuttig en noodzakelijk is, kwijt is. Ze leggen de vingers op zere plekken en leiden je naar werelden waarin je weer kunt geloven dat mensen toch echt met mensen en de natuur om hen heen, te maken willen hebben: ze houden het verlangen naar heelheid levend.

vrijdag 14 oktober 2016

Jamaica say farewell

En toen hoorde ik dat liedje ineens weer, een liedje van lang geleden uit de wereld van Vader en Moeder, als kind gehoord: Jamaica say farewell, gezongen door Harry  Belafonte:

It is sad to say,
I am on my way,
won't be back for many a day,
my heart is down
my head is turning around
I had to leave a little girl in Kingston Town.

Afscheid nemen, onvermijdelijk, je wilt het niet, maar het kan niet anders. Ik herinner me meerdere momenten in mijn leven, waarvan ik ter plekke wist, dat het de laatste keer zou zijn, dat ik het zo zou meemaken. Echt de laatste keer, nooit meer voor herhaling vatbaar.

De andere leek zich daar dan niet van bewust en dan ben je tegelijk waarnemer van dat moment: van jezelf en die andere, en tegelijk handel je naar dat wat dat moment van je vraagt.

En ergens zingt het dan:
It is sad to say,
I am on my way...

Ik geloof dat ik ook altijd mijn moeder de boot op zag lopen, de stoomboot die haar helemaal van Indonesië naar Nederland bracht. Weg van dat warme land naar een volkomen onbekende horizon. Misschien heb ik zo het liedje leren kennen, met dit verhaal erbij.

Ieder mens gaat uiteindelijk alleen een weg. Dat maakt  het liedje zo aangrijpend.

donderdag 13 oktober 2016

Nieuw avontuur

De grootste groep mensen in het wijkcentrum zijn ouder en dus steeds kwetsbaarder. Eerst ging R. naar een verzorgingshuis, omdat hij Alzheimer heeft. Een keertje was hij helemaal zijn oude zelf, maar dat was ook ongeveer de laatste keer dat hij hier was.
Een paar weken geleden heeft H. een hersenbloeding gekregen. Hij en L. waren het gezellige, schallende stel, die Papa en Mama riepen over de kaarttafels heen. Of H. riep heel hard: 'Vrouw! wil je nog wat?!' Nu komt L. alleen, direct vanuit het verpleeghuis. De kaartclub wacht totdat zij er is. H. is,  nu hij zich realiseert, nauwelijks te kunnen praten en te bewegen, depressief. Iedereen mist H. Het is hier stiller geworden.

En dan is er meneer S. die regelmatig bij de trombosedienst is. Een heel dynamische, heel vriendelijke lange  man,  met een tropenhoed op en  een internationale carrière achter de rug. Toen hij weer in Nederland kwam wonen heeft hij zich voor een sociale leefbare omgeving in zijn  buurt ingezet en heeft hier ook een lintje voor gekregen. Hij heeft in Afrika gewoond maar ook in Indonesie. 'Selemat pagi!"zegt hij tegen mij en op de een of andere wijze is het zo gegroeid , dat ik altijd voor hem opsta en we elkaar huggen en wat Indonesische woorden met elkaar wisselen.

Maar de laatste keren was hij ineens veel brozer en in zichzelf gekeerd. Hij stak bleek zijn hand op vanaf het tafeltje waar hij naar toe was geschuifeld  en mompelde dat hij ouder en ouder werd. Deze week was hij weer een beetje zijn oude zelf. Hij vertelde dat hij zich die ochtend in het jappenkamp had gewaand. 'Je snapt niet hoe het werkt, iets in het ritme en de zang, ik was er helemaal, ik lag er op de grond'. Het bleek dat zijn vrouw een nieuwe radiozender had gevonden en daar had ineens Japanse muziek geklonken. Het was een onaangename verassing.


'Uh?', vroeg ik, 'ik dacht dat er in de Jappenkampen alleen maar vrouwen en kinderen waren.' 'Ja, dat was ik ook: acht jaar!' O, ja natuurlijk, ik was vergeten dat hij ook ooit jong is geweest. Toen vertelde hij vlug tussen twee zinnen door, dat hem verteld was dat hij dementerend is. 'Maar gelukkig heeft mijn vrouw het geheugen van een olifant! Dan zegt ze: Doe dit, en dan doe ik dat maar braaf! Ha, ha!' Nu snapte ik waarom hij bij de deur niet de juiste knop kon vinden om de deur te openen en eerst op de elektriciteitsknop had gedrukt...

Toen zei hij wel iets moois:' Ik denk de laatste tijd vaak aan mijn vader. Zijn laatste woorden waren: 'En nu ga ik aan het grootste avontuur van mijn leven beginnen! Ik wil er nog best wel eventjes zijn hoor, maar ik hoop dat ik dat dan ook nog kan zeggen: dat ik aan een nieuw avontuur begin.'

Sieraden enzo

Gisteravond een onverwacht gezellig avondje met Zusje en Moeder rond haar sieraden. Zusje en ik hadden alles wat we in de kast vonden overgeheveld in een draagmandje van de supermarkt en we dachten het haar te brengen, zodat zij ze kan verdelen tussen alle vrouwen:  dochters, kleindochters en schoondochter, in de familie. Je hoort namelijk de akeligste dingen over sieradenverdelingen, dat men daar niet goed uitkomt, vandaar.

Aangekomen riep Moeder meteen: O, wat leuk! Zeggen jullie maar wat je mooi vindt, ik heb daar geen idee van. Maar Zusje en ik hadden alleen de intentie om het te brengen, want stel je voor, je spreekt een voorkeur uit, en dan krijg je alsnog wellicht scheve ogen. Maar toen bleek dat jongste Zusje en haar dochters al dingen hadden uitgezocht met haar. Dus ineens was de weg vrij.

Hoe al die sieraden dan allerlei herinneringen losmaken. Moeder had al twee geëmailleerde hangers apart gehouden voor mij: omdat ik die ooit voor haar had gemaakt. Verhip: helemaal vergeten. En dat ik ze aan haar heb  gegeven! Ik zag me ineens weer moeizaam het koper uitknippen en schuren, tot een druppelvorm. Dat je er dan kleurig emaille poeder op strooit en dan halverwege in de gloeiende oven met een haakje daarin weer figuren trekt, als alles vloeibaar is geworden. Na die emaille-cursus was ik zó enthousiast dat ik een oventje kreeg voor thuis.

Ik pakte een potgebakte ketting op, bruin met groen. 'Dit komt me zo bekend voor', zei ik. Ja!, zei moeder, dat is uit de tijd van Claudia Sträter. O, ja! Moeder ging daar, met de seizoenen mee, elke keer  een nieuwe garderobe halen. Ze pakte twee broches: twee plastic, kleurige vogeltjes, zwaluwen in vogelvlucht. O, ja, die spelde ze dan  op een blouse en ja, ik was erbij toen dat idee ontstond. Na nog meer broches en kleurige kettingen kwam díe herinnering ineens boven: Na het shoppen  van allerlei kleding eindigden we op de sieradenafdeling van de Bijenkorf: dat was  The finshing touch.
Zusje paste onderwijl allerlei setjes van halsbandkettingen met een armbandje, liep af en aan naar de spiegel en alles stond haar zó goed! Welhaast koninklijk stond een zilveren halsband met een grote steen  met daaronder vijf pareltjes. Sommige sieraden kwamen nog van onze oma. Ik zag een gouden ringetje met een rechthoekige paarse steen. Die schoof ik rond mijn pink, paars mijn lievelingskleur en die rechthoek, het sprak me meteen aan, en daar zit ie nog steeds. Oma had hele slanke, tengere vingers. Ook enkele armbanden pasten precies: dat heb je niet vaak met Europese armbanden.

Zo gingen Zusje en ik volkomen onverwachts, ieder met een doosje sieraden naar huis. In deze periode ben ik me erg bewust geworden dat spullen niet zomaar spullen hoeven te zijn: Het kunnen ook voertuigen zijn naar vele verhalen uit het rijk van het verlangen en de herinnering.

woensdag 12 oktober 2016

Adem en liefde

Ik ben benieuwd of ik morgenochtend weer mee mag doen: naar Chi Kung, getipt door M. in een ander buurtcentrum, voor mij 15 minuten op de fiets, langs voornamelijk het kanaal, een aangenaam fietstochtje. De Zumba in mijn eigen wijkcentrum is gestopt wegens gebrek aan deelname. Het bevalt me wel, dichtbij in de buurt iets doen aan beweging, gecombineerd met plezier. Dus dit zou een mooi alternatief zijn.

Vorige week gewoon maar gegaan,zonder me ingeschreven te hebben. De ervaring als beheerder leert, dat het de eerste keer het drukst is en dat er dan druppelsgewijs mensen afvallen. Ik mocht dus zomaar meedoen, maar garanderen of ik kon blijven, dat moest ze nog onderzoeken. Vroeger heb ik aan Tai Chi gedaan en eigenlijk, zo ontdekte ik, is de basis van mijn meditatie, gebaseerd op de oefening om met aandacht en zorg je eigen ademhaling te volgen en de vitaliteit ervan te ondergaan.

Afgelopen weekend voelde als een 'oplaadweekend': ik had een boekje gehaald met Chi Kung oefeningen en die praktiseerde ik in de ochtend in mijn achtertuintje naast de bamboe,  terwijl de zon scheen. Zo fijn! Helemaal opgehelderd besloot ik mijn goede voornemen;  naar Den Bosch om mijn licht op te steken over de Internationale Vredes-initiatieven vanuit de Franciscaanse Beweging, te laten varen. Op die plek zijn, in mijn tuin, voelde als de ultieme vredesoefening.

Met daarbij wel ook een mooi boekje: Moeders zondag van Graham Swift. Zo mooi. Meteen met de eerste woorden ervaar je wat het wonder van woorden is: dat ze meteen een werkelijkheid en een gevoel kunnen oproepen, dat elk verhaal dat je vertelt zó vitaal kan zijn, dat het je leven kan veranderen.

Het is 30 maart 1924, een zondag waarop één keer per jaar al het bedienend personeel in Groot Brittannië vrij krijgt om de familie te bezoeken. Na het vele verlies van de gesneuvelden na de eerste wereldoorlog, een speciale dag. Maar Jane Fairchild, de vertelster van dit verhaal, heeft geen familie, ze is ooit ten vondeling gelegd. Zij besteedt haar ochtend in het bed, voor het eerst, met haar geliefde met wie ze al acht jaar een verhouding heeft: de zoon uit de upper class van het huis naast het huis waar zij bediende is. Die zoon zal die middag zijn aanstaande schoonfamilie zien: een gearrangeerd huwelijk. Zij zwaait hem uit en gaat naakt door het grote huis dwalen.

Het geheel is een terugblik van Jane: al in de negentig, die een beroemd schrijfster is geworden, en weet dat deze dag haar schrijverschap geboren is. Tegelijk zit je zo erg in haar  hoofd van pakweg 75 jaar geleden, dat je onder haar huid mee kunt ademen. Het krijgt iets mythisch: alsof je het zelf bent die opnieuw geboren kan worden en nieuwe taal kunt vinden.

De dag erop, een zondag, nam ik de trein naar Castricum. Het strand, de zee: Was het Aphrodite die uit het schuim van de zeeën  geboren werd? Aphrodite: de godin van de liefde. Misschien is alle taal die je vernieuwt een combinatie van liefde en adem.

vrijdag 7 oktober 2016

Ring: de vrouwelijke lijn

Ik geloof dat ik zeker al 15 jaar geen sieraden meer draag. Al die opsmuk, ik zag er de lol niet meer van in. Er is een periode dat ik wel grote broches, een gladde zilveren armband en enkele grote ringen had. De armband had ik altijd om en de rest als ik daarvoor in de stemming was.

Van die 15 jaar, heb ik wel tien jaar een houten tau-kruisje altijd gedragen. Maar toen ineens paste het niet bij de feestkleding waarin ik me voor een dagje hees, ook niet onder de kleding, want dat bobbelde, en toen heb ik het afgedaan en nooit meer om gehad. Hij bungelt nu aan een kast en nu zie ik het, elke keer als ik de badkamer inkom. Daarboven hangt sinds kort een regenboogvlagje met 'vrede'  erop. Dat moet maar genoeg zijn, om me te van overtuigen dat ik een mens van goede wil ben.

Maar nu heeft Moeder haar ringen die ze droeg afgedaan. Behalve haar trouwring. Haar drie dochter kregen ieder een van de overige ringen die ze droeg. Ik als oudste dochter kreeg een gouden ring met in het midden een briljantje, met daaromheen zes gekleurde steentjes, het lijken zeven gouden bloemetjes met kleurige harten. Aanvankelijk had ik niet gedacht dat ik het zou blijven dragen, maar nu, enkele dagen verder,  kan ik me al niet meer voorstellen dat ik het snel af zal doen.

Wonderlijk. De ring is gegeven door een jongere zus van de moeder van mijn vader, en behoorde aan hun moeder: Het is dus een ring van de oma van mijn vader. En met het dragen van deze ring voel ik me ineens in een vrouwelijke lijn van mijn familie staan.

Het gezin waaruit ik kom, is eigenlijk wel een beetje op een eilandje groot geworden. We hadden nauwelijks contact met de vele nichten en neven, die langzamerhand Nederland binnen druppelden, in het kielzog van de drie zussen van mijn moeder. En aan mijn vaders zijde was er alleen maar een neefje en later nog een nichtje;  kinderen van twee broers van mijn vader. Ik heb het idee dat ik voor alle ontmoetingen bij elkaar met mijn  eigen generatie neven en nichten , ik hoogstens tot dertig kan tellen. Ik heb geen enkele persoonlijke band met familieleden.

Maar nu, met deze ring, die in Indonesië gesmeed is en die langer meegaat dan dat ik een familielid in die tijd kan visualiseren of zou weten waar die vandaan komt, voel ik me een onderdeel van een vrouwengeneratie. De ring komt van vaderszijde, maar dat jongere zusje van zijn moeder heeft de ring niet aan een van haar twee dochters gegeven, maar aan Moeder: de vrouw van het oudste kind van haar oudere zus. Ook apart.

Omdat moeder de ring ook lange tijd gedragen heeft, is hiermee de vrouwelijke lijn van mijn moeders familie ook in de ring meegegeven. En nu draag ik deze. Ondertussen vind ik het ook een ring die helemaal bij me past, met al die kleurige steentjes. Aan wie ik de ring ooit zal geven?... Geen idee. Misschien wel aan een nog ongeboren meisje, dat ergens in mijn  familie zal ontspruiten.

woensdag 5 oktober 2016

Franciscusfeest 2016

Het heeft ook iets geks, om met zo'n dertig mensen samen te komen om het sterven en leven van iemand te vieren, die ooit heilig is verklaard. Terwijl de hele wereld gewoon doorgaat en hoogstens even dacht dat het Werelddierendag was.

Het is ook jammer dat Franciscus het meest bekend is als dierenvriend en natuur liefhebber. Want hij was toch eigenlijk, ten diepste een mysticus. Wat is dat voor een menssoort? Ik denk en ervaar dat het meest bijzondere eraan is, dat naast de werkelijkheid vol menselijke strevingen, de onrust, de kwetsingen en kwetsuren die je kunt oplopen, er in je een helende en genezende bron kan wellen, waardoor je soms door het alledaagse heen kan kijken en in elk mens, ook die jou verdriet heeft gedaan, toch een wereld van verlangen naar verbondenheid ontdekt.

De maandagochtendmeditatie was, omdat ik naar een cursus moest, nu op dinsdag, op het Franciscusfeest en dit waren mijn woorden:

Bouw mijn huis op!
hoorde Franciscus
en hij pakte een steen op
steen voor steen.

De langste reis begint
met de eerste voetstap
zei Lao Tje

Steen voor steen
stap voor stap
een wereld begonnen
een wereld ontdekt.

Geloofd God
die ons hart bewerkt
elke dag
een reis naar Jou
taalloos geheim van
schoonheid, liefde
en Licht.

Gebloemd hoedje

In de zomer draag ik altijd strooien hoedjes en wanneer het dan kouder wordt, ga ik over op gebloemde stoffen hoedjes. Een  week geleden was het zover. Ik kwam in het klooster en zuster G., die haar halve leven broodzuster was, maar nu mag uitrusten, pensioen kun je het niet noemen, want kloosterlingen gaan zo ongeveer door tot hun laatste snik, deed open.

Ik heb eergisteren jouw hoedje gepast,  zei ze. Dat zie ik dan meteen voor me. Dat ze mijn hoedje aan de haak van de kapstok in het zijgangetje ziet hangen en het dan even opzet. Zo grappig, ook.
 - En, paste het? vroeg ik.
- Ja, ja!  Het is zo'n leuk hoedje, ik kon het niet laten.
- Wil je hem hebben?
- Nee! Daarom vertelde ik het niet!
- Nou, pas eens even, ik wil wel weten hoe het je staat.

Ze deed hem op en het paste haar precies. Beter dan mij, want het hoedje is mij eigenlijk iets te klein. Het stond haar ook erg leuk, zij, met haar glim-oogjes eronder. Ja, vind je? vroeg ze, staat het me? Ondertussen belden er mensen aan voor de vigilie-viering van het Franciscusfeest en ik deed open, terwijl zuster G. met het hoedje ronddraaide.

- Zou je het dragen, als die van jou was?
- Ja, zeker, als ik in burgerkleding ben.

Eigenlijk stond het juist wel leuk boven haar bruine habijt. Maar in burgerkleding kan ook. Een ander zuster complimenteerde me eerder eens over een hoed, dat die zo goed stond, en voegde eraan toe dat ze vroeger ook hoeden droeg. Waarom nu dan niet meer? vroeg ik. Zij vond dat niet meer kunnen. Zo verschillend kan dat dus beleefd worden door de ene en de andere zuster.

- Nou, het hoedje is nu voor jou, veel plezier ermee, ik heb thuis nog wel meer gebloemde hoedjes.
- Echt? ...maar zo meteen ga je weer weg en dan regent het misschien en dan heb je geen hoedje op.
- Ik heb nog een capuchon die ik op kan zetten. Bovendien gebruik ik het hoedje vooral tegen de zon en straks is het donker.
- O, wat ben ik hier blij mee, dankjewel!

Bij het uitlaten stond ik al buiten en riep ze me weer na: Heel hartelijk dank voor het hoedje. Ik vind het wel leuk dat ik een hoedje, een concreet spoor,  achterlaat in het klooster, waar ik wellicht niet zo veel meer zal komen. Hoedje af, voor de tijd dat ik daar geweest ben. Het was goed. Misschien ga ik nog regelmatig in de kapel mediteren. Na alle meditatie die ik daar zelf begeleid heb, voelt het ook een beetje aan als 'mijn kapel'.

maandag 3 oktober 2016

Shores like you

'Dunes like you'
Het is een tentoonstelling waarvan ik meteen wist dat ik daar naar toe wilde: in Huis Marseille in Amsterdam: foto's van Scarlett Hooft Graafland. Ze zijn meteen intrigerend, door de mengeling van vrolijke, mooie kleuren, de exotische locaties, de tegelijk grappige en surrealistische sfeer die erom heen hangt. Bovendien zijn ze geheel uitgebalanceerd van compositie: de prachtig natuur rimpelt en reflecteert mee in de figuren die erop zijn afgebeeld.

Tegelijk zie je van de foto's ervan af dat ze een verhaal willen vertellen, al is het maar dat ze niet zomaar kunnen ontstaan. Er is over nagedacht, alles heeft een reden, er hangt ook iets theatraals overheen. Zo heb je 'Burka Balloon'; drie figuren in zwarte burka's met grote langwerpige witte ballonnen  in de woestijn. Of Stilleven met kameel: een kameel en twee mensen geheel onder de felroze doeken. Of je ziet mensen met een prachtig geel zeilschipje in het water staan.Of twee Boliviaanse bolhoedjes die in de hemelsblauwe lucht zweven, terwijl een Bolivaanse vrouw ernaar kijkt.

Alle mensen erop zijn authentiek: ze wonen en leven daar waar de foto is gemaakt. Op de tentoonstelling blijkt nog een extra samenhang: zo is de gele boot met de vele zeilen, die jongens in zee vasthouden, een kopie van de boot waarmee Kaptein James Cook de eilanden in de Stille Zuidzee ondekte en de jongens echte nazaten van hem. Een staat in de woeste baren bij Peru, waar Cook ook is geweest. Er is een foto van wat de oudste boom ter wereld is, met wortels  van  9500 jaar oud in Zweden 'Old Tjikko' met iemand die een grote ronde sneeuwbal voor zijn gezicht houdt. Dan blijkt dat de ovale witte vorm, vol betekenis te zijn voor Scarlett: er zijn ook  grote witte ballonnen, op foto's uit Afrika bij de broodboom, en er is een groot olifanten-vogel-ei, een uitgestorven diersoort, maar er zijn nog altijd scherven van te vinden op de stranden van Madagaskar en Scarlett heeft er een samengesteld ei van in haar bezit die ook te zien is.

Je ziet een filmpje van het ontstaan van een foto van een hooibaal, waar een meisje in een groen-turquoise jurkje tegenaan leunt,haar gezicht bedekt  met een extreem grote grijze bolhoed . De bolhoed is gemaakt door een hoedenmaker in Amsterdam en Scrarlett fabriceert op het dak van haar huis een mal voor de rand van de hoed. Zo'n hoed vertelt ook een verhaal: overblijfsel uit koloniale tijden, maar op eigen wijze een plek gekregen in de cultuur.

Ik word vrolijk van deze foto's. Omdat ze getuigen van een wereldbewustzijn en het verlangen om heden en verleden bij elkaar te brengen. Ze sprankelen van de energie om verbindingen te leggen, in gesprek te komen met de mensen aldaar, cultuurverschillen te overbruggen. De kleur roze is een favoriete kleur van haar, net als bij mij. Vijf Arabieren dansen onder een roze doek in een woestijnlandschap, dezelfde roze doek bedekt een Syrische vluchteling die op de grond zit bij een grote rots vol oranje korstmos in Zweden.

De tentoonstelling heet Shores Like You, waarmee Scarlett Hooft van Graafland ook wil zeggen dat de kust die op het eerste gezicht ver weg lijkt, ook jouw kust is. Kijk naar alle migratiegolven over de zee. Ook laat ze je kijken naar plekken op de wereld die er nog ongerept en paradijselijk uitzien, waar rust en regelmaat het dagelijks leven bepalen. Voor hoe lang nog? En hoe klein is de wereld ook, als je met, een roze doek, een te grote bolhoed en  een zeilschip als bagage, de wereld overgaat?

zaterdag 1 oktober 2016

Groei en zon

Gisteren was het dan zover: ik kreeg sperziebonen van de boontjes die ik zelf in de grond had gestopt en tomaten van de planten die ik heb gediefd, dat is dus beginnende gele bloempjes weghalen, zodat andere kunnen uitgroeien tot grote rode tomaten, en een zak vol Nieuw-Zeelandse bladspinazie, die zo pietepeuterig de eerste groene blaadjes uit de aarde omhoog stak, dat vriendin W.  uit Nieuw Zeeland het niet kon determineren.

Dat is de cyclus van de seizoenen: in vier maanden tijd van kiem tot volle wasdom komen. Bij mensen is de groei en bloei niet zo overzichtelijk. Sommige mensen blijven tot in de diepe ouderdom voor altijd kind, sommigen zijn op hun zestiende al wijs en volwassen. Je weet het niet, je hebt er geen zicht op, je kunt het niet, zoals in de natuur, zaaien, zien groeien en oogsten.

Ook bij jezelf is het niet zomaar aan te wijzen of er binnen in je sprake is van groei of van stagnatie. Ik geloof wel dat het voor mensen mogelijk is om te groeien tot je laatste snik. Waar groei je dan naar of waarheen?... Naar een levende kern in je, die liefde, licht en schoonheid is, zo dat wat in je is en wat buiten je is, steeds vaker samenvallen. Zoiets...

Twee weken geleden schreef ik de volgende woorden voor de maandagochtend-meditatie. Ze hebben iets te maken met bovenstaande mijmering:

In het donker vind ik mijn weg
de volle maan verlicht
de grassen geheimzinnig
achter mij stroomt de rivier
haar gang altijd naar zee.

De zee droomt zich een thuis te zijn
van alle wateren die vloeien op aarde
de nacht en de stilte
behoeden mij
verkwikken mijn bestaan overdag.

Het daglicht neem ik voor lief
zoveel te doen en honger te stillen
Maar:

'Gezegend zijt Gij, mijn Heer
door al uw schepselen
vooral heer broeder zon
die de dag is en
door wie Gij ons verlicht'
(Zonnelied  van Franciscus van Assisi)