Vanmiddag had ik een zeer verhelderend gesprek met twee leidinggevenden en nu voel ik me voornamelijk opgelucht. Het is het soort opluchting die valt onder de categorie: je kunt maar beter weten wat je hebt, dan in het duister rondtasten. Dus ook een enge ziekte. Zo erg is het niet. Hoewel?
Het volgende is geschied. Vorige week had ik een lange mail geschreven en die heette: 'Visie op het beheerderschap'. Het wijkcentrum waar ik werk is een kleine aangelegenheid en om alle mensen door één deur te kunnen laten gaan, dat vraagt mijn inziens maatwerk. Een klimaat en cultuur scheppen gebeurd niet vanzelf. Is dit nog mogelijk met de huidige reorganistaie plannen, was mijn vraag.
Welnu: het antwoord is helder en klaar. Nee, dat is niet mogelijk. 'Als ik jou hoor praten, dan gaat het over ontmoeten en verbinden, maar ik zie geen beheerder', zei leidinggevende M. die overigens lachend het wijkcentrum binnen kwam, maar verder niks zei. Toen ik vroeg waarom hij zo lachte zei hij: 'Nou het is nou eenmaal zo, ik vind je een leuke vrouw, ik raak in een goed humeur als ik je zie, los van wat er over het werk te zeggen is, dat kan toch?' Ik antwoordde dat dát dan in ieder geval fijn is om te horen. En nee: het was geen flirtpoging of ongewenst intimiteitachtig; het was oprecht gemeend, dat merkte ik wel.
Enfin. Het oude beheerderschap bestaat niet meer. Hoe was dat dan, is er zoveel veranderd?, vroeg hij nog, op het einde van het gesprek. Onvoorstelbaar veel, zei ik. En zo is het. Meer dan 28 jaar beheerder zijn en daar de lol van blijven zien, heeft ook te maken met de mogelijkheden die er waren als beheerder en de veranderingen die er in de loop der tijden waren en elke keer weer ienie-mini werkelijkheidjes schiepen. Nog los van de verschillende plekken in de stad waar ik gewerkt heb: elke buurt is een eigen kleine wereld.
En nu, ga ik, geloof ik, langzamerhand op zoek naar ander werk binnen de gemeente. Ik heb geen idee wat. Maakt het me veel uit? Op dit moment niet zo. Negentien uur werk per week: de inhoud ervan is niet levensbepalend op dit moment. Ik heb mijn best gedaan om het tij te keren. Vier jaar geleden met een andere directeur was ik de topbeheerder, een voorbeeld voor anderen, en nu ben ik zo ongeveer afgeschreven. Niet persoonlijk bedoeld hoor, zo gaan de dingen...
Het volgende is geschied. Vorige week had ik een lange mail geschreven en die heette: 'Visie op het beheerderschap'. Het wijkcentrum waar ik werk is een kleine aangelegenheid en om alle mensen door één deur te kunnen laten gaan, dat vraagt mijn inziens maatwerk. Een klimaat en cultuur scheppen gebeurd niet vanzelf. Is dit nog mogelijk met de huidige reorganistaie plannen, was mijn vraag.
Welnu: het antwoord is helder en klaar. Nee, dat is niet mogelijk. 'Als ik jou hoor praten, dan gaat het over ontmoeten en verbinden, maar ik zie geen beheerder', zei leidinggevende M. die overigens lachend het wijkcentrum binnen kwam, maar verder niks zei. Toen ik vroeg waarom hij zo lachte zei hij: 'Nou het is nou eenmaal zo, ik vind je een leuke vrouw, ik raak in een goed humeur als ik je zie, los van wat er over het werk te zeggen is, dat kan toch?' Ik antwoordde dat dát dan in ieder geval fijn is om te horen. En nee: het was geen flirtpoging of ongewenst intimiteitachtig; het was oprecht gemeend, dat merkte ik wel.
Enfin. Het oude beheerderschap bestaat niet meer. Hoe was dat dan, is er zoveel veranderd?, vroeg hij nog, op het einde van het gesprek. Onvoorstelbaar veel, zei ik. En zo is het. Meer dan 28 jaar beheerder zijn en daar de lol van blijven zien, heeft ook te maken met de mogelijkheden die er waren als beheerder en de veranderingen die er in de loop der tijden waren en elke keer weer ienie-mini werkelijkheidjes schiepen. Nog los van de verschillende plekken in de stad waar ik gewerkt heb: elke buurt is een eigen kleine wereld.
En nu, ga ik, geloof ik, langzamerhand op zoek naar ander werk binnen de gemeente. Ik heb geen idee wat. Maakt het me veel uit? Op dit moment niet zo. Negentien uur werk per week: de inhoud ervan is niet levensbepalend op dit moment. Ik heb mijn best gedaan om het tij te keren. Vier jaar geleden met een andere directeur was ik de topbeheerder, een voorbeeld voor anderen, en nu ben ik zo ongeveer afgeschreven. Niet persoonlijk bedoeld hoor, zo gaan de dingen...