woensdag 5 oktober 2016

Gebloemd hoedje

In de zomer draag ik altijd strooien hoedjes en wanneer het dan kouder wordt, ga ik over op gebloemde stoffen hoedjes. Een  week geleden was het zover. Ik kwam in het klooster en zuster G., die haar halve leven broodzuster was, maar nu mag uitrusten, pensioen kun je het niet noemen, want kloosterlingen gaan zo ongeveer door tot hun laatste snik, deed open.

Ik heb eergisteren jouw hoedje gepast,  zei ze. Dat zie ik dan meteen voor me. Dat ze mijn hoedje aan de haak van de kapstok in het zijgangetje ziet hangen en het dan even opzet. Zo grappig, ook.
 - En, paste het? vroeg ik.
- Ja, ja!  Het is zo'n leuk hoedje, ik kon het niet laten.
- Wil je hem hebben?
- Nee! Daarom vertelde ik het niet!
- Nou, pas eens even, ik wil wel weten hoe het je staat.

Ze deed hem op en het paste haar precies. Beter dan mij, want het hoedje is mij eigenlijk iets te klein. Het stond haar ook erg leuk, zij, met haar glim-oogjes eronder. Ja, vind je? vroeg ze, staat het me? Ondertussen belden er mensen aan voor de vigilie-viering van het Franciscusfeest en ik deed open, terwijl zuster G. met het hoedje ronddraaide.

- Zou je het dragen, als die van jou was?
- Ja, zeker, als ik in burgerkleding ben.

Eigenlijk stond het juist wel leuk boven haar bruine habijt. Maar in burgerkleding kan ook. Een ander zuster complimenteerde me eerder eens over een hoed, dat die zo goed stond, en voegde eraan toe dat ze vroeger ook hoeden droeg. Waarom nu dan niet meer? vroeg ik. Zij vond dat niet meer kunnen. Zo verschillend kan dat dus beleefd worden door de ene en de andere zuster.

- Nou, het hoedje is nu voor jou, veel plezier ermee, ik heb thuis nog wel meer gebloemde hoedjes.
- Echt? ...maar zo meteen ga je weer weg en dan regent het misschien en dan heb je geen hoedje op.
- Ik heb nog een capuchon die ik op kan zetten. Bovendien gebruik ik het hoedje vooral tegen de zon en straks is het donker.
- O, wat ben ik hier blij mee, dankjewel!

Bij het uitlaten stond ik al buiten en riep ze me weer na: Heel hartelijk dank voor het hoedje. Ik vind het wel leuk dat ik een hoedje, een concreet spoor,  achterlaat in het klooster, waar ik wellicht niet zo veel meer zal komen. Hoedje af, voor de tijd dat ik daar geweest ben. Het was goed. Misschien ga ik nog regelmatig in de kapel mediteren. Na alle meditatie die ik daar zelf begeleid heb, voelt het ook een beetje aan als 'mijn kapel'.