Zo. Alles is ongeveer ingepakt. De koffer die tot de laatste vierkante centimeter gevuld is, voornamelijk met kampeerspullen, de afdeling ‘kleren’ is miniem, kan dicht, dat heb ik al uitgeprobeerd. Pas zonet besloten om de slaapzak toch apart te vervoeren, in die ruimte kunnen dan twee zakken krentenbollen en twee pakjes noedels. Ook de boekjes, weliswaar 'dwarsliggers' en de chassidische verhalen verteld door Martin Buber, er toch uitgedaan, wegens de zwaarte. Er mag tezamen 25 kilo mee. Dus wat zwaar is, in mijn heel kleine rugzakje, die dan niet de handbagage is, want dat is tent.
Kamperen, ja ik ga kamperen! Zolang als ik het nog kan, doet het me goed, Het brengt me down to earth, letterlijk ook: op de grond slapen, maar ook: met zo weinig mogelijk het doen: leven op een paar vierkante meter, geen elektriciteit, weinig spullen. Ik hou van het kluis-gevoel, het richt mijn aandacht naar mijn binnenwereld, ik wordt er zeer contemplatief en meditatief van, voel mijn ademhaling dicht op mijn huid en de buitenlucht om mij heen.
Ditmaal staat mijn tent ook in een mij totaal onbekende en nieuwe omgeving. Het zal 30 meter van de oceaan zijn, met donker vulkaanzand op een vulkaaneiland. En er zal wat warmte zijn en ook weer langere dagen. Geen idee hoe ik exact de tijd zal doorbrengen: misschien neem ik een bus-abonnement en ga ik het hele eiland verkennen, misschien ga ik een aantal langere wandelingen maken. Maar misschien blijf ik ook alleen maar dicht bij de tent en de zee.
Een beetje toch ook, in navolging van Franciscus van Assisi, even zo eenvoudig mogelijk leven, de laatste twee dagen komt die ene zin steeds terug: ‘hij ging liggen op de aarde en gebruikte een steen als zijn kussen.’ Dat is kamperen voor mij, het maakt me alerter en brengt me helemaal terug naar de kern: water, vuur, wat voedsel, het is de lichamelijke brand-driehoek: als je een van de elementen weghaalt, dan wordt het moeilijk om te overleven. En dan een plek waar je jouw lichaam kan laten slapen, natuurlijk.
De bestemming: Tenerife is pas nĂ¡ het verlangen om graag te willen kamperen, gekomen, omdat de Canarische eilanden op dit moment de enige plekken binnen Europa zijn, waar dat nog kan. Maar nu raak ik ook benieuwd wat dat eiland met me gaat doen. Er is het vruchtbare, nattere Noorden en het droge Zuiden, waar ik kampeer. Wat doet zo’n kaal landschap me, en wat is de sfeer van donker zand? De rode aarde in Afrika en de geaardheid van donkere mensen daarop, ervaarde ik als zeer vibrerend, een wiegende intensivering. Alle bleke snoeten van het Westen lijken sindsdien hun ziel aan de wolken te hebben gegeven, lichamen bestuurd door het hoofd, en niet vanuit de buik.
Ook denk ik aan de uitspraak van Moeder, die zichzelf op het einde van haar leven een vulkaan noemde die tot rust was gekomen, met een cirkel van as om zich heen. Ergens komt het me voor dat ik in de as zal gaan kamperen, en dat dit de grond is waaruit ik ben voortgekomen.