zaterdag 26 augustus 2017

Ach, Venezia...

Ik blijf me verbazen over mijn eigen ontroering als ik in Venetië ben. Alleen al het zicht op die drijvende stad vanaf het Lido doet elke dag wat met me. De geur van het water in de lagune, het zitten op de kades, me, met zoveel anderen, vergapen aan die bekende skyline: ik kan er geen genoeg van krijgen. Ik val uit de tijd: schoonheid, esthetiek, een traag, tuffend tempo, het tempo van jouw voeten, stap voor stap: O!

En dan was er dit jaar ook weer de Biënnale. Veel mooie dingen gezien: elke dag uitzoeken wat te gaan bekijken en dan, zo het uitkomt, je plannen weer veranderen en aanpassen. Het doet er niet toe: het is overal mooi. Zo ben ik dit jaar geen enkele keer naar de kerk van San Nicolo vlakbij de camping geweest, maar was ik toevallig op de zaterdag rond 19u op het San Marcoplein, toen de klokken begonnen te luiden. Zou er een avondmis zijn? Ja hoor.

Wat bijzonder: die basiliek helemaal van goud en met mozaïeken en gekleurde marmeren vloeren en een gigantische grote Godslamp in het midden: deze basiliek waar de hele dag door toeristen in rijen staan te wachten om deze te bezichtigen, is tijdens een mis intiem: een geborgen ruimte waar een schild van schoonheid jou omhult en er de mis gevierd wordt. En dat met zo'n eenvoud: er werden alleen tussendoor Taizé-liederen gezongen en tijden het uitdelen van het brood zong een voorzanger alternerend met de mensen: Ubi caritas et Amor, Deus ibi est.

Dus de volgende week ging ik weer. En ik ging een aantal keren langs het San Stefanoplein, maar de kiosk met de tassen was dicht. En net, nu ik erachter was gekomen dat juist deze tassenverkoopster, moeder van een gezin met twee kinderen en een man die er ook altijd was, werkneemster is bij een project van de Amerikaanse kunstenaar Mark Bradfort: hij initieert altijd ook sociale projecten, daar waar hij is. Dus daarom dat deze tassen zo trendy zijn en niet de doorsnee rommel met Venetiaanse Gondels en de Rialtobrug: ik had me eerder al afgevraagd waar zij haar koopwaar inkocht.

Eén van zijn werken bestaat uit grote oppervakten geschubd materiaal, lijkt het, in zwarte tinten. Het blijken stukjes papier te zijn uit de kapsalon van zijn moeder die gebruikt worden om haar zwart te verven. Als je dat weet dan ruik je ineens die typische kapperszaak-lucht. Bradfort is als kind opgegroeid in de kapsalon en de  alledaagse verhalen van al die vrouwen, hun lief en leed, heeft hem zeer beïnvloed.

Dezelfde kunstenaar sponsort zo ook een grote moestuin op Guidecca in de vrouwengevangenis. Ik kocht er een zakje pruimen, ze staan er drie keer in de week, vertelden de vrouwen me, maar ze wilden  niet op de foto. Dit jaar liep ik er toevallig tegenaan, al zwervend op Guidecca, ik was het niet speciaal gaan opzoeken, dat doet een beetje "aapjes kijken' aan. Ook bleek er een helemaal nieuwe yuppenwijk gebouwd te zijn, waar een theaterschool is en galerietjes en tentoonstellingsruimte in het binnenhof van een voormalig klooster. Niet alleen in Nederland is men dus bezig met het hergebruik van oude kloosters en kerken...

Venetië lijkt me elk jaar rustiger te worden, maar het omgekeerde schijnt het geval te zijn. Ik denk dat ik steeds beter de mensenmassa's weet te ontwijken en langzamerhand meer oog krijg voor de gewone Venetianen die tussen de toeristen door hun gewone gang gaan: hun honden uitlaten, boodschappen doen bij de Coop, de ouderen die laat op de middag en in de avonden overal op bankjes zitten, de jongeren die op de steigers achter de Rialto-brug elkaar ontmoeten. Ach Venetië, Venezia, Serrinisma, volgend jaar weer?...