Dat mijn stad aan een rivier ligt, en dan al die festiviteiten erom heen. Ik hou wel van dat contrast: die altijd traag stromende rivier met de bedrijvigheid van de mensen, die daar ooit zijn komen wonen omdat er een rivier stroomde. (New York heeft twéé rivieren).
Van die oude knarren van mijn eigen leeftijd die muziek maken voor alle leeftijden.
En dan twee van die jonge meiden, uit Nieuw Zeeland, hoe raken die hier verzeild?, waarvan de drummer toen ze wat zei, een donkere basstem bleek te hebben.
En dan hebben we ook nog Gerard Joling bij Matrix aan de Kade.
Die stad die verandert in lichtjes en kleur met al die verschillende soorten van mensen bij hun eigen podia; dat maakt mij optimistisch. Mensen willen het gewoon goed en leuk met elkaar hebben en respecteren in de grond elkaars anders-zijn. Dat blijf ik uiteindelijk geloven.
Als afsluiter het aloude Al mot ik krupe, het Nijmeegs volkslied, bij het Gevelconcert op de Grote Markt bij de Waag. Geschreven door de oom van mijn beste vriendin, op de middelbare school, die ik nog op verjaardagen heb meegemaakt. Helemaal op het eind, kwam het weleens voor dat het verjaarsgezelschap, voornamelijk familie, in een kring in de kleine huiskamer, het liedje zong, alleen als hij daar zelf zin in had.
PS
Tien jaar geleden, ook al een blogje met deze titel…het leven in herhaling en continuïteit…