Eigenlijk voelt het aan, alsof ik helemaal niet weg ben geweest, dacht ik in de metro, al wachtend op de train. Een andere opstapplaats, ik rij nu met 2 en vorig jaar met F, en het jaar daarvoor met Q, maar de mensen, de sfeer, alles is hetzelfde. Nieuw was, dat het nu écht een sauna was, zó warm. Nu viel het mij op, dat er in Bryant Park helemaal geen bagagecheck was bij binnenkomst. Maar daar is ook geen beginnen aan, gezien de massa mensen die beladen met kleden en eten, elke centimeter van het gras bezetten, en alle stoeltjes en banken eromheen.
Ja, ik was er weer, in Bryant Park bij de movie filmnight, aangeboden door Paramount, wier hoofdgebouw een block verder zit, op Times Square. Haarscherp beeld en geluid, zodat je ook helemaal achteraan of aan de uiterste zijkant het goed kunt volgen. In die zin kwalitatief de beste filmavond, die gratis overal in New York te zien zijn; op andere locaties is er een groot opblaasbaar scherm. In je eentje kun je vrij laat aankomen en bij een héél klein stukje groen neerzijgen, mensen die er al al zitten krullen welwillend hun kleed een beetje op en verschuiven hun schoenen en spullen. Ditmaal zat ik naast een boek van Eckhart Tolle, die over de stilte schrijft. Dit is voor mij helemaal New York; weer zo’n identificatemoment. Ik zou ook kunnen besluiten om heel vroeg te komen en al picknickend op het gras met een boekje erbij te gaan lezen.
Eindelijk deze film tot mij genomen; Pulp Fiction, een klassieker geworden sinds de negentiger jaren, want bij elke eerdere poging op de tv en ik heb deze ook op DVD, haakte ik na een kwartiertje ofzo af. Maar nu, met de aandacht en concentratie van zo velen om mij heen, hun gegrinnik meteen al, en zo’n geweldige entourage, zat ik er meteen in, al bij de eerste beelden. Ik voelde de gelaagdheid; de absurde humor, de gekke dialogen, de spot op het bloed-en-actiegenre, de meerdere verhaallijnen die niet chronologisch verteld worden en op het eind allengs samen komen.
Het vernieuwende ervan werd mij nu duidelijk. Dat de film niet voor één gat te vangen is en dat het door deze stijl mogelijk is dat de film goed eindigt, terwijl in een eerdere verhaallijn je al weet dat eentje ervan dood is. Dat is John Travolta, die bekend was van de dansfilm SaterdayNight Fever en Grease en die nu een boef speelt, maar grappig genoeg zit er óók een geweldige dans scène in deze film. Nu ga ik deze film waarschijnlijk nog weleens kijken, op een koude winterdag ofzo in mijn boshuisje.