Ik had de plant op het einde van de winter bijna weggegooid, maar zag nog een héél klein beetje groen van enkele millimeters door het donkerbruine dorre blad schemeren. Welaan dan, toch maar laten staan buiten op tafel, het staat nergens in de weg. En nu kwam ik thuis, na afwezigheid van bijna een maand en de plant is gaan bloeien, oud roze bloemen fier omhoog. Het doet dus toch haar naam eer aan: Sempervivum, altijd levend.
Ik geniet van hier zijn en blijf het bijzonder vinden dat ik deze plek gevonden heb. Het blijft veel langer licht dan in Venetië, nog na 9 uur s’avonds is er oranje avondschemering in de bomen.
Wanneer ik s’ochtends wakker wordt, is het eerste wat ik doe, het rolgordijntje bij het keukenraampje openen. Ik overdrijf niet wanneer ik constateer dat dit elke ochtend een waar genoegen is, een soort van ochtendritueel. En dan plof ik weer even in bed en kijk naar de poster: Verlangen naar volmaaktheid.
Zo is het leven niet. In de stilte van het bos ontstaat er ook altijd mijmering. Over alles wat onvolmaakt is, wat voorbij gaat, verwoest wordt, verweesd raakt, verloren…Over alles wat mensen elkaar aandoen, terwijl er in elk een kern is die helder is en wil helen…
Er zijn alleen maar korte momenten, in het hier-en-nu, die dat verlangen wakker houdt. Omdat deze wél grenzen aan volmaaktheid.