Ik werd wakker met de beelden van twee kunstinstallaties die ik in Venetie gezien heb. De ene heet Breath en is van Shirazeh Houshary en de andere heet Silentio Pathologia van Elpida Hadzi Vasileva. Beide hebben gemeen, dat je lichaam een wandeling maakt: bij de eerste beklim je een toren in het schemerdonker, bij de andere schuifel je ook het duister in, in een onderzaal van een palazzo aan een Venetiaanse straat.
Bij Breath hoor je het gezang van meerdere stemmen en bovengekomen is daar een zwarte vierkante hoge ruimte van dunne zwarte gordijnen. Je gaat er in en op ooghoogte, in het donker kijk je naar vier lichtvlekken aan elke wand één, en die lichten op en verdoven weer, een beetje op het ritme van het ademhalen. Dichterbij, met je oor tegen elke wand aan, blijk je te luisteren naar de gezangen van boeddhisten, Joden, islamieten en christelijke zusters. De lichtvlekken blijken de scans te zijn van de hersens van degenen die zingen. Alle verschillende gezangen uit de verschillende tradities, vloeien ineen in één harmonie. Een ervaring van eenheid in verscheidenheid overvalt je.
In Silentio Pathologia wordt je binnengeleid langs een metaalachtige wand aan de ene zijde en een soort van netachtig gordijn van ovale kralen aan de andere zijde. Dat blijken de coconnen van zijderupsen te zijn. Je eerste gevoel is iets van wonder en levendigheid: al die witte coconnen, allemaal klaar om te ontpoppen! Maar je loopt verder en er komen zwarte draderige, rafelige vitrage-achtige voiles en ertussendoor ontwaar je een andersoortige afscheiding, vaster van structuur. In kronkelende S-vormen word je zo door de ruimte geleid. Dan, plotsklaps gaat er een huiver door je heen: de vliesachtige afscheiding verderop, zijn witte rattenvelletjes, aan elkaar genaaid, met kop en staart erbij. En in het midden van de installatie bevindt zich een kooi met twee echte zwarte ratten.
Wat is dit, wat is de bedoeling? Het gaat over de zijderoute, de waterwegen en hoe de pest en andere ziektes mee werden gedragen door de ratten, de verstekelingen aan boord. Zo is ook Venetië door de pest bijna ooit bezweken. Schoonheid en huiver inéén.
De twee installaties lijken elkaars tegenpolen en elkaar tegelijk aan te vullen. De ene gaat over de wereld van de materie: hoe expansiedrift en het verder willen brengen van zo'n mooi materiaal als zijde, ook een donkere andere kant heeft. De andere gaat over de wereld van de geest: enkel gezang uit zovele kelen, wereldwijd, allen gericht om de materie te overstijgen en dan allen zo wonderwel in harmonie, ontstaan uit dezelfde menselijke ademhaling.
Lichaam en geest, hebben en zijn, verscheidenheid en eenheid, donker en licht, verval en schoonheid, verdriet en vreugde... allemaal onverbrekelijk met elkaar verbonden. Ik ben het, die deze verbindingen maakt. Elke 'ik' is het die verbindingen maakt. Doen we dat niet, dan zal de chaos ons overvallen en de wereld donker worden van verlies. Doen we het wel, dan leven we in een ademende ruimte, op-en-neer, telkens weer, het pad van de stilte, de pathos van het leven: we leven.