Het gaat dus over 456 spelers, allen met een zeer grote schuld in de burgermaatschappij en zij spelen zes Koreaanse kinderspelen waarbij de deelnemers echt dood gaan. Er kan maar één winnaar zijn die er met de gigantische prijzenpot vandoor gaat, verbeeld in een grote doorzichtige lichtgevende gelige bol, waar de bundels bankbiljetten in vallen, voor elke dode deelnemer méér. Na de eerste ronde gaan de nog levende deelnemers naar huis en kunnen zelf kiezen of ze zich weer laten bedwelmen om afgevoerd te worden naar een geheime locatie. Iedereen die dan aanwezig is, doet dat dus uit vrije keuze en bovendien kan het spel elke moment worden stopgezet bij een meerderheid van stemmen. Het geld wat al verdiend is, wordt dan uitgedeeld aan de nabestaanden van hen die al dood vielen.
Tot nu toe is de Nederlandse recensent niet onverdeeld positief of laaiend enthousiast, men vindt het een middelmatige serie. Ik bespeur een soort van dédain, zoals vroeger mannelijke recensenten over het werk van vrouwen praatten. En nu dus toch iets van het superieure westen dat zich buigt over het oosten. Het is niet zo episch als ‘De Soprano’s’ of ‘Game of Thrones’ lees ik. Nee, natuurlijk niet denk ik dan, want het is iets andersoortigs. Gisterenavond besteedde ook het NOS-Journaal er aandacht aan: dat veel te jonge kinderen kijken, er zit veel geweld en bloed in. Er komt een klas in beeld en alle kinderen blijken de serie te kennen. Een meisje zegt nuchter: ik scroll gewoon door bij al dat geweld, want daar kan ik niet tegen. De suggestie is ook, dat het zo’n hit is omdat Netflix zo slim aan cliffhangers kan doen en de hele vormgeving zich uitermate goed leent voor TikTok en memes, dus dat internet blijft elkaar bevruchten en zichzelf genereren.
Ik vind het dus een heel goede serie. Ja, ook om de vormgeving: het refereert aan al bestaande beeldtaal: zoals de rode overalls met maskers op van het personeel van de organisatie die het spel heeft opgezet ( er zit een subplot in dat het om de handel in menselijke organen gaat, die uit de doden geoogst worden), dat doet denken aan de rode overalls in die andere hitseries ‘La casa del Papel' ofwel The Money Heist en aan de werkkleding als een soort habijt in ‘The Handmaids Tale’ naar het boek van Margaret Atwood. Maar ook aan het claustrofobisch, zichzelf repeterend universum van Esscher en de associaties met concentratiekampen en de zoete wanstaltigheid van bijvoorbeeld de Joker bij Batman. Alle deelnemers slapen in één zaal in stapelbedden, de doden worden weggehaald in doodskisten met een grote roze strik erop en verbrand in ovens, alle stapelbedden worden trapsgewijs in dezelfde zaal in elkaar geschoven en geven de sfeer van toenemende leegte, zinloosheid en gevangen zijn. En de dodelijke spelen, natuurlijk, sterk in beeld gebracht. Tot slot het plot, waardoor je nog eens terug wil gaan kijken.
Er zit iets in de Zuid-Koreaanse verbeelding dat mij aanspreekt: dat begon met de film The Host over een monster dat in een rivier bij een stad huist, ontstaan door de chemische industrie, er gaat dezelfde soort bedreigingen vanuit als de huidige pandemie omdat het monster voor de meesten onzichtbaar blijft. Op 27 mei 2010 schreef ik er al een blogje over. Het blijkt van dezelfde regisseur te zijn (Bong Joon-ho) als The Parasite uit 2019, een groot succes, die afgelopen zaterdag op de tv te zien was. Over een arme familie die leeft in een stinkend souterrain en die door list en bedrog als geheel weet binnen te dringen in een upperclass-familie, als personeel. Ook de verbeelding bij de opening van de Olympische Spelen sprak mij zeer aan door de totale mix en schijnbaar naadloze overgangen tussen het gewone leven van alledag en mythen, het monsterlijke, het absurde, het buitengewone.
En dat is voor mij ook de kern van Squid Game en de reden waarom ik denk dat het zo’n wereldwijde hit is. Het gaat over onze alledaagse werkelijkheid, zoals die nu is. Een wereld die regeert wordt door het geld, die geheel door onze besluitvormingen en beweegredenen gaat, die dwars hakt door onze emoties en walst over een dieper verlangen naar eenheid, vrede, verbondenheid. Geld maakt een vijand van elk ander, geld bepaalt wie we kunnen zijn, geld haalt het slechtste in ons naar boven en maakt een ander allereerst tot een concurrent. Geld ofwel de economie regeert het universum. Terwijl het ook iets anders zou kunnen zijn. Ja: de liefde.