Wat kun je er verder van zeggen? Het thema was ‘De Weg van Vreugde’, en ik vond alles, werkelijk alles vreugdevol. Mijn geheugen is slecht, ontdek ik dan weer: er kwamen steeds mensen naar mij toe, die mij vertelden wat we ooit samen hadden gedeeld. Zoals een wandeling naar de caravan van een vriend van mij, die bioloog was, die ik met hem deelde, dus dat boshuisje nu, was voor haar geen echte verrassing. En van E. dacht ik dat ik ooit met haar in een groep had gezeten, maar nee, ik kende haar van het ‘Orientatiewerk’ bij de Kapucijnen, waar zij begeleider was en ik in haar ogen ‘een aparte positie’ had en dat klopte ook wel: ik bewoonde er een kamer, op zoek naar een nieuw te vormen leefgemeenschap van Kapucijnen en ‘leken’. Ook zij was er bruut uitgezet door de toen enige betaalde leek, en die, onthulde ze nu, ook een alcoholprobleem had, waar de Kapucijnen zich geen raad mee wisten.
Van de andere kant was mijn geheugen wél weer heel goed, ik herinnerde mij J, dat zij voor het eerst meedeed en hoe zij in die twee dagen ‘smolt’, dat kan niet zei ze, dat is wel 15 jaar geleden!, ja, dat kan wel. Ook dit jaar was er iemand in mijn groep die voor het eerst meeliep, een beetje nors en gesloten begon, en op het einde zo’n zachte uitstraling en een glimlach op zijn gezicht had, een gedaanteverandering. Onderweg liet hij de groep de veldleeuwerik horen op de Ginkelse Heide en toen vloog deze ook nog eens op en ‘bad’ in de hemel.
Zoveel gelachen ook en herinneringen opgehaald met deze en gene. In plaats van onder de douche te gaan helemaal op het einde van de avond stond er ineens een pilsje voor mijn neus en herhaalden we bij het afscheid een paar keer, dat het zo leuk was geweest, om elkaar weer te spreken. En dan was er het concept van ‘the secret friend’, iemand die je had getrokken en voor wie je het weekend dan speciale aandacht had, en dat kan dus een wildvreemde zijn. De mijne dook voor de eindviering op en omhing mij met een stoffen regenboog-bloemetjeskrans, ik maakte voor haar daarna nog een stukje hout dat ik omwikkelde met een twijgje, voor ‘altijd durende groei en beweging’, ze was blij verrast. Omdat dit concept rondzwierf, bleken meerderen, ik ook, zich telkens af te vragen of een desbetreffende wellicht jouw ‘secret friend' was, want waarom was iemand zó aardig?
Er werd bij de workshop ‘Sacred Dance’ een meiboomdans ingeoefend, met grote kleurige linten om een boom, de ene zei tegen mij: ik kon me er niet mee bemoeien, want ik zat niet in de liturgiewerkgroep, want dit heeft toch eigenlijk niks met Pinksteren en het pinkstervuur te maken, maar ach… nou ja… En degene die het verzonnen had zei met zelfspot: Zo meteen komt mijn grootste nachtmerrie uit, namelijk dat iedereen in de kleurige linten verstrikt raakte, terwijl een groepje stug en braaf met een gitaar het oude volksliedje over een Pinksterblom zong. Het hoefde niet binnen rond een grote terrasparasol, want de zon scheen, gisterenochtend, de linten wikkelden zich chaotisch om de stam van een boom. En toen helemaal op het einde, tijdens de lunch buiten, kreeg ik een zelfde soort terrasparasol door een windvlaag tegen mij aan, op mijn hoofd… Dat was even schrikken, heb ik weer, wéér een klap op mijn hoofd… ik was in het begin een beetje misselijk, kreeg weliswaar nergens een bult, dus uiteindelijk fietste ik toch rustig weer naar Hoenderloo en was net voor een heel harde regenbui weer binnen, fijn in mijn warme, droge huisje.
Bij de workshop ‘Sacred Dance’ waar ik twee avonden aan meedeed, eindelijk weer eens, na dit jarenlang met veel plezier in het Clarissenklooster gedaan te hebben, ‘jij danst intuïtief zo goed’ hoorde ik terug, weerklinkt deze ochtend die dans die knielend begint, waar je de grond en je hart aanraakt en vervolgens ‘the spirit’ laat waaien en verhip, ik vind het terug op YouTube zelfs met twee dansers, maar de uitvoering afgelopen weekend, was speelser, bewegelijker en voor velen ontroerend. Misschien omdat dit het gevoelen van de hele Pinkstervoettocht weerspiegelt; het is een oud indiaans lied, uitgevoerd door Sarva-Antah; ‘Holy Ground, where I sit is holy.’