Dit aankomend blog dankt haar bestaansrecht aan de Buienradar. Die heb ik voor het eerst zelfstandig geraadpleegd en die meldde dat er rondom 17.00 uur een gigantische regen en onweersbui zou komen aanwaaien. Zo eentje als midden op de ochtend. Dus besloot ik mijn dag zo in te delen, dat ik dán in de bieb zou zijn, voor het schrijven van een blogje. Buiten schijnt nu echter fel en heftig de zon in een blauwe lucht met flarden wolk.
Anders, zonder buienradar, had ik de dag besteed zoals de hele vorige werkweek: in tropisch rooster werken en dat is ook nog eens Grote Schoonmaak in het wijkcentrum, van 7.00-11.00. Daarna de fiets op, naar een van de watergebieden die mijn stad rijk is: de rivier, of een natuurlijke baai in de zijarm van die rivier, of een aangelegde recreatieplas. Zon, water, boekjes lezen: ik heb al een hele week vakantie.
Onderwijl voor het eerst in wisselende samenstelling en wisselplekken naar Voetbal gekeken, de hitte kleurde oranje en deze WK zal ik wel niet snel vergeten, zoals alle andere keren wel. Kéék ik toen, überhaupt? Keine Ahnung.
Tegelijk was er de afgelopen week een kleine schatkamer vol mooie en ook droevige gebeurtenissen, waar ik anders natuurlijk mijn blogjes aan had gewijd. Stoelen Stofzuigen met R. de vrijwilliger en onderwijl keihard meebrullen met: it is now or never. De Ladder van en naar Overal en Nergens gezien van vriend T. De boeddhistische monnik en de Capucijn visualiseren tijdens een tropische zomeravond in de tuin van J., in het kerkje in Hoorn op Terschelling, waar broeder H. een eclectische huwelijkssluiting van zijn nicht meebeleefde en het stel zegende. Bij mijn eigen "Ryokans bamboebosje", gezeten met vriend E. die deze naam bedacht heeft. Door Loetje, 'mijn' jongere, wild over de dansvloer gesleurd in een stormachtige salsa.
Ach, en nog wel wat meer...Zo'n tropische week in Nederland om nooit meer te vergeten. En vanochtend tijdens die gigantische regenbui, waar de hemel grijs kleurde, dacht ik: O! Mijn vakantie, die komt nog en daarin wil ik heldere lucht kunnen zien, zoals in het volgende gedicht van Hans Andreus die toevallig weer voorbij kwam en die ik ooit in een meditatie gebruikte die ging over Broeder Wind en Wolk in het Zonnelied van Franciscus van Assisi:
Er drijven maar wolken over
wolken van grijs en wit
wolken waar licht op ligt
ik kan aan de wolken geloven.
Er drijven maar wolken over
wolken van langzaam op reis
wolken van grijs en grijs
ik moet aan de wolken geloven.
Ik kijk maar ik kijk er maar naar
ik kijk naar de wolken te kijken
begin op de wolken te lijken
ik drijf als een wolk de hemel weet waar.