Het dringt steeds beter en dieper tot me door: het besef dat elk mens een geheim in zichzelf is. Ik vind het totaal onverklaarbaar hoe er in je een ruimte is waar voortdurend dingen komen en gaan. En dan bedoel ik niet de bijna instinctieve gevoelens en drijfveren. Of stemmingen die door je heen gaan en komen.
Neem zoiets als herinneringen. Hoe werkt dat nou? Hoe kan het dat je voor je geestesoog, en daarbij ook in je hart, delen van je leven kunt herleven? Wat of wie verplaatst zichzelf naar dat gedeelte? Hoe kan het daar gewoonweg aanwezig zijn, alsof je een onstoffelijk deel van jezelf daarheen verplaatst?
Of neem je gevoelens voor een ander mens. Die zijn van de ene kant heel specifiek en tegelijk ook heel algemeen. Het algemene zou je een soort van 'houden van' kunnen noemen, wat is en blijft of je die andere nou nog ziet, of niet. Misschien kan je met de desbetreffende in het gewone leven helemaal niet meer door één deur, maar dat ene, dat 'houen van' blijft. Misschien is dat wat Plato de Eros noemt, waar alles uit voortkomt en dat alles bijeen houdt.
Het is wat in Venetië de calles en campo's zijn: de straten en stegen en nauwe doorgangen; die allemaal weer leiden naar de pleintjes en pleinen. De campo's, de pleinen die zijn er in allerlei soorten en maten. Sommigen zijn zo groot dat er vroeger stierengevechten en paardenraces werden gehouden. Nu wordt daar door kinderen gerolschaatst, gevoetbald en touwtje gesprongen. Ze hebben meerdere ingangen en doorgangen. Andere zijn zo klein dat er hoogstens één bankje staat, een waterput en maar twee wijzen om erop en eraf te komen.
Daarom, wellicht, voelt Venetië ook zo erg aan als mijn eigen brein: al die campo's waarop je even kunt verblijven: het zijn al die intermenselijke plekken met anderen die ik ooit gecreëerd heb en op sommigen kan ik nooit meer vertoeven. Al die donkere en lichte straten en steegjes, de calles, breed en heel smal: het zijn de verbindingen in mijn eigen brein waar ik doorheen dwaal.
In het verleden en soms ook al in de toekomst. Gevoelens voor anderen zijn ook gekoppeld, aan dat wat je je kunt visualiseren: je stelt je met deze een bepaald soort van campo voor en met een ander is het weer heel anders. En soms weet je ook dat je niet meer terug kan naar een campo waar je ooit met een ander was...En soms voel je dat je op een campo zult komen, die je nog niet kent.
Hoe weet je dat? Niet teveel praten. Niet teveel denken. Heel goed luisteren en je ademhaling volgen. Dan weet je soms zonder woorden waar je bent en waar je wezen wil.