woensdag 24 augustus 2022

Dame uit Terschelling

‘Goeiedag, dame uit Terschelling’, zegt de vrouw met halfblond haar met een hond, die bij het toegangshek bij het bos aan het praten was met een meneer met een hond. Ik had er net een vroege ochtendwandeling op zitten. Na twee weken weg uit mijn huisje, beving me bij het ontwaken hetzelfde gevoel als ik aan zee in Mahabalipuram had: vlug opstaan, net na zonsopgang, het ochtendgloren in en genieten van de rust en stilte.

Nu was het: mij ook welkom voelen in het bos en het bos ook weer welkom heten. Toen ik hier pas woonde, maakte ik dagelijks een boswandeling, maar toch zeker al het laatste half jaar, kan het voorkomen dat ik dágen achtereen in huisje en tuin verblijf, dan wel een doelgerichte fietstocht maak, voor proviand, de bieb, een markt en dan bijna twee weken geen enkele wandeling maak. Er kwam een moment dat je voelt: ik woon in een bos, ik hoef er geen rondjes in te gaan maken.

‘Ik zei nog tegen mijn vriendin: zij is voor mij een voorbeeld hoe ik ook wil zijn, zo rustig, zo vrij… Ik ken jou helemaal niet, maar zo komt het over, jij alleen in dat huisje, met dat haar, zo los… kijk ik laat mijn haar nu ook groeien.’ De dame in kwestie is de auteur van het kleine boekje Boslust, een detective die zich hier afspeelt en noemt zich nota bene ‘lifestylecoach’. Op Terschelling vertelde ze me dat ze daar, en van de opbrengst van de boekjes, er schijnt ook al een vervolg op te zijn, niet kon leven en dus een baantje erbij had in haar woonplaats. Zij heeft hier ook een jaar gewoond, ze hoopt dat dit weer terug kan komen, het liefst leeft ze van haar pen. 

Wel apart hoor, dat ik dan op een afstand een voorbeeld voor haar ben! Op Terschelling zei ze dat ze eerst twijfelde of ze me zou aanspreken, ik tuurde op het Groene Strand de verte in en ze wilde mij niet storen. Maar toen zag ze mijn zwarte linnen tas van Vrienden van Oerol, met de tekst: 'Altijd een vriend in de menigte’ en deed ze het toch. Zo raar dat een volkomen onbekende dan ineens aan je vraagt: ‘Jij woont toch in Hoenderloo, op De Woeste Hoogte?' Aan zee, op een eiland! 

Zij heeft zelf een huisje aan de bosrand, met een mooie, gezellige aangelegde tuin, met twee zitjes erin, maar zij roemde mijn huisje: zo’n mooi huisje, precies goed gelegen. Dat vind ik zelf natuurlijk ook: de zichtlijnen zijn helemaal oké. Grappig hoor, zo’n ochtendontmoeting, met zo’n verrassende beeldvorming van haar kant. Ik beaamde overigens wel dat ik mij inderdaad helemaal vrij voel en dat dit en mijn  boshuisje als een geschenk uit de hemel voelt. Dat beaamde zij weer.