Ik ben zo iemand die, wanneer er schaarste dreigt, dan extra intens gaat genieten van wat er is. De laatste stralen zon op een dag. Nog één keer naar je favoriete, al bijna vertrouwde uitzicht op een plek op de wereld, die je bijna verlaten moet. Drie jaar geleden was ik nú in Bali en de foto-assistent kwam met deze collage. Het was vlakbij mijn verblijfplaats, ik liep er elke dag heen.
Nu typ ik hier tegen de klok in, want er is de aankondiging dat er vandaag geen internet is, wegens werkzaamheden eraan en ook de stroom stopt straks een uur. Dus nu wíl ik een blogje schrijven, simpel omdat dit nu nog kan. Ja, dat is een simpel, dierlijk instinct, het slaat nergens op, hébben, verzamelen, een zogenaamde voorraad maken…Tóch ga ik door. Door het fotoboek van Steve Mc Curry uit 1984, voor 1,50€ uit de kringloop, kwam ik er weer op om mijn foto’s uit Bali te bekijken. In het boek volgt hij de monsoon, een jaar lang over de hele wereld. In zijn essay erbij vertelt hij over de onvoorspelbaarheid ervan en de verwoesting die het ook teweeg brengt. Opvallend: geen woord over klimaatverandering, wél dat de wetenschap toen nog steeds de komst van de monsoon niet goed kon voorspellen. Ook is de wereld op sommige plekken toch beter geworden. Het gaat over de ontheemding en het verliezen van oogst in Rajasthan in India maar toen ik daar vier jaar geleden was, bleken er nu goede irrigatiekanalen en systemen te zijn. Ze vangen de regen op en verspreiden dit over het land, zodat de woestijn er nu groen wordt en er rijst geteeld wordt.
Ik was op Bali toen het ook regentijd was. Ik speurde naar foto’s. Het grijze scherm van razende regen vanaf mijn ‘balkon’, met uitzicht op het tempelcomplex van de familie in het midden, met de woningen erom heen. Dat ik schuilde onder een bananenblad en in de overdekte ontmoetingsplek van het grotere tempelcomplex van het dorpje, op het einde van hun straat, middenin de sawa’s.
O! Wat heb ik daar toch veel gezien en meegemaakt. Aan de andere zijde van mijn raam zag ik de dorpelingen met levende, knorrende zwijnen lopen, waarschijnlijk richting weer een ander tempelcomplex aan de andere zijde van het dorp. Die zouden geslacht worden en daar werden dan saté’s van gemaakt voor het aanstaande komende feest, waar de voorouders weer terug zouden komen. Elke familie had haar eigen tempelcomplex al aangekleed en versierd.
De volgende dag, door dezelfde straat, de optocht met de Barong, weer terug van de tempel in de sawa. Op meerdere avonden was er een processie door de hoofdstraat van het dorp.En er woonde een bekende schilder aan de overkant, er waren grote feesten in weer een ander tempelcomplex en hanengevechten, een religieus ritueel, wéér ergens anders. Alles op wandelafstand. Ik was overal de enige toerist, maar viel niet op omdat ik er dan ook een sarong en kabaya droeg.
Zo, dat is gelukt: dit blogje, voordat het internet uitvalt, laat het nu maar gebeuren. Nou, één foto dan nog, voor de feestelijkheid. Die ga ik eerst opzoeken. Maar plaats dit blogje wél alvast, want nu is er nog internet.
En om 16.23 uur dan, dus deze foto: de opgang van mensen met hun geschenken op het hoofd, naar de hoofdtempel, op het hoogste punt in het complex.