Het is 6.00uur in de ochtendschemering en ik word wakker van de vele vogeltjes die hun eerste deuntjes zingen. Dat duurde een kwartiertje en nu is het weer stil. Het is zoiets van ‘Morning has broken ’weet je het al?!, oké dan kunnen we weer even op één oor.’ Bij het kleine tweede paasdagvuur zongen we, een groepje vrouwen en één man, liedjes waar vrouwen in voorkwamen. Suzanne takes you with her, hé tante Julia, Denise-Denise, Michelle my Belle, Celia your breaking my heart, Ze drinkt ranja met een rietje-mijn Sophietje, Annabel het wordt niks zonder jou-, Angie, en nog veel meer. Grappig, ze kenden ‘Sweet Caroline’ niet; het is maar net in welke kringen je verkeert. Ik had een prachtige fietstocht achter de rug; door de Hoge Veluwe en de Ooypolder in lentetooi.
En hier zie je dames koffie drinken, ergens in Berlijn. Er blijken plaatsen te zijn waar dit kan: je krijgt heet water geschonken en het servies, je neemt zelf koffie(poeder) en iets te eten mee. Opnieuw zijn het vrouwen uit de arbeidersklasse. Een dagje uit samen, maar je ziet de zorgen op hun gezichten, die er bijna karikaturaal van worden. Hoe die koffie uit de kan druipt, bruine vlekken op dat witte servies; het leven is niet volmaakt of Instagram-waardig.
‘Zwerfersfatsoen’, heet dit schilderij. De positie van alleenstaande vrouwen in die tijd was niet best. Aangeschoten wild. Tenzij je een plekje vindt waar je rusten kan, ergens buiten de stad.
Zijn oog voor vrouwen die in het nachtleven werken, is vol mededogen. Hier toont hij ze, bijna als een zwerm, tegen een oneindige horizon. Geen man in beeld en alleen jij ziet ze, de kijker naar dit schilderij.
Dit schilderij heet: ‘Zomeridylle’. Iedereen droomt van een eigen plekje op de aarde, dat je zelf bewerken kan. Hetzij letterlijk of figuurlijk. Maar het zal ook altijd gepaard gaan met enige moeite, zoals te zien is in de houding van de vrouw, die enigszins uitgezakt op de stoel hangt.
Er zijn ook schrijnende portretten van vrouwen in houtskool. Je weet niet hoe, maar je ziet het, dat de vrouw rechts een beetje gek is. Hans Baluschek had een groot liefdevol oog voor vrouwen, wat ook bleek dat hij aan vrouwen les gaf op de kunstacademie, wat toen dus not done was. Iemand moet de eerste zijn en dat doen.
Goh, we hebben bij het vuur niet eens Let it Be gezongen, waarvan bekend is dat Mother Mary, hier letterlijk de moeder van Paul Mc Carthy was, niet ‘De heilige maagd Maria.’ We begonnen de hele zangpartij met een aanvankelijk beetje melige ‘We shall overcome’ omdat dit hét afgezaagde kampvuurliedje is, dat ik vanaf mijn kindertijd bij mijn eerste kampvuur op een zomerkamp al hoorde. En toch…niet voor niks, want het blijft een ijzersterk lied, gezongen op keerpunten in de geschiedenis: over menselijke kracht.