maandag 17 november 2014

Heimwee

Gisteren, de meest uitgesproken regen- zondag, zoals die is in boeken: koud, nat diep in de herfst, waar thuis zitten het behaaglijkst is, bekeek ik de Documenta 13-catalogus, het Logbook, van 2012. Acute heimwee overviel me. Wat was dat toch bijzonder: om daar twee en een halve week geweest te zijn. Het hele terrein was geen tentoonstellingsterrein meer, maar een gebied waarin ik leefde tussen kunstwerken. Het ene maakte de ene keer een heel grote indruk op je, maar kon je een andere dag niks zeggen. En al gaande ontstonden er onverwachte verbanden en gingen de kunstwerken ook steeds meer in samenspraak met elkaar voor je leven.

Het is eigenlijk van de gekke, dat zo'n Documenta, waar zoveel energie, aandacht, zorg en visie in zit, voor de meeste mensen een tentoonstelling is, die je hoogsten twee dagen bezoekt. Dan maak je zo'n evenement tot een object, waarnaar je kijkt, dat je scant op iets interessants en dat is zo anders dan er ondergedompeld in te leven.

Heimwee...wat is dat toch een eigenaardig soort van gevoel. Het heeft iets te maken voor mij met plekken en plaatsen en landschappen. Ik kan geen heimwee hebben naar personen die ik niet meer zie, want die leven op een eigen wijze voort in je hart en stanzen dingen in je ziel, die je mede vormen.

Heimwee heeft iets met een besef te maken dat daar waar je was, er iets uitzonderlijks gebeurde. Iets wat de tijd overstijgt, alsof er een inkijk gegeven werd naar een ruimte die het dagelijkse leven veruit overstijgt. Of die dat dagelijks leven tot een soort van elastiek maken: het is allemaal net niet gewoon, net niet te pakken, je vindt jezelf daar terug,of eerder een oeroud deel van jezelf, dat altijd al , als het ware voor je eigen geboorte, peinzend de wereld inkijkt.

De Documenta roept dit op, door het besef dat het allemaal mensenwerk was, dat Kassel tot een deur maakte naar een andere wereld en het besef daarbij, dat het maar 3 maanden duurde en dan volkomen van de aardbodem verdwenen zou zijn.

Een landschap ergens op de aardbol roept het op, soms al terwijl ik er nog was,  doordat je weet dat je er maar even zal verwijlen, dat je er weer vandaan reist, dat het landschap zelf er zal blijven, maar jij niet meer.

Vandaag zag ik foto's die gisteren gemaakt zijn, van de tuin en het landschap rondom het Kapucijnenklooster waar ik een kamer heb gehad en waar ik dus wekelijks was. Dit is weer een andersoortig heimwee: dat klooster zelf, dat een deur was naar een soort van eeuwige tijd, in een tuin die door mensenhanden werd verzorgd, waaronder de mijne toen, dag-in-dag- uit.

Het leek wel of ik een engel was toen. Een engel in de zin van een tussenwezen: met mijn blote handen in de aarde, mijn voeten in de mest en de  modder en tegelijk zo dichtbij... een horizon die telkens wijkt; Iemand of Iets dat  me uitnodigde om thuis te komen.