Ach... wat weet ik eigenlijk van de mensen om je heen? De mensen die je bijna dagelijks ziet in de vorm van personeel bij de Albert Heijn, de bibliotheekmedewerkers en met name de mensen die in het Wijkcentrum komen. Gisteren bij de afterparty van de Kerst-Inn, we zaten met zo'n twaalf rondom de tafel, iemand had een fles likeur uit Duitsland meegenomen, de mannen hadden al heel wat pilsjes op, dan komen de tongen los.
L. had een keertje haar tiet op haar hoofd gezet. Zomaar in de middag in het wijkcentrum, ik was er niet bij. Ik begreep er eerst niks van. Toen keek R. me even doordringend aan en zei: 'Ik zou ook mijn tiet op mijn hoofd kunnen zetten, maar dat doe ik lekker niet'. Toen begreep ik het: borstkanker. Dus ook L. heeft dit gehad en het overleeft. En heeft R. daarom van dat heel dunne haar, waarvoor ze twee jaar geleden een pruik heeft aangeschaft, bedacht ik nu pas.
R. komt meestal als eerste het Wijkcentrum binnengewandeld. Ik ken zijn verhaal wel: dat zijn vrouw een heel lang en pijnlijk ziekbed heeft gehad, maar dat het mooie ervan was, dat ze echt alles met elkaar bepraat hebben, wat er nog te zeggen was. Ze hebben echt afscheid van elkaar kunnen nemen. Hij heeft haar tot de laatste snik thuis verzorgd. Pas zag ik een foto van hen in de bloei van hun leven: wat een leuk stel! Zo stralend en wat was zij een knappe vrouw.
R. houdt zich meestal stil tijdens het kaarten met al die kletsende vrouwen om hem heen, op zijn gezicht een vage glimlach. Maar met de Kerst-Inn gaat hij los. Hij weet dat hij eigenlijk niet goed tegen alcohol kan, en iedereen rondom de tafel weet dat ook. 'Wie brengt je nou zo naar huis? Als je maar niet gaat kotsen, nou ja, we zorgen wel voor je hoor R. dat weet je!' Het ging over De Eerste Keer, buiten. L. en H. hadden het in een boerenschuur gedaan. En toen begon R. smeuïg te vertellen over hij en zijn vrouw achter een transformatorhuisje achter de dijk. De meesten kenden het verhaal al. 'Maar Mirjam nog niet!'
Ze stonden tegen het muurtje, hij met de broek naar beneden en toen dook er van achter ineens een heel grote herdershond op en die kwam dichterbij, met zijn grote tong uit zijn bek en toen...! 'Zo had ik het nog nooit meegemaakt!' 'Nou, ik ken een andere versie van vroeger', zei L.: 'Dat je helemaal niks meer kon presteren!'
Sommigen kennen elkaar al van toen ze jong waren. Ze weten nog wie ze waren van toen. R. is opgegroeid in een café, twee anderen hebben een café gehad in de benedenstad. Ze kennen elkaars lief en leed. R., nu 77 jaar, was best een snelle jongen toen, maar D. heeft voor J. gekozen. J. die nu alzheimer heeft, begon te glunderen. Tot slot deden we met zijn vieren nog een dansje, een lekkere langzame: R. en ik en D. en J. Wat is dit een mooie avond, zei R. een paar keer tegen me.