Ik heb een film gezien die me onverwacht meer deed, dan ik tevoren gedacht had. Het heet The Way, en gaat over de weg naar Santiago de Compostella, de aloude pelgrimsroute. Het gaat over een oogarts in Californië die te horen krijgt dat zijn zoon, met wie hij niet een erg goede band heeft, dood is, verongelukt in een storm in de Pyreneeën, op zijn eerste dag van zijn tocht naar Santiago. Die zoon voldeed niet aan zijn vaders verwachtingen; hij maakte zijn studie niet af en wilde de wereld ontdekken. Vader zegt: 'Je moet kiezen, ik heb voor dit leven gekozen.' En de zoon die zegt: 'Er valt niks te kiezen in het leven, je lééft je leven.'
Deze herinnering springt op bij Martin Sheen, die de vader speelt. Hij reist af naar Frankrijk om zijn zoon op te halen en besluit dan, instant, zijn zoon te laten cremeren en de tocht naar Santiago te maken met de spullen van zijn zoon. Op allerlei plekken strooit hij wat as van zijn zoon uit. Die zoon komt in flashbacks, of wellicht als een soort van verschijning, telkens naast hem lopen, kijkt naar hem, zwaait. En die zoon lijkt in de film heel erg op hem. Zó erg dat ik even dacht dat Martin Sheen een dubbelrol speelt.
Maar het is zijn echte zoon, Emilio Estevez, die de film ook geschreven en geregisseerd heeft. Tijdens het kijken had ik zelf al aan associatie met Apocalyps Now, waar Martin Sheen, nog jong toen, ook een reis onderneemt, maar dan de tropische jungle in, naar het Hart van de Duisternis, naar een boek van Joseph Conrad, een soort van hel. Op zoek naar een hoogste commandant in de Vietnamoorlog die gek is geworden en daar zijn privé koninkrijk gemaakt heeft. Het blijkt dat Emilio als kind bij die opnamen in de Philipijnen aanwezig is geweest en toen erg geleden heeft: Zijn vader was toen alcoholist en liet hem aan zijn lot over.
In The Way zie je een soort van omgekeerde reis: op weg naar.... loutering? .... een andere wijze van in het leven staan... Of ook wel het verhaal over de weg naar huis te vinden, zoals Dorothy in The Wizard of Oz. Van nuchtere, gesloten, no-nonsense man ontdooit Sheen langzamerhand, en vindt drie andere tochtgenoten, die gemodelleerd zijn naar de metgezellen van Dorothy: Joost, een Nederlander, dikbuikig, grootmoedig, is de laffe leeuw, een Canadese vrouw, de Thin Man, zonder hart, en een Ierse schrijver met een writers block, de vogelverschrikker zonder hersens.
Martin Sheen is op latere leeftijd katholiek geworden en heeft de camino gelopen en de film is dus heel dicht op de persoonlijke huid verteld en geregisseerd. Hij liep werkelijk met veel pelgrims op, maakte met iedereen een praatje en de zoon die de film gemaakt heeft, is ook werkelijk begaan met zijn vader en de gezamenlijke wegen die ze bewandeld hebben, op weg naar huis.
Ik herken dat wel: dat onderweg-zijn, als een pelgrim. Hoe dan een heel ander soort contact tussen mensen ontstaat. De film is wat geromantiseerd: mooie shots van het landschap: dat ze langs hete, stoffige asfaltwegen lopen, zie je niet. Iedereen blijft er fris en monter uitzien. Blaren, vuiligheid, zweetlucht je ruikt het niet en je ziet het nauwelijks. Maar van harte wens je op het einde van de film iedereen en jezelf in het bijzonder toe: Buono Camino!