maandag 31 augustus 2015

Song Dong in Groningen

Ik zou er eigenlijk niks over moeten zeggen want dat past bij de  eigen innerlijke instelling van Song Dong, een Chinese kunstenaar die nu in Groningen een grote overzichtstentoonstelling heeft. 'Art = Life' en dus ook omgekeerd, is zijn motto. Op Dokumenta 13 had hij een Doing Nothing Garden gemaakt, twee grote modderbergen waar gras en wilde bloemen gingen groeien, die ik in de loop van de twee weken dat ik er was, steeds weelderiger zag worden en waar steeds meer mensen bij gingen zitten en hangen.

Doing Nothing: dat is het Taoïstische principe van Wu Wei: het gaat niet om een doel of een resultaat:  Leef gewoon met aandacht, dan doe je vanzelf iets en dan doe je ook genoeg. Dus schrijft Song Dong met water op stenen en papier, anekdotes en herinneringen van zijn moeder aan hem en eigen herinneringen, op kleine vierkante gele papiertjes. Het deed mij aanvankelijk  denken aan het nepgeld dat je verbrandt bij Chinese begrafenissen, met het geloof dat dit geld bij de voorouders wel materieel wordt. Keurig in een glazen vitrine lagen daar 5x6  stapeltjes papier, voor elke levensjaar één, van verschillende hoogte, maar er stond niks meer op, dat was allang verdwenen.

Een grote zaal ernaast was ingericht met dezelfde vorm grote vierkante stenen met houten vierkante zitplekken in natuurkleuren van dezelfde hoogte als de stenen, en daar kon je zelf een penseel in water dopen en iets opschrijven. Waarom zou je? Zo'n nutteloze handeling, die niks oplevert. Maar zo is het bij alles wat je doet. lijkt Song Dong te willen zeggen, alles verandert, alles vergaat, maar dát je iets doet met liefde, daar gaat het om.

Ontroerend was het, dat véél wat Song Dong doet, te maken heeft met zijn directe familie. Mooi dat dit kon. Beide ouders waren ingenieurs, en zagen zijn kunstenaarschap aanvankelijk niet zo zitten, maar beide ouders hebben hem uiteindelijk geaccepteerd en zijn gaan geloven in hem.
Van zijn vader was hij vervreemd, omdat die tijden niet thuis woonde door de Culturele Revolutie. Maar uiteindelijk heeft hij met zijn vader meerdere projecten gedaan. Eén ervan heet Touching Father. Met een virtuele hand van licht raakt hij zijn vader aan. En zijn hand gaat door het water, waar een filmpje van zijn vader bij de voorouder-tempel in geprojecteerd is. Hij streelt zijn vader, als het ware, maar het beeld verdwijnt daardoor ook.
In een andere installatie zie je zijn vader aan de ene kant en hij aan de andere. Ze zijn gescheiden van elkaar door spiegelend folie. Daarin zien ze dus eerst zichzelf weerspiegeld. Dan wordt het folie in brand gestoken en gaandeweg verschijnt die andere in het echt: Ze zien  elkaar.

Met zijn moeder heeft hij een gezamenlijk kunstproject gedaan, door grote delen van de spullen die zij in de loop van een heel leven heeft verzameld in museumzalen uit te stallen. Hierdoor kreeg zijn moeder weer zin in het leven. Kunst redde de familie weer, net zoals hij al ervaren had met zijn vader.
Het was een heel inspirerende tentoonstelling, waar vriend E. en ik urenlang hebben rondgekeken.

Website van de tentoonstelling.

donderdag 27 augustus 2015

The Slave's Lament

Het is toch werkelijk vreselijk. Er zijn weer 51 mensen gestikt op een vluchtelingenboot. Het haalt geeneens meer een krantenkop, het staat in een van de zij-berichten in de krant. Het kan toch niet zijn dat wij daar gewoon aan gaan wennen? 'Wij': dat zijn alle mensen in dit rijke Europa, dat continent vol ongekende mogelijkheden, iedereen enigszins zonder honger en een dak boven het hoofd, in redelijke veiligheid.

De Middellandse Zee, ooit voor mij alleen maar geassocieerd aan dat oude lied uit mijn kindertijd, vol heimwee: Middellandse zee, souvenir uit mijn dromen, enkel al het woord is als wijn op de tong, krijgt steeds meer associaties met een massagraf. Op de Biënnale ontdekte ik dat ook de Golf een gebied is waar een veredelde vorm van slavernij aan de gang is.

De Verenigde Arabische Emiraten, een zeer rijke oliestaat bouwt op Saadiyat Eiland, in Abu Dhabi, de hoofdstad o.a. een nieuw Gugenheim-Museum, ontworpen door Frank Gehry. Er komt ook een afdeling van het Louvre en het British Museum. Dit gaat om prestige en macht, en de arbeiders die het bouwen worden gehaald uit de omringende landen van de Golf; Bangladesh en India.

Ze worden gelokt via het oude Kafala-systeem, dat vroeger wel de mogelijkheid heeft gegeven tot rijke handelsbetrekkingen en migratie rondom de Golf. Dat betekent dat hun reis voorgeschoten wordt en ze dat in termijnen, al werkend terug kunnen betalen. Mooi, als alle verhoudingen gewoon goed zijn, maar helaas, veel arbeiders zitten nu dus met een gigantische schuld, die alleen al minstens twee jaar duurt om die terug te kunnen betalen, ze worden gehuisvest in grote stoffige barakken aan de rand van de woestijn,  moeten daar ook voor betalen en kunnen uiteindelijk een heel klein bedrag naar het thuisfront sturen.

In de arena van de Biennale waren daar bijeenkomsten aan gewijd. Hoe zorg je voor een lange-termijn protest om de omstandigheden werkelijk beter te maken en hoe ga je daar als kunstenaar mee om? Gugenheim is een zeer prestigieuze naam, garant voor een spectaculair gebouw, zoals in Bilbao. 52 kunstenaars hebben elke week een eigen protest ontworpen en men hoopt dat de dialoog achter de schermen uiteindelijk vruchten zal afwerpen. Het blijkt dat men met gemak de arbeidsomstandigheden zou kunnen verbeteren, iets van een wil is er ook, alleen is men bang dat er een wereldwijd precedent wordt geschapen.

Dát is de echte ellende: als je ergens op de wereld voor betere arbeidsomstandigheden zorgt, dan zou dat voor alle arbeiders wereldwijd kunnen gaan gelden. Denk aan al die naaiateliers in China en Bangladesh en al die eindeloze hallen waar alle goederen voor het Westen in elkaar worden gezet. Of bloemkwekerijen in Afrika waar vrouwen via de huid vergiftigd worden bij het plukken, de gevaarlijke mijnen waar de grondstoffen voor computers worden gewonnen. Enzovoort.

Zucht, kreun, wat heeft het voor zin om daar allemaal aan te denken? In mij zingt nu de Slave's Lament rond van de kunstenaar Graham Fagen, de Schotse bijdrage aan de Biënnale in Pallazzo Fontana. Je komt langs een sculptuur dat op een kale boom lijkt met het uiterlijk van dikke touwen, die ik meteen associeerde aan vrijheid en gebondenheid tegelijkertijd,je bestijgt de trappen in dat pallazzo en je hoort in de verte al een stem zingen. Vier monitoren op ooghoogte naast elkaar, zo gefilmd dat je ook het harde werken van de musici ziet, een zanger,  een viool, een cello en een bas , muziek gecomponeerd op een poëzietekst uit 1792 van Robert Burns, die nog steeds actueel is: The Slave's Lament: Verlangen, lotsbestemming... Bitterzoet.

dinsdag 25 augustus 2015

Out of the blue

Vandaag at ik als lunch de laatste sardientjes in uien, zoet gemarineerd, een Venetiaans gerecht, vroeger uitgevonden om de vele sardientjes langer goed te houden. Ik zocht de spullen op van Documenta 11, waar  Okwui Enwezor ook curator van is geweest, evenals bij deze Biënnale in Venetië. Het was voor mij de eerste Documenta waar ik heenging en weet vooral nog dat ik overweldigd was door het aanbod.

Duizelingwekkend veel videofilms, veel te veel voor die twee dagen dat ik er toen overheen liep. Enwezor heeft indertijd de kunst uit een Westerse cocon gehaald en kunstenaars uit de hele wereld een podium gegeven. Nu lees ik in een gekopieerd krantenartikel terug dat het hem vooral gaat over ideeën die kunstenaars vertegenwoordigen. Hij zegt daarin: "We leven in een instabiele tijd. Het wordt tijd dat we de scheuren helen die door het imperialisme zijn ontstaan. Kunst kan een belangrijke rol spelen bij het oplossen van ethische vraagstukken". Het was vlak na 9/11.

Misschien komt het door Enzewor dat ik pas echt geïnteresseerd ben geraakt in kunst omdat hij met zijn visie het exclusieve en elitaire wat er rondom kunst hing, doorbrak. Ik weet nog dat ik in 1983 ook in Venetië was en H. mijn toenmalig vriendje naar de Biënnale wilde, maar ik mijn neus ervoor optrok, ik hoefde niet zo nodig naar zoiets voor de High Brow.

Nu hoor ik precies bij de middenmoot van Documenta- en Biënnale-bezoekers. Hans Haacke een kunstenaar, doet daar al jaren onderzoek naar. Ook nu kon je een vragenlijst invullen en het resultaat was op een grote wand geprojecteerd. Wat blijkt? 43% van de bezoekers heeft een inkomen dat lager is dan 20.000 euro per jaar. Ook is 45% een gewone belangstellende en heeft op geen enkele wijze een professionele band met kunst.  Hetzelfde soort percentage heeft ooit kunst gekocht dat tussen de  0-1000 euro kostte. Dat ben ik dus allemaal. Meer dan driekwart van de mensen is hetero, net als in het gewone leven, de leeftijdsopbouw is geheel gemêleerd, en bij deze Biennale was 6% homo, 2% lesbisch en 7% bi. Een derde, ongeveer, heeft van oorsprong een Rooms-katholieke achtergrond, meer dan 20% heeft geen enkele godsdienstige achtergrond.

Zomaar wat feitjes...hoe je ergens in terecht komt en mainstream bent. Maar daarom typ ik dit blogje niet. Ik typ het omdat het krantenartikel waar ik in het begin uit citeer aan mij door Vader is gegeven. Die was eerder dan ik op dezelfde Documenta. Op een plattegrond die hij kennelijk ook meegaf staat: Veel plezier! Het krantenartikel vertelt ook over een videofilm Out of the Blue, waar Zarina Bhimji, geboren in Uganda als dochter van Indiase immigranten en sinds haar elfde woonachtig in Engeland terug gaat naar de plek waar ze opgroeide.

Het is een film zonder tekst, zonder uitleg, zonder hoofdrolspelers maar vol trage beelden van kapotgeschoten huizen, achtergelaten schoenen, spinnenwebben, verlaten gevangenissen en vervallen begraafplaatsen. Vader heeft de titel van deze film omcirkeld met balpen en erbij geschreven: 'Zeer aangrijpend en knap.' Dat zou ik ook zo kunnen zeggen, van zo'n  soort film. Ineens is daar de familieband, hij die eerder dezelfde soort dingen ervoer als ik, Out of the Blue.

maandag 24 augustus 2015

Uitgevonden leefomgeving

De eerste dagen in Venetië gebeurde het dat ik in Venetië liep en plotseling het gevoel had dat ik droomde. Ik zei dan tegen mezelf: 'O, je droomt en je weet nu dat je droomt...je zit nu dus in een lucide droom... o, nee, je bent er écht, dit is de werkelijkheid!' Op de één na laatste dag gebeurde het weer: Je droomt, zei ik tegen mezelf.' O,nee je bent er nog, dit is geen droom.'

Ook gebeurde het me dat de straten in Venetië zich als vanzelf veel meer bevolkten met mensen van vroeger. Ik zag mensen in middeleeuwse kleding, ik zag vrouwen achter de ramen zitten in hun palazzo's aan het Canal Grande, ik zag mensen staan op hun balkons, en het St Marcoplein met kooplieden, mensen in lange rokken, pijen en capes om: sjiek en met een gevolg om zich heen, of schuifelend over de grond, zichzelf en schaarse goederen om zich heen garend.  Dat is dus toch het resultaat van de vele verhaaltjes die ik kort tevoren had gelezen.

Thuis word ik weleens wakker en dan weet ik dat ik van Venetië gedroomd heb, bedekt met een dun laagje sneeuw. Bij sommige klassieke muziek, zie ik de verschillende seizoenen voor mijn geestesoog door Venetië gaan. Ja, Venetië blijft een heel speciale plek voor mij. Het maakt me vrolijk: alsof je geest je meerdere kansen geeft, om ergens te zijn.

Nu alweer bijna een week thuis, gebeurde me dit weekend als het ware het omgekeerde. Ik kon me ineens zo goed voorstellen wat voor een prachtig landschap het is; mijn woonomgeving, door Venetiaanse ogen. Als je voornamelijk leeft tussen de bruggetjes en de smalle kanalen, voortgaand van smalle steegjes die nergens naar toe gaan en op het water uitkomen, naar de grotere pleinen, weinig groen, alles gedragen door het water.

Wat is dit dan prachtig, een soort van groen paradijs, waar je doorheen kunt gaan in een rechte weg. Een ruisende populierenlaan, een lange weg met beukenbomen aan weerzijden, koeien die log en zwaar grazen en in de schaduw van de bomen liggen, een ganzenvlucht boven je, weilanden, bloemen, kleine sloten, zoveel verschillende loofbomen, tuintjes met bloemen, moestuinen, de brede rivier met de grote boten, die bijna hetzelfde geluid geven als de vele boten in Venetië, een strakke horizon.

Ik zag landschapsarchitect Adriaan Geuze bij Zomergasten en dan weet je weer dat Nederland een volkomen cultuurlandschap heeft, dat bijna elk stukje grond gewonnen is uit het water. Dat delen Venetië en Nederland met elkaar: een leefomgeving die opgestaan is uit het water, door het genie van mensen bedacht en ontstaan. Het soort beweging die constructief is, laag op laag gebouwd is en uitgevonden is, ik vind dat heel opwekkend.

donderdag 20 augustus 2015

Venetiaanse ongemakken

Er was een t-shirt in Venetië te koop met daarop: Venetian Nightlife, met daaronder een heel grote zwarte rat. Zo eentje heb ik er inderdaad zien schuifelen, langs een gevel, in het duister, zó groot, het zou bijna een bever kunnen zijn. Gelukkig was ik er van gescheiden door het water, een smal kanaal. Brrr, je moet er toch niet aan denken dat die werkelijk rakelings langs je arm strijkt. Het beest leek ook niet schuw: hoe zou het er in de diepe nacht zijn, misschien krioelt het dan wel van de ratten over de straten...

Tijd om eens de negatieve kanten van Venetië te noemen. Allereerst is daar af en toe de bijna onverdraaglijke hitte. Er kan een warme wind waaien, de sirocco geheten en gecombineerd met 36 graden Celsius is zelfs de verkoeling in de zee niet genoeg. Je lichaam warmt op, het lijkt alsof je bloed een beetje gaat koken. Ergens minstens een uur in de airco doorbrengen, is het enige wat een beetje helpt. Gelukkig waren daar de binnenpaviljoens op het Biënnale-terrein, heerlijk koel, mmmm. Eerdere keren bleef ik lang in een goedkoop selfservice-restaurant met wifi en onderhield ik me met familieleden, die toen wereldwijd in St Francisco en de Canarische eilanden vakantie hielden. Vond ik wel kicken, in zo'n Whatsapp-groep.

Dan zijn er de muggen die vlak na zonsondergang zowel aan de kant van de lagune, als bij zee en ook op de vaporetto's opduiken, weet ik uit ervaring, en héél jeukend je steken. Gecombineerd met hitte heeft dat iets verstikkends en kleverigs. Dus ook daarvoor heb ik gaandeweg een oplossing gevonden: ofwel in mijn tent met alle ritsen dicht, op de enige koele dag die ik er heb meegemaakt of dán je boodschappen doen in de Supermarkt, die nu Conrad heet en eerder Billa. Boven de koeling hangen en uitgebreid de vleesproducten bekijken. Het duurt een half uur: als je dan als het donker is weer buiten staat , heb je nergens last van.

Dan zijn er nog de stormen met heel harde regen en bliksem en donder die helemaal tot in je ingewanden natrillen. Ik denk dat het water allom, de camping ligt op de uiterste punt van het Lido, met de lagune en de zee eromheen, het geluid enorm versterken. Dan zit je in je tentje en ben je werkelijk wel even bang of het dit houdt. Buren hoorde ik gillen en jammeren, ze begonnen hun tent in het noodweer af te breken, wat mislukte. 's Ochtends vroeg lag de tent verfrommeld in een hoek en ze kwamen met hun auto terug om die op te halen. Wat ze in die andere uren in de nacht gedaan hebben, ik weet het niet.

Nou, dat was het ongeveer aan nadelen. Ik zou werkelijk niks anders weten. Dit jaar heb ik het koken met de hooikist-methode voor het eerst gebezigd: pasta alleen maar laten koken, en daarna in je slaapzak wikkelen. 10 minuten later kwam het er perfect, al dente weer uit. Een simpele saus of pesto erdoorheen en een bordje met verse salade met knapperige scherpe rucola en zoete balsamico-stroop, en ik was helemaal gelukkig. Mijn wensen zijn dan allemaal vervuld. Ik heb in al die tijd niet eens een echt Italiaans ijsje genuttigd. Vond dat wat overdreven met al die rijkdom die ik al ervoer.

Travellers

Ik ben pas één keer er in het klooster bij geweest: De viering van het feest van Clara op 11 augustus. Het valt precies in mijn eigen vakantieperiode, vandaar. Dat neemt niet weg, dat ik die dag wel al een hele tijd bewust beleef. Zo'n beetje als mijn eigen verjaardag. Het blijft een speciale dag. In 2012 was ik voor onbepaalde tijd naar Kassel gegaan, voor de Dokumenta en toen ineens, bedacht ik om weer naar huis af te reizen, om eindelijk eens Clara's feestdag in het klooster te vieren.

Dit jaar in Venetië werd het ook wel een speciale dag. Ik had bedacht om naar de inzending te gaan van IJsland, waar een kunstenaar iets zou maken in samenwerking met de Moslimgemeenschap van Venetië, iets met de kalender met de gebedstijden die met de maanstand in oogschouw genomen, jaarlijks worden vastgesteld. Eerst was de locatie niet bekend, en toen bleek het bij een christelijk kerkje te zijn. Het leek me een aardig begin van de dag: zo'n kruisbestuiving van verschillende disciplines, rondom gebedstijden; wel in de geest van Clara, dacht ik.

Op de vaporetto werd ik ineens opzij geduwd  door de dame naast me: 'Espacio!' riep ze naar me, wat zoiets als 'ik wil ruimte hebben', betekent, schat ik zo in. Ik stond bij de knop waar de aanlegtouwen omheen gewikkeld worden, dus was ik iets haar kant opgeschoven. Nou. Dat was voor het eerst  en het is  ook de enige keer gebleven, dat me dat is overkomen op een vaporetto: weggeduwd worden! Ik zag toch  iets  bekends   om haar pols, iets met houten kralen. Ik keek nog eens goed en zag er een Tau-teken aan bungelen. Hoe vreemd op een dag als deze,dit, zo.

De vaporetto voer verder en daar wandelde ineens een Thaise  boeddhistische monnik in het oranje. Soortgenoten in allerlei soorten en maten, dacht ik en keek nog eens naar de mevrouw naast me, haar Tauteken bungelde mee in de wind. Zoekend in de hitte, vond ik het kerkje in de steigers: maar geen enkel teken van andere activiteit, nergens islamitische gebedstijden te bekennen. Een missie zonder iets gezien  te hebben: maar géén resultaat, is ook resultaat, leerde ik ooit bij het vak wetenschapsbeoefening.

 Ik ging wat dwalen in het mij zo geliefde Venetië, me onderwijl afvragend: zou de  kunstenaar geen overeenstemming hebben kunnen bereiken met de Moslimgemeenschap, zou de locatie verplaatst zijn? Ondertussen was in mijn stad de Clara-viering in het klooster voorbij. Ik botste zowat tegen een geheel in zwart geklede orthodoxe Jood aan. Goh, nu was ik alweer aanbeland bij het Joodse Ghetto, jonge mannen,  zwarte broeken en witte overhemden en keppeltjes op liepen af en aan.

Toch leuk, om op een dag als deze vertegenwoordigers van de verschillende wereldgodsdiensten tegen te zijn gekomen, dacht ik. Tijd om naar het strand te gaan. Daat las ik in Just Kids, de autobiografie van Patti Smth over haar jonge jaren waar ze een liefde/vriendschap had met Robert Mapplethorpe, straatarm, zoekend naar hun roeping. Kunstenaar zijn, wat is dat en hoe? Experimenten met collages, foto's, poëzie. Van esoterie naar de drugs, pure armoede en  geld bijeengaren door hussler te zijn of bijzondere boeken voor niks op de kop tikken en dan duur door verkopen. Wat is de wereld toch verbazingwekkend gevarieerd!

Plots werd mijn oog getrokken naar een tak achter me in het zand. Ik werd ernaar toe gedreven, wat gek. Ik raapte het op en bekeek het eens goed. Ik dacht aan de takken van de Australische Fiona Hall, die aan de kust in Nieuw Zeeland Travellers had gevonden: takken, verweerd en door de zee ingesleten: allemaal creaturen, herkenbare beesten en vreemde wezens, die gereisd hadden en nu daar aangespoeld waren en een nieuw leven begonnen. Ik keek naar mijn tak: een wezen met bolle ogen, een beetje grijnzend keek het me aan.

Wie ben jij? Waarom kom ik jou tegen op een dag als deze? Ik keek nog eens goed. Toen zag ik dat het de Barong was: het Balinese wezen,  het symbool van  het goede.

dinsdag 18 augustus 2015

Eens, ooit, waar, daar

Vanochtend verliet ik in het ochtendgloren Venetië. De grote veerboot vanaf het Lido was zo goed als leeg en op het bovendek keek ik uit op een leeg San Marcoplein, lege kades, geen  enkele gondelier, die waren nog niet aan het werk. Een enkel mens liet zijn of haar hond uit. Dat kon ik niet goed zien vanuit de verte. Op de vaporetto naar het busstation alleen wat slaperige hoofden en personeel van de vaporetto's aan het begin van hun werkdag. Geen toerist te bekennen. Zo is Venetië achter de schermen.

Ik zou willen dat ik kon beschrijven hoe het is om drie weken lang te zwijgen en alleen maar te zijn, te voelen, te beleven.  In een soort van luilekkerland: de stad, de zee, de Biënnale die de hele wereld binnen  bracht, All The World's Futures geheten, waar ditmaal veel kunstenaars als profeten van deze tijd intens kijken, analyseren, aanklagen en tegelijk dingen maken: Geest die materie wordt, want dat is wat een kunstenaar doet.

Het is alsof je de pols opneemt of aan de halsslagader kan voelen hoe het met deze wereld gesteld is. Gerund door het kapitaal dat net zoals zwaartekracht overal aanwezig is. Zo vanzelfsprekend worden we er door bepaald, dat je het bijna vergeet. Dus wordt er gedurende de zeven maanden die de Biënnale duurt, in een arena het hele Kapitaal van Marx voorgelezen. Zoals een ritueel bij de sikhs, die 72 uur lang een heilige tekst voorlezen.

En dan plotseling een meisje op een video horen voorlezen dat Franciscus van Assisi iemand is geweest die radicaal met het kapitaal gebroken heeft en de bekende zinnen te horen: Broeder Zon, Zuster Maan, mensen als broeders en zusters!

Want door dat kapitaal worden we allemaal onderhandelaars, doen we aan verschuiving en ruil van goederen en talenten. Ineens begreep ik waarom ik er zo gigantisch op tegen was, om in het klooster een 'vrijwillige bijdrage van 5 euro'  te vragen. Dat is de taal en de zijnswijze van het kapitaal bezigen: ergens moeten er plekken zijn waar dit niet gebeurd. 

Er was een kunstenaar die elke dag een bijna onzichtbaar vliegtuigje door de ruimte liet zweven. Het nakeek, zorgvuldig weer oppakte en weer de ruimte in wierp, telkens weer. Zo zag elke dag er voor mij uit: ik liet een vliegtuigje op van mijn gedachten en zag het elke keer ergens landen, en dan weer, en weer...Het geeft me een gevoel van dankbaarheid dat ik zo'n tijd heb kunnen leven.