Het is toch werkelijk vreselijk. Er zijn weer 51 mensen gestikt op een vluchtelingenboot. Het haalt geeneens meer een krantenkop, het staat in een van de zij-berichten in de krant. Het kan toch niet zijn dat wij daar gewoon aan gaan wennen? 'Wij': dat zijn alle mensen in dit rijke Europa, dat continent vol ongekende mogelijkheden, iedereen enigszins zonder honger en een dak boven het hoofd, in redelijke veiligheid.
De Middellandse Zee, ooit voor mij alleen maar geassocieerd aan dat oude lied uit mijn kindertijd, vol heimwee: Middellandse zee, souvenir uit mijn dromen, enkel al het woord is als wijn op de tong, krijgt steeds meer associaties met een massagraf. Op de Biënnale ontdekte ik dat ook de Golf een gebied is waar een veredelde vorm van slavernij aan de gang is.
De Verenigde Arabische Emiraten, een zeer rijke oliestaat bouwt op Saadiyat Eiland, in Abu Dhabi, de hoofdstad o.a. een nieuw Gugenheim-Museum, ontworpen door Frank Gehry. Er komt ook een afdeling van het Louvre en het British Museum. Dit gaat om prestige en macht, en de arbeiders die het bouwen worden gehaald uit de omringende landen van de Golf; Bangladesh en India.
Ze worden gelokt via het oude Kafala-systeem, dat vroeger wel de mogelijkheid heeft gegeven tot rijke handelsbetrekkingen en migratie rondom de Golf. Dat betekent dat hun reis voorgeschoten wordt en ze dat in termijnen, al werkend terug kunnen betalen. Mooi, als alle verhoudingen gewoon goed zijn, maar helaas, veel arbeiders zitten nu dus met een gigantische schuld, die alleen al minstens twee jaar duurt om die terug te kunnen betalen, ze worden gehuisvest in grote stoffige barakken aan de rand van de woestijn, moeten daar ook voor betalen en kunnen uiteindelijk een heel klein bedrag naar het thuisfront sturen.
In de arena van de Biennale waren daar bijeenkomsten aan gewijd. Hoe zorg je voor een lange-termijn protest om de omstandigheden werkelijk beter te maken en hoe ga je daar als kunstenaar mee om? Gugenheim is een zeer prestigieuze naam, garant voor een spectaculair gebouw, zoals in Bilbao. 52 kunstenaars hebben elke week een eigen protest ontworpen en men hoopt dat de dialoog achter de schermen uiteindelijk vruchten zal afwerpen. Het blijkt dat men met gemak de arbeidsomstandigheden zou kunnen verbeteren, iets van een wil is er ook, alleen is men bang dat er een wereldwijd precedent wordt geschapen.
Dát is de echte ellende: als je ergens op de wereld voor betere arbeidsomstandigheden zorgt, dan zou dat voor alle arbeiders wereldwijd kunnen gaan gelden. Denk aan al die naaiateliers in China en Bangladesh en al die eindeloze hallen waar alle goederen voor het Westen in elkaar worden gezet. Of bloemkwekerijen in Afrika waar vrouwen via de huid vergiftigd worden bij het plukken, de gevaarlijke mijnen waar de grondstoffen voor computers worden gewonnen. Enzovoort.
Zucht, kreun, wat heeft het voor zin om daar allemaal aan te denken? In mij zingt nu de Slave's Lament rond van de kunstenaar Graham Fagen, de Schotse bijdrage aan de Biënnale in Pallazzo Fontana. Je komt langs een sculptuur dat op een kale boom lijkt met het uiterlijk van dikke touwen, die ik meteen associeerde aan vrijheid en gebondenheid tegelijkertijd,je bestijgt de trappen in dat pallazzo en je hoort in de verte al een stem zingen. Vier monitoren op ooghoogte naast elkaar, zo gefilmd dat je ook het harde werken van de musici ziet, een zanger, een viool, een cello en een bas , muziek gecomponeerd op een poëzietekst uit 1792 van Robert Burns, die nog steeds actueel is: The Slave's Lament: Verlangen, lotsbestemming... Bitterzoet.