donderdag 20 augustus 2015

Travellers

Ik ben pas één keer er in het klooster bij geweest: De viering van het feest van Clara op 11 augustus. Het valt precies in mijn eigen vakantieperiode, vandaar. Dat neemt niet weg, dat ik die dag wel al een hele tijd bewust beleef. Zo'n beetje als mijn eigen verjaardag. Het blijft een speciale dag. In 2012 was ik voor onbepaalde tijd naar Kassel gegaan, voor de Dokumenta en toen ineens, bedacht ik om weer naar huis af te reizen, om eindelijk eens Clara's feestdag in het klooster te vieren.

Dit jaar in Venetië werd het ook wel een speciale dag. Ik had bedacht om naar de inzending te gaan van IJsland, waar een kunstenaar iets zou maken in samenwerking met de Moslimgemeenschap van Venetië, iets met de kalender met de gebedstijden die met de maanstand in oogschouw genomen, jaarlijks worden vastgesteld. Eerst was de locatie niet bekend, en toen bleek het bij een christelijk kerkje te zijn. Het leek me een aardig begin van de dag: zo'n kruisbestuiving van verschillende disciplines, rondom gebedstijden; wel in de geest van Clara, dacht ik.

Op de vaporetto werd ik ineens opzij geduwd  door de dame naast me: 'Espacio!' riep ze naar me, wat zoiets als 'ik wil ruimte hebben', betekent, schat ik zo in. Ik stond bij de knop waar de aanlegtouwen omheen gewikkeld worden, dus was ik iets haar kant opgeschoven. Nou. Dat was voor het eerst  en het is  ook de enige keer gebleven, dat me dat is overkomen op een vaporetto: weggeduwd worden! Ik zag toch  iets  bekends   om haar pols, iets met houten kralen. Ik keek nog eens goed en zag er een Tau-teken aan bungelen. Hoe vreemd op een dag als deze,dit, zo.

De vaporetto voer verder en daar wandelde ineens een Thaise  boeddhistische monnik in het oranje. Soortgenoten in allerlei soorten en maten, dacht ik en keek nog eens naar de mevrouw naast me, haar Tauteken bungelde mee in de wind. Zoekend in de hitte, vond ik het kerkje in de steigers: maar geen enkel teken van andere activiteit, nergens islamitische gebedstijden te bekennen. Een missie zonder iets gezien  te hebben: maar géén resultaat, is ook resultaat, leerde ik ooit bij het vak wetenschapsbeoefening.

 Ik ging wat dwalen in het mij zo geliefde Venetië, me onderwijl afvragend: zou de  kunstenaar geen overeenstemming hebben kunnen bereiken met de Moslimgemeenschap, zou de locatie verplaatst zijn? Ondertussen was in mijn stad de Clara-viering in het klooster voorbij. Ik botste zowat tegen een geheel in zwart geklede orthodoxe Jood aan. Goh, nu was ik alweer aanbeland bij het Joodse Ghetto, jonge mannen,  zwarte broeken en witte overhemden en keppeltjes op liepen af en aan.

Toch leuk, om op een dag als deze vertegenwoordigers van de verschillende wereldgodsdiensten tegen te zijn gekomen, dacht ik. Tijd om naar het strand te gaan. Daat las ik in Just Kids, de autobiografie van Patti Smth over haar jonge jaren waar ze een liefde/vriendschap had met Robert Mapplethorpe, straatarm, zoekend naar hun roeping. Kunstenaar zijn, wat is dat en hoe? Experimenten met collages, foto's, poëzie. Van esoterie naar de drugs, pure armoede en  geld bijeengaren door hussler te zijn of bijzondere boeken voor niks op de kop tikken en dan duur door verkopen. Wat is de wereld toch verbazingwekkend gevarieerd!

Plots werd mijn oog getrokken naar een tak achter me in het zand. Ik werd ernaar toe gedreven, wat gek. Ik raapte het op en bekeek het eens goed. Ik dacht aan de takken van de Australische Fiona Hall, die aan de kust in Nieuw Zeeland Travellers had gevonden: takken, verweerd en door de zee ingesleten: allemaal creaturen, herkenbare beesten en vreemde wezens, die gereisd hadden en nu daar aangespoeld waren en een nieuw leven begonnen. Ik keek naar mijn tak: een wezen met bolle ogen, een beetje grijnzend keek het me aan.

Wie ben jij? Waarom kom ik jou tegen op een dag als deze? Ik keek nog eens goed. Toen zag ik dat het de Barong was: het Balinese wezen,  het symbool van  het goede.