Vanochtend verliet ik in het ochtendgloren Venetië. De grote veerboot vanaf het Lido was zo goed als leeg en op het bovendek keek ik uit op een leeg San Marcoplein, lege kades, geen enkele gondelier, die waren nog niet aan het werk. Een enkel mens liet zijn of haar hond uit. Dat kon ik niet goed zien vanuit de verte. Op de vaporetto naar het busstation alleen wat slaperige hoofden en personeel van de vaporetto's aan het begin van hun werkdag. Geen toerist te bekennen. Zo is Venetië achter de schermen.
Ik zou willen dat ik kon beschrijven hoe het is om drie weken lang te zwijgen en alleen maar te zijn, te voelen, te beleven. In een soort van luilekkerland: de stad, de zee, de Biënnale die de hele wereld binnen bracht, All The World's Futures geheten, waar ditmaal veel kunstenaars als profeten van deze tijd intens kijken, analyseren, aanklagen en tegelijk dingen maken: Geest die materie wordt, want dat is wat een kunstenaar doet.
Het is alsof je de pols opneemt of aan de halsslagader kan voelen hoe het met deze wereld gesteld is. Gerund door het kapitaal dat net zoals zwaartekracht overal aanwezig is. Zo vanzelfsprekend worden we er door bepaald, dat je het bijna vergeet. Dus wordt er gedurende de zeven maanden die de Biënnale duurt, in een arena het hele Kapitaal van Marx voorgelezen. Zoals een ritueel bij de sikhs, die 72 uur lang een heilige tekst voorlezen.
En dan plotseling een meisje op een video horen voorlezen dat Franciscus van Assisi iemand is geweest die radicaal met het kapitaal gebroken heeft en de bekende zinnen te horen: Broeder Zon, Zuster Maan, mensen als broeders en zusters!
Want door dat kapitaal worden we allemaal onderhandelaars, doen we aan verschuiving en ruil van goederen en talenten. Ineens begreep ik waarom ik er zo gigantisch op tegen was, om in het klooster een 'vrijwillige bijdrage van 5 euro' te vragen. Dat is de taal en de zijnswijze van het kapitaal bezigen: ergens moeten er plekken zijn waar dit niet gebeurd.
Er was een kunstenaar die elke dag een bijna onzichtbaar vliegtuigje door de ruimte liet zweven. Het nakeek, zorgvuldig weer oppakte en weer de ruimte in wierp, telkens weer. Zo zag elke dag er voor mij uit: ik liet een vliegtuigje op van mijn gedachten en zag het elke keer ergens landen, en dan weer, en weer...Het geeft me een gevoel van dankbaarheid dat ik zo'n tijd heb kunnen leven.