zondag 18 augustus 2019

Hé?!-momenten

Het is zo mooi als dingen je zomaar toevallen. Ik was in de Maria de Salute en het daglicht viel precies op de grote godslamp in het midden en het marmer in terracotta, wit en zwarte kringen cirkelde erom heen. Ook viel me voor het eerst de oranjekleurige Maria-icoon op achter het altaar. Misschien dat deze jarenlang in restauratie was, dat gebeurt hier wel vaker. Ik ging helemaal voorin zitten om deze eens goed te bekijken. Ik zat, ik sloeg mijn ogen op... en toen begon het orgel te spelen! Ik dacht echt even dat ik het me verbeeldde... Een top-ervaring, hier in Venetië.

Het deed mij ook realiseren, dat heel Venetië gebouwd of gegroeid is rondom kerken. Zonder christendom geen drijvende stad...en hier zijn de vele kerken overdag ook nog open en dan is het wel bijzonder om zomaar in de stilte te stappen en je te vergapen aan al die Bijbelse taferelen, geschilderd of gebeeldhouwd. Die stilte, dat is in hindoeïstische tempels ook wel aanwezig in het donker achterste gedeelte van een tempelcomplex vol huisjes van de Goden. Maar meestal is er ook bedrijvigheid, omdat iedereen haar eigen God bezoekt.

Gisteren viel me iets anders toe: ik keek naar de schilderijen van Julie Mehretu. Tot nu toe kwamen ze niet binnen: het bleven vlekken en streepjes, een beetje chaotisch, er kwam geen diepte. Maar ik wist dat er iets anders in verborgen was. Ik kende haar werk al van de Documenta. Dat werk was ook abstract met veel lijnen, maar ze riepen ruimte op, ik vond het toen mooi, alsof je in  een groot licht zwembad zwom, En nu gebeurde het ook ineens: de schilderijen gingen spreken, ik werd opgenomen in iets waar chaos en verzoening daaromtrent, zonder rationele orde te scheppen, er ineens was.

Misschien kwam het omdat ik een dagje op het strand had doorgebracht, en pas daarna, vrijdag en zaterdag kun je er tot 20u in de avond komen, dit zag. Dan is je hoofd leeg, er zitten niet al zoveel indrukken en emoties in, en dan kan het ontstaan. Dit vind ik zo fijn, van zó lang op de Biënnale rond te kunnen lopen: elke keer zie je weer andere dingen, kunstenaars waar je eerst aan  voorbij loopt, krijgen een herkansing en werk dat je meteen aanspreekt krijgt verdieping en soms een andere laag erdoor heen. 

Het mooie is, dat je bij deze editie weet, dat de kunstenaars zijn uitgezocht omdat hun werk gelaagd is en meerdere perspectieven tegelijk biedt. Eerst was er het Hé?!-moment: dat je ontdekt dat het werk op de ene plek, De Arsenale dus van dezelfde is als op de andere plek in Guardini. Op de ene plek soms heel ingetogen, zoals de geschilderde portretten in maar één kleur, lichtgrijs, donkerblauw, geelgroen, enzovoort van Njideka Akunyli Crosby, die je peinzend aankijken in Arsenale, en dan in Guardini heel grote schilderijen waar ze allerlei beeldmateriaal, zoals oude foto’s in verwerkt en je haar dubbele identiteit ervaart: Uit Nigeria, maar nu wonend en werkend in het Westen.

Ook die dingen vallen je gewoon toe: dubbele identiteiten, onrust over gender, gevormd door de samenleving en de geschiedenis van de familie waartoe je behoort... je bent toch ook maar geworpen, letterlijk, op de wereld gekomen, en over het lot daarvan heb je niks te kiezen. Zou het bij de menselijke uitdaging horen, om over je eigen grenzen heen te leren kijken? Deze Biënnale vraagt dit in ieder geval wel uitdrukkelijk van je: ga op zoek en koester al die hé?!-momenten.