Ik heb al weken last van kleine vliegjes met mot-achtige vleugeltjes. De licht-oranje-roze muur in de keuken heeft allemaal zwarte veegjes waar ik ze vermorzeld heb, met de hand, Vandaag kwam ik er achter dat ze veel makkelijker weg te werken zijn, door ze op te zuigen met de buis va de stofzuiger. Ze zijn niet tegen de zuigkracht opgewassen en kunnen niet wegvliegen. Dus ik als een dolle achter ze aan En toen, oeps... toen viel de heel grote glazen blauwe vaas, van zeker 80 cm hoog, die nog van mijn oma was, in stukken.
Balen. Ik zag de beelden voor mij hoe oud de vaas was en dat deze zolang als ik mij kan herinneren in hun interieur ergens stond. Nog in hun oude huis in Eersel: de vaas had in mijn beleving als zesjarige ofzo, mega-proporties. En na hun dood in in de vensterbank van mijn ouders in de erker met de Waal erachter... Toen leek deze véél kleiner, Oké, een periode is voorbij dacht ik, niks aan te doen, dit stuk materie kan nu de vuilnisbak in, wel heel spijtig... maar ook materie heeft door mijn onhandige toedoen, dus het verdwijnpunt op deze aarde bereikt. Zoals wij allen: maar materie kan langer blijven dan een mensenleven en ik sleep, gezien mijn volle huis, nog zoveel oude materie met mij mee...
Nu worden de twee vazen, ook van oma, die ik onlangs aan mijn buurtjes heb gegeven, van iets meer waarde, ze zouden ze niet zonder mijn medeweten wegdoen, ze waren daar erg blij mee, porselein met gele rozen erop, niet echt mijn smaak, de hoge grote blauwe vaas was dat wel. Al is het ook wel weer prettig dat op een aardige, natuurlijke manier, namelijk mijn eigen onhandigheid, iets dan maar stopt met bestaan.
En toen vond ik vlak daarna ook nog een enveloppe vol oude ansichtkaarten aan of door mij geschreven, mijn hele leven beslaand ‘waarschijnlijk bij de verhuizingen achtergebleven/resp. bij elkaar geraapt’ staat er in het handschrift van Moeder op. Ik heb de bewaarzucht niet van een vreemde... Ik haalde de stapel uit de enveloppe en de eerste kaart die ik zie... blijkt de Zeetempel te zijn van Mahabalipuram, waar ik anderhalve maand... 'geleefd' heb’, kan ik er wel van zeggen.
De kaart is uit juli 1979 en aan mij en mijn broer Y. gericht. Plotsklaps zit je dan weer in een dubbele tijd: ik zelf in Mahabalipuram, met allemaal Indiërs op het strand bij de branding, op de kaart is het exact zo, als toen ik er was. En tegelijk in mijn ouderlijk huis: ik alleen thuis met mijn broer die de hele keuken ging witten, als bijklus, een extra verdienste. Al dat witte stof en de zooi, zes weken lang, ik had er op het laatst helemaal genoeg van om daartussen in te moeten koken...
En zo brengen twee voorwerpen, een oude vaas en een ansichtkaart mij langs herinneringen uit mijn hele leven. Dat is ook dus de reden, waarom ik zo moeilijk afstand doe van die materie: het zijn tijdmachines.