Een mooie film gezien: Man in an orange shirt bij de NPO. In het kader van de Pride-week die van middag haar hoogtepunt heeft met de Canalparade in Amsterdam. Engeland na de tweede Wereldoorlog, twee jeugdvrienden worden verliefd op elkaar aan het front, Thomas is kunstschilder maar de andere gaat gewoon trouwen en wordt bankier, met Flora en zij krijgen een jongetje. Dan de huidige tijd, zijn kleinzoon, nu 34 jaar, woont bij zijn oma Flora, en is nog niet uit de kast gekomen en lijdt aan seksverslaving, bang voor echte intimiteit. Wat mij ontroerde was, dat hij onbewust de strijd en de onmacht van zijn oma hierover heeft overgenomen. Zij wist het van haar man en dacht gewonnen te hebben. Nooit over gepraat met haar, maar hij voelde de diepe afwijzing van zijn oma omtrent homoseksualiteit...
Iedereen van binnenuit weet alleen hoe dat werkt en heeft dat zo ervaren: Ellie Lust had het gisteren bij Jinek over speldenprikjes, die je hele leven er zijn, hoe dat er altijd is en almaar doorgaat. In haar confrontatie met Johan Derksen in haar documentaire Ellie aan de verkeerde kant waar ze bewonderenswaardig het gesprek aangaat, blijkt ook hier de uiteindelijke onmacht: je kunt een ander, die oprecht, geloof ik, homoseksualiteit gewoon vindt, niet uitleggen wat het is om altijd in een andere werkelijkheid te leven en je staande te houden dan in die welke normaal is. En voordat je het weet zit je weer in de rol van degene die zegt: Zie mij alsjeblieft! En dan kom je op het punt dat Cornald Maas aan dezelfde tafel bij Jinek dan zegt: we hebben mensen als Johan Derksen niet nodig om te kunnen leven.
En toch is het jammer. Johan Derksen was pas zelf bij Jinek om te vertellen dat hij concerten organiseerde voor een zieke vriendin, blueszangeres, die hij zelf ontdekt heeft en die hij nu als chauffeur rondrijdt. Wat als je tegen hem zou zeggen: je moet niet zo huillie, huillie doen, kom op zeg, er zijn zoveel mensen die ziek zijn, waarvoor die speciale aandacht? Het is een blinde vlek... probeerde Ellie Lust tegen hem te zeggen en toen werd ze compleet door hem weggemaaid. Het was gewoon zijn mening, klaar uit. En dan zou je willen dat het aloude cliché waar werd: dat hijzelf een zoon of dochter had die zó is en dat die tegen hem zou zeggen wél last te hebben van al zijn grapjes op de nationale beeldbuis...
Ik zag in dit kader ook de documentaire Believer, over de zanger van Imagine Dragons, mormoon zoals zijn hele familie en zijn vrouw moest wel mormoons worden om met elkaar te kunnen trouwen. Dat wordt ze dan toch uiteindelijk, maar haar beste vriendinnen, een lesbisch stel, waren niet welkom bij de huwelijksvoltrekking. En dat neem je dan maar voor lief, in de naam van de liefde en je blijft ook voelen en ervaren dat de meeste mormonen welwillende en warme mensen zijn, maar dat ze nu eenmaal niet tegen de stem van hun kerkelijke leiders ingaan. Je wordt direct verstoten uit de gemeenschap als je ‘het’ praktizeert. In Utah, is onder jongeren werelds hoogste zelfmoordcijfer.
De zanger wil een benefietconcert organiseren voor de mormonen om open te kunnen praten over LHBT-etc. en denkt in zijn overmoed, zelf dus hetero, dat dit makkelijk is. Pas dan ervaart hij de afwijzingen en een week voor het concert zijn er van de 20.000 kaarten pas 8000 verkocht. Tot de kerk op het laatste nippertje het concert toch de zegen geeft, alle kaarten uitverkocht, maar een paar maanden later bij de jaarlijkse mormoonse meeting wordt het ‘gewoon’ weer allemaal veroordeeld. Opnieuw had de zanger, hetero dus, dit niet verwacht....O! Hoe heel en vanzelfsprekend aaneengesloten de wereld is voor velen en hoe anders, gefragmenteerd, vol deelwerkelijkheden voor hen die erin moeten strijden en niet zomaar een plek onder de zon hebben.
Ik zelf zal nooit vergeten hoe de hele wereld subtiel een andere was geworden, als je in plaats van eerst altijd een man, en dan ineens een vrouw als geliefde heb. Dat je in hetzelfde restaurant met een man als paar behandeld wordt en er de warmte van love is in the air in de lucht hangt, als ze je op het einde nog een fijne avond wensen. En met een vrouw is dat helemaal afwezig, je bent onzichtbaar als stel. Dus dan zoek je uiteindelijk maar liever plekken op waar je vanaf het begin zichtbaar bent, zonder daar moeite voor te hoeven doen. En ik zal nooit de kick vergeten hoe het was om in de homowijk in Sidney in de supermarkt meer gelijkgeslachtelijke stellen hun boodschappenwagen te zien vullen. Ik was daar overigens alleen.
En de kick hoe het was op de Bi-wagen in de parade in Keulen op Christopher Street Day. Met het publiek, vijf rijen dik dat applaudisseert en jij almaar zwaaien, onder de confetti. De gebarentaal van een man wiens ogen ik ving en die naar zijn vrouw naast hem wijst, door even zijn hand van haar schouder te halen en daarmee zegt: zij is ook als jou! In mijn tijd was het ook al bijzonder dat er een bi-wagen tussen al die roze-gay praalwagens aanwezig was... Want de homo en lesbische scène moest toen op haar beurt weer wennen aan biseksuelen. Ik schreef al een jaar een rubriek in het COCblad en tijdens de jaarlijkse evaluatie van de redaktie en alle medewerkers zei iemand: ik begrijp nog steeds niet wat jouw onderwerp is. En al die ogen aan de ovale tafel keken mij gelijkelijk met onbegrip aan...
Dus tja, de menselijke soort vindt het maar wat moeilijk om buiten de eigen bubble te leven en te laten leven.