Er was nog zo’n aanstekelijk nummer, ik moest wel lachen om de tekst. Als een cabaretier het had gezongen was het een grote parodie, maar ook nu moest ik vanzelf meedeinen. De eerste regel verstond ik niet goed, ik hoorde: 'Liever direct in de kist…' Het blijkt: 'Liever te dik in de kist…' Moet wel vóór Coronatijd verzonnen zijn. Het refrein gaat aldus: ‘Liever te dik in de kist, dan weer een feestje gemist, het maakt niet uit, je hoeft jezelf niet te dragen. Liever te dik in de kist, dan weer een feestje gemist en achteraf dan zul je mij niet horen klagen.’ Ik moet weer glimlachen, nu ik het hier typ.
Bij: ‘En je weet hoeveel ik van je hou, heel mijn hart staat open voor jou’, was ik plotsklaps weer achter de bar bij de wekelijkse kaartavond op donderdag in het Wijkcentrum. Dit lied werd elke week wel een keer gedraaid en iedereen brulde dan mee, ik ook. 'Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijn, als ik jou zo zie, klinkt een symfonie, en je weet hoeveel ik van je hou…’ Ik zag R. naar mij glimlachen en een ander even de hand opsteken. Op de fiets naar huis, in de regen die plots viel, zong ik het nóg, hardop. Het liedje blijkt van Jan Smit, zie ik nu pas. Héél filosofisch dacht ik erbij: dit is een liefdesverklaring aan het leven zelf. Aan het béste en mooiste wat er in ieder mens zit, de beste versie van iemand die onder alle lagen verborgen zit. Ik zag me het liedje naar iedereen die ik ooit gekend heb zingen. En ik meende het. Ik had geen druppel alcohol op.