Nu meld ik dit soort dingen niet meer. Tenminste niet meer in dit ‘taalspel’, want dat is het voor mij uiteindelijk, toen ook al. De filosoof Wittgenstein heeft mij ooit dat inzicht gebracht, toen ik mij zeer bezighield met de betekenis en de impact van taal. Iets is alleen waar, als het zich in een taalspel bevindt, dat in zich coherent is, zonder innerlijke tegenspraak. Alles is context-gebonden. Dus je kunt hetzelfde zeggen, op heel veel verschillende manieren en ik denk dat hierin mijn passie zit: altijd op zoek naar die dynamiek tussen licht en donker, de liefde en dat wat het weerhoudt en verhult, orde en chaos: zo wordt het verwoord in Boek 2 van The Witcher.
Dit taalspel wordt overal gespeeld, ook in de beeldende kunst, in film, in theater, in de graphic novel. Ik ben altijd op zoek naar de beleving van mensen, waar er de getuigenis is in woord en/of daad, waar je de worsteling kunt ontwaren en tegelijk de ontdekking om daarboven uit te stijgen, een ruimte te creëren waar ik tegenover jou geen strijd is, het mijne tegenover het jouwe niet via regels en afspraken wordt afgedwongen, maar het spontaan ontstaat. En dat gebeurt dan vanzelf: zoals met dat liedje in mijn blogje van gisteren: ‘Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt’…
En nu dan maar mijn woorden, uit dat taalspel van toen:
FLUISTER MIJN NAAM
In de stilte
rimpelen de woorden
als een zachte bries over het water
ze tasten, verwijlen, verdwijnen,
het water wordt glad
als een spiegel
ik zie mezelf aan
fluister mijn naam
liefde en licht mij gegeven
geroepen om te bestaan.