‘Wat leuk!, dat zijn goudvinken, die heb ik zelf nog nooit in het echt gezien’, kreeg ik terug. H. is vogelkenner en veronderstelde dat ik nu vást veel vogels hoorde in het bos. Ja dus, en deze had ik gisteren op de foto gezet, maar ik wist niet zeker wat ze waren. Al heb ik zo’n boekje, om het op te kunnen zoeken. Nadat de naam dan gevallen is, is het onmiskenbaar zo. Het gedrag klopte ook precies: ze foerageren bij bossen en dit stelletje at de zaden uit de uitgebloeide paardenbloemen. Het boekje meldt dat het een vrij zeldzame broed-en standvogel is, dus dan is zo’n waarneming boffen. Met een app (Tuinvogelgids) die ik ook ooit van H. getipt had gekregen, kan ik horen hoe ze klinken. En ik hóór ze nu, door alle vogelgeluiden heen, dus wellicht zit hier vlakbij een nestje.
Dat stemt vrolijk, zo’n vondst. In het Kröller-Müller gebeurde die vrolijkheid mij ook; daar veranderen ze toch regelmatig iets in de collectie. Nu zag ik voor het eerst Ponte San Trovaso (1903-1905) een pointillistisch schilderij van de mij onbekende Henri Edmond Cross. Het is één van mijn lievelingsplekjes in Venetië! Omdat er een klein parkje met bomen is en ik heb er vaker geluncht op de grond en er een boekje gelezen, met mijn rug geleund tegen de muur aan het water.
En, o, wat is dit grappig! Ik kom, al kijkend naar schilderijen van hem op internet, nóg een plek tegen, waar ik regelmatig zit. Helemaal aan de andere kant van Venetië, met uitzicht op de klokkentoren op het San Marcoplein een de ene kant en aan de tegenovergestelde kant, het Lido. Hier kijk ik vaak naar de zonsondergang, zittend op een boei aan de kade of gewoonweg op de warme stenen, mijn voeten bungelend boven het water.
Twee werken van Anish Kapoor in het Kröller-Müller, kwamen nu ook extra binnen. Buiten regende het en dat intensiveert zijn werk dat ik ervaar als direct een fysieke impact op mij hebbend, het is zo sensueel.