Dit blogje schrijf ik puur voor de kick, liggend in mijn ‘capsule-bed’ in BUNK-hotels in Amsterdam-Noord. (Dit is nou jammer, het internet bleek het even niet te doen, zodat het blogje dat voor de helft al af was, niet bewaard is gebleven…Dus nu maar even in telegramstijl.)Dit is dus een verbouwde kerk.Goed gedaan. In het middenschip zijn pods gebouwd. Slaapplaatsen naast en boven elkaar, een goed matras, licht dat je van kleur kunt laten veranderen, goede luchtcirculatie; ik hoor er vaag gezoem als in een vliegtuig. Aan mijn voeteneinde een geen licht doorlatend gordijn. Geluiden van stommelende mensen, meerdere talen. Er is ook een restaurant in gevestigd en een atrium waarin je kunt zitten en werken. Een dikke witte handdoek, zeep en shampoo erbij geleverd: dit mens is tevreden.
De plaatjes had ik wel al gemaakt. Onverwacht lag ik overdag in een duinpan in Zandvoort aan Zee, en na hier ingecheckt te hebben slenterde ik door een rustig Amsterdam, om daarna te eten in mijn favoriete Chinese Eethuis aan de Zeedijk.
En dit alles omdat de tentoonstelling van Vermeer éėn uur langer open bleef, tot 23.00. Dat uur kon ik wel goed gebruiken, maar daarmee was er geen terugreis meer mogelijk. Blij deze hype, dat leek het, tóch meegemaakt te hebben. Simpelweg soms domweg verrukt van de kleur en de details. De wijze waarop je toch even in zijn hoofd kon kruipen, zijn schildersambitie. Helemaal onverwacht raakte ‘De Geograaf’ mij nu. Een van de weinige mannen die hij alleen heeft afgebeeld. Dat witte blad voor hem. Die volkomen mix van ingekeerd en geconcentreerd zijn én naar buiten gericht, de bron en reden van zijn activiteiten.
En nu ga ik mij aankleden, en weer een Amsterdams dagje tegemoet, géén idee nog wat en hoe. Wél zeker is, dat ik bij leven en welzijn, deze dag eindig in mijn boshuisje.