Toen was het nog buiten kijf dat er een ziel zit in elk mens en dat deze onsterfelijk is. Elke ziel komt voort uit het Zijnde, want anders kan deze niet opnieuw geboren worden en de ene mens herinnert zich dat en een ander helemaal niet. De ziel wordt vergeleken met een menner die twee paarden in toom moet houden, als twee gevederde vleugels: een woeste, teugelloze, waar ook chaos en verdriet is (ik zeg het nu met mijn woorden) en een goede, waar de liefde en de schoonheid woont. Er is dus een bekwame menner nodig en die kan weer voortgedreven worden door de juiste woorden: redevoeringen die het niet van de rede, het verstand alleen moeten hebben: je moet je ook kunnen overgeven aan een waanzin, die goddelijk is...
Die weerbarstigheid van je ziel, je hart of je gevoel vind ik wel erg herkenbaar. Er gaat gedurende een dag van alles door je heen, het is als het mennen van paarden en dan zie ik het gezicht van de Wagenmenner voor mij, die in Delphi staat: aandachtig, vurig en vol vitaliteit: iets in je houdt jezelf bij de les en in een spoor. Het gesprek gaat ook over slechte en goede redevoeringen, die de ziel al dan niet op een dwaalspoor kunnen brengen. Beide maken gebruik van het verlangen van de ziel naar het goede, maar dat is niet genoeg... Ik denk aan de complottheorieën van QAnon: omdat kindermisbruik voor de meesten iets uitgesproken slechts is, kan het de aanjager worden om de overheid, die niet uit zichzelf vertrouwenwekkend is, te demoniseren. En wat heeft Barack Obama in zijn wijze van spreken waardoor hij in relatief korte tijd, president van Amerika is geworden?
Woorden doen ertoe en kunnen machtig zijn, maar ik ben er toch meer voor om de ziel te mennen door bewust op zoek te gaan naar schoonheid en troost en zo dat paard voeding te geven en krachtig te maken, zodat deze het razen en rauw verdriet kan overnemen en de ziel naar een rustplaats kan brengen, zoals Socrates aan Phaedrus een compliment maakt, waar zij wandelend terecht komen: ‘Een heerlijke rustplaats! Want die plataan is zeer wijdgetakt en hoog. En hoe prachtig ook die slanke en schaduwrijke agnus castus! Zoals hij daar in volle bloei staat, zal hij de plek wel uitermate welriekend maken. Ook de bron aan de voet van de plataan vloeit allerliefelijkst met haar heerlijk-fris water: dat voel ik aan mijn voeten.’
Vanochtend vroeg nog in bed temde ik het paard van de woestheid door te kijken naar Lady swings the blues, gedanst door Dormeshia in het kader van Honoring Black History Month. De uitvoering is van oktober 2020. Een ritme in de ziel die doorgaat, in de beweging van het leven, op zoek naar kracht en schoonheid.