Er bloeit ineens een blauw druifje aan de rand van mijn bostuintje. Die heb ik er zelf niet gepland. De knolletjes sneeuwklokjes, lelietjes van daalen en irissen die ik er wél gepoot heb daarvan is niks omhooggekomen; in mijn stadstuin is mij dat ook nooit gelukt.
Het blijft bijzonder om geen stap te hoeven zetten om te genieten. Zoveel verschillende vogeltjes kwinkeleren om mij heen, vanochtend zag ik met de verrekijker een best grote bruin-grijze vogel haar veren strijken, hoog in een boom; het silhouet van een merel, maar dat kon niet, té groot.
Een week geleden viel er met een plop iets in het gras. Uit een boom gevallen? Of uit het insectenhotel aan het schuurtje? Het bleek een helemaal in elkaar gevouwen vlinder te zijn. Ik dacht dat deze zich aan het vrijmaken was uit haar pop. Dus ik volgde haar, wel een uur lang. Donkere vleugeltjes ineen gevouwen en pas later zag ik dat het een dagpauwoog was. Ze hupte in het gras, trillend en onrustig fladderend, leek allengs groter te worden, voelsprieten verschenen…Maar uiteindelijk zag ik, toen ze dan eindelijk haar vleugels kon spreiden, dat ze gehavend was. Ze kán helemaal niet omhoog vliegen, dacht ik, wat nu? Ik ging even naar binnen. En zag tot mijn verbazing dat ze toch verdwenen was.
Wat en wie komt en gaat…je hebt er nauwelijks vat op. In de dagboeken van Derek Jarman is dat pijnlijk aanwezig. Zijn laatste notities zijn enkele dagen voor zijn dood geschreven, hij is overleden aan Aids in een tijd (1989-1994) dat mensen met aids paria’s waren, iedereen bang voor besmetting, en homo-en biseksualiteit nog iets was wat bevochten moest worden. Ik besef deze tijd aan den lijve meegemaakt te hebben, herinneringen komen naar boven, tijdens het lezen. Derek Jarman was één van de eerste publieke figuren die open uit kwam dat hij aids had, hij maakte ook films en enigen daarvan heb ik ook gezien. Zij maakten indruk op mij, waardoor zijn naam mij altijd is bij gebleven.
Ik hoefde niet te twijfelen om zijn dagboeken aan te schaffen, ze kwamen in mijn blikveld omdat ‘Modern Nature’ nu in het Nederlands is vertaald. Daar gaat het ook over zijn tuin, Prospect Garden die hij aan de kust van Engeland vlakbij een kerncentrale heeft aangelegd. De sfeer van die tuin kwam meteen erg binnen en de tuin en zijn huisje daarop is nog steeds te bezoeken.
Die wisseling van pure levenslust, planten en zaaien in de hoop dat hij de bloei nog mee zal maken, zeer heftige periodes van al heel ziek zijn…en onderwijl zijn projecten en plannen voor een film die zich in deze tuin zal afspelen, de vrienden om hem heen, de soms ‘extravagante’ avant-garde…Het op en neer tussen de rust die hij rondom zijn tuin vindt en het drukke stadsleven; het is allemaal ergens heel herkenbaar voor mij. En die tuin aan zee; ik verwacht er een plek die zich rechtstreeks een weg baant naar mijn ziel.