Het is dus alweer bijna het einde van de klimaattop in Brazilië. In het begin een foto van indianen uit de inheemse bevolking die kwamen protesteren. En dan eindigt het met al die ‘verstandige’ mensen aan een grote ronde tafel. Eensgezind dát er maatregelen en dergelijke genomen moeten worden, terwijl ondertussen ook alle gestelde doelen uit hun handen glippen.
Het ene ziet er wild uit, het andere verstandig.
Ik lees al maandenlang stukjes uit bovenstaande boek. Een direct verslag van een sjamaan uit het regenwoud van Brazilië, opgetekend door een antropoloog die bijna vijftig (!) jaar zijn stam, de Yonamami, gevolgd heeft en langzamerhand het vertrouwen heeft gewonnen.
Je maakt kennis met een wereld waar alles, elk mens, dier en plant een persoonlijke geest om zich heen heeft en dat zij allen ook met elkaar kunnen communiceren. Zo vertelt Davi Kopenawa, sjamaan, waarschijnlijk de allerlaatste, dat hij kan voelen dat het woud onrustig en angstig is en dat dan weken later blijkt dat er veraf van waar hij woont er weer een stuk bos is weggekapt.
Hij vertelt dat vanaf het allereerste contact met buitenstaanders, er al ruis is ontstaan tussen henzelf en alle geesten rondom hen; die trekken zich terug in hun domein. Daardoor verdwijnen ook bij de sjamanen de helende krachten, voor de gemeenschap om hen heen, maar ook in de samenwerking van mensen, geesten en de natuur, om alles in balans te houden.
Dat ‘protest’ aan het begin van de klimaattop is dus eigenlijk een doodskreet, een laatste snik naar verlenging van de levensadem.

