Net als op het songfestival, zijn al die nieuwe Oost-Europese naties allemaal vertegenwoordigd op de Biennale. En Slovenie had haar paviljoen gevuld met het werk van Mirko Bratusa. Zijn installatie heet: Heater's fot hot feelings en zijn motto is: You can only discover the things outside yourself, if you first dicovered it, in yourself. Hij maakt grote beelden van keramiek, op zichzelf een bijna ouderwetse techniek, je maakt er potten en vazen van, maar hij maakt o.a. meer dan levensgrote mensen.
Bij binnenkomst is er een bordje: Please, touch this work, de omgekeerde boodschap dus van wat er meestal verordend wordt. Op de onderverdieping staan een beetje mollige mensen, en ze glimlachen vaag, hebben iets gelatens over zich, het heeft iets humorvols, ook al is de ene gewikkeld in touwen en de andere zijn binnenste laat zien als een soort geopende jas. Ze stralen allemaal warmte af. Op de bovenste verdieping staan vier rupsachtige, coconachtige groene gedaanten, allemaal gewikkeld in een soort tuinslangen en met elkaar verbonden. Sommige voelen koud aan.
Het blijkt dat alle beelden met elkaar verbonden zijn. Er is een netwerk van verbindingen. Door een ingenieus systeem , dat je niet ziet, wordt een gedeelte van de slangen gekoeld en met de warmte die daarvoor nodig is om dat te bereiken, worden de andere beelden verwarmd. In een keer vormt de hele installatie een meditatie over de stand van zaken van wat het is om mens te zijn: onderling van elkaar afhankelijk, elkaar altijd wederzijds beinvloedend, we zjn rupsachtig en coconachtig én mensen die soms vrij staan en soms geketend zijn door de touwen van onbegrijpelijke gevoelens en emoties. De kou van de ene, vormt de warmte voor de andere.
Je mag het allemaal aan raken en allemaal strelen, je zou er wel eentje tegen je hele lichaam willen drukken, maar dat doe je niet onder de ogen van de suppoosten. De aanwezigheid van de ene, beinvloedt het gedrag van de andere... Dus raakte ik ze alleen maar aan met de binnenkant van mijn gespreide hand. Zo'n installatie in een kerk plaatsen en alleen maar de mensen in stilte er langs laten lopen en ze alles laten aanraken: wat zou dat een volmaakte viering kunnen zijn.
Bij binnenkomst is er een bordje: Please, touch this work, de omgekeerde boodschap dus van wat er meestal verordend wordt. Op de onderverdieping staan een beetje mollige mensen, en ze glimlachen vaag, hebben iets gelatens over zich, het heeft iets humorvols, ook al is de ene gewikkeld in touwen en de andere zijn binnenste laat zien als een soort geopende jas. Ze stralen allemaal warmte af. Op de bovenste verdieping staan vier rupsachtige, coconachtige groene gedaanten, allemaal gewikkeld in een soort tuinslangen en met elkaar verbonden. Sommige voelen koud aan.
Het blijkt dat alle beelden met elkaar verbonden zijn. Er is een netwerk van verbindingen. Door een ingenieus systeem , dat je niet ziet, wordt een gedeelte van de slangen gekoeld en met de warmte die daarvoor nodig is om dat te bereiken, worden de andere beelden verwarmd. In een keer vormt de hele installatie een meditatie over de stand van zaken van wat het is om mens te zijn: onderling van elkaar afhankelijk, elkaar altijd wederzijds beinvloedend, we zjn rupsachtig en coconachtig én mensen die soms vrij staan en soms geketend zijn door de touwen van onbegrijpelijke gevoelens en emoties. De kou van de ene, vormt de warmte voor de andere.
Je mag het allemaal aan raken en allemaal strelen, je zou er wel eentje tegen je hele lichaam willen drukken, maar dat doe je niet onder de ogen van de suppoosten. De aanwezigheid van de ene, beinvloedt het gedrag van de andere... Dus raakte ik ze alleen maar aan met de binnenkant van mijn gespreide hand. Zo'n installatie in een kerk plaatsen en alleen maar de mensen in stilte er langs laten lopen en ze alles laten aanraken: wat zou dat een volmaakte viering kunnen zijn.