Vanochtend werd ik wakker met de spreuk: Wie van orde en netheid houdt, is te lui om te zoeken. Die spreuk heeft tijdens mijn pubertijd een prominente plek gehad in mijn kamer, want ik ontwikkkelde me van kind in een slordige tiener. En nog steeds is 'netheid' niet één van de strevingen die tot mijn basispakket horen. Heel leuk is het om bij U. in Dresden diezelfde spreuk, maar dan in het Duits, bij haar frontaal in de boekenkast te ontwaren.
Het is gewoon waar, vind ik. Dat geldt niet alleen voor het dagelijkse, huishoudelijke gebeuren. Orde en netheid zijn prettig, dat vind ik in het klooster ook altijd, maar als je daarmee een beetje slaaf wordt van de orde die je zelf geschapen hebt, dan kun je je toch afvragen: vanwaar die moeite? Zo zijn er in het klooster wel drie soorten theelepeltjes, voor elk soort ruimte eén en het sorteren ervan in de keuken roept ook op: gooi alles in een grote bak en tel daar het aantal dat je nodig hebt!
Enfin. De spreuk is echter veel vitaler geldig, als je die toepast op het leven in het algemeen. Vaak, meestal wellicht, leeft men in een voorspelbare orde. Ben je dan eigenlijk niet te lui om te zoeken? Te zoeken naar wat?... Nou, naar een soort diepte in het leven, naar dat wat wezenlijk voor je is, daar waar een bron onverwacht borrelt. Velen leven op een automatische piloot van gewoonte, gedrag en de wijze waarop je je leven georganiseerd hebt. Of eerder zoals het zich aan je voor doet.
Dan is er iets ernstigs voor nodig om weer eens te gaan zoeken. Dat zou toch niet nodig hoeven te zijn. Dat ziekte of verlaten worden of burn-out raken, of iets niet krijgen (kinderen bijvoorbeeld), de reden moet zijn om ineens te gaan zoeken naar de bronnen van het leven.
Soms schep je zelf wat chaos, om een doorbraak te forceren naar iets anders. Soms doe je dat, zonder dat je dat door hebt. Dan komt er aanvankelijk veel onbegrip, traantjes en sta je met zijn allen in een oerwoud, waarvan je hoopt dat het weer een woud van verwachtingen kan worden. Dan is het heel mooi als je elkaar op het einde van de dag weer recht in de ogen kan kijken en kan zeggen: oké, het is weer goed zo. Opgeruimd staat netjes.