Ik hou wel van rituelen. Anders uitgedrukt: ik ben wel een gewoontemens. Daardoor veranderen sommige dingen heel traag. De telefoon met kronkelige draad en draaischijf bijvoorbeeld, ging ongeveer 10 jaar geleden pas de deur uit. Toen bleek dat je geen sterretjes en hekjes daarop had en je na een bepaalde datum ook geen geld terug meer zou krijgen of een ander toestel, bij inwisseling.
Gisteren was er het jaarlijks etentje bij J. Altijd gedenkwaardig omdat we met zijn drieën, de leesgroepbegeleiders, praten van het verre verleden, naar nu, over Goden, kerken, kloosters, tot vakanties, lekker eten, goede wijn. Deze keer spraken we ook over de deelnemers, gedurende al die jaren en degenen die gestorven zijn... hoe de tijd voortvliedt.
H. stopt met begeleider zijn, ook wegens leeftijd en draagvermogen, maar blijft wel deelnemer. Hij durft nauwelijks meer auto te rijden. J. die ons ophaalt en thuisbrengt en uitgebreid kookt, heeft nog veel last van een knie-operatie. Grappenmakend zeiden ze tegen mij: je moet maar rijles gaan nemen, dan betalen wij dat. Dan krijg je mijn auto, want dan rij ik toch niet meer, zei H. en dan kun je ons gaan rijden!
Het kán net zo goed ons laatste gezamenlijke etentje zijn. Sommige dingen kunnen ineens, heel, heel snel veranderen. Gewoontemens ben je het langdurigst, wanneer het gaat over trivialiteiten en dode materie. Maar bij alles wat leeft kan wat aanvoelt als gewoonte en ritueel, zomaar verdampen. Ik wil me gewaar blijven van elk moment dat in zich bijzonder is, elk moment is nieuw, uniek, komt wellicht nooit meer terug.
Ik kocht als mijn vaste ritueel, vijf hele grote zonnebloemen, die J. zal neerzetten in een oude aardewerken waterkan, zo eentje waarmee ze zich vroeger als kloosterling waste, ook als het ijskoud was. Ik droeg ze in mijn armen op de fiets. Een mevrouw bij het stoplicht keek ernaar en glimlachte. Ik dacht: dit is geluk.
Gisteren was er het jaarlijks etentje bij J. Altijd gedenkwaardig omdat we met zijn drieën, de leesgroepbegeleiders, praten van het verre verleden, naar nu, over Goden, kerken, kloosters, tot vakanties, lekker eten, goede wijn. Deze keer spraken we ook over de deelnemers, gedurende al die jaren en degenen die gestorven zijn... hoe de tijd voortvliedt.
H. stopt met begeleider zijn, ook wegens leeftijd en draagvermogen, maar blijft wel deelnemer. Hij durft nauwelijks meer auto te rijden. J. die ons ophaalt en thuisbrengt en uitgebreid kookt, heeft nog veel last van een knie-operatie. Grappenmakend zeiden ze tegen mij: je moet maar rijles gaan nemen, dan betalen wij dat. Dan krijg je mijn auto, want dan rij ik toch niet meer, zei H. en dan kun je ons gaan rijden!
Het kán net zo goed ons laatste gezamenlijke etentje zijn. Sommige dingen kunnen ineens, heel, heel snel veranderen. Gewoontemens ben je het langdurigst, wanneer het gaat over trivialiteiten en dode materie. Maar bij alles wat leeft kan wat aanvoelt als gewoonte en ritueel, zomaar verdampen. Ik wil me gewaar blijven van elk moment dat in zich bijzonder is, elk moment is nieuw, uniek, komt wellicht nooit meer terug.
Ik kocht als mijn vaste ritueel, vijf hele grote zonnebloemen, die J. zal neerzetten in een oude aardewerken waterkan, zo eentje waarmee ze zich vroeger als kloosterling waste, ook als het ijskoud was. Ik droeg ze in mijn armen op de fiets. Een mevrouw bij het stoplicht keek ernaar en glimlachte. Ik dacht: dit is geluk.