Tja. Soms ben je rakelings verwijderd van een werkelijkheid die er bijna was, en dan ineens niet meer. Dat dacht ik elke keer, als ik nieuws uit Syrië las. Ik had daar bijna een rondreis gemaakt met een groep 'pelgrimgangers', die ik had leren kennen van de voettocht door het Riëtiedal, waar Franciscus van Assisi vier kluizenarijen gesticht heeft. Veel van wat ik zou gaan zien, is nu vernietigd.
Onder hen was de Jezuïet L. die lang in Syrië gewoond had, maar naar een volkswijk, dé beruchtste , in Rotterdam verhuisd was, na zijn pensionering. Er onstonden plannen om zo'n zelfde tocht, pilgrimachtig dus, te maken in Syrie en Jordanië en we zouden dan als centrale woonplek zitten bij zijn medebroeders aldaar.
Het werd een soort van 'Tien-kleine-negertjes'-verhaal: in de voorbereidingsfase viel de een na de andere, om allerlei, totaal verschillende, redenen af. De jezuïet L. en ik bleven over. Ondertussen leek daar een soort van vriendschap aan het groeien: L. en ik wandelden weleens een dag in mijn omstreken en ik ook eens in de zijne. Hij wilde me voorstellen aan zijn familie in Rotterdam...
En toen, ineens, tijdens een maaltijd die ik thuis bereid had, ging er ineens een soort van vermoeden bij me branden. Hij zou toch niet...? Een beetje verliefd op me zijn?... Het is me vaker gebeurd in mijn leven: dat ik denk dat er een vriendschap groeiende is, en toen bleek die andere... Ik heb het héél voorzichtig, een beetje aangeroerd. Met heel veel omwegen. En hij antwoordde met dezelfde soort van omwegen, dat dit klopte.
Dus toen konden we ineens niet meer naar Syrië. We konden niet gaan logeren bij Frans van der Lugt, die ons al heel hartelijk welkom had geheten. Zodoende is de naam blijven hangen: Frans van der Lugt die nu vermoord is. In Syrië. Net zoals in de film Les Hommes et le Dieux. Ik had hem dus persoonlijk kunnen kennen. Dan was ik naar de herdenkingsdienst gegaan in de Nicolaaskerk, morgenavond in Amsterdam.
Maar hij is een vreemde gebleven. Broeder L. zie ik nooit meer. Zo gaan die dingen, soms.