Het is wel fijn om een vriendin te hebben, die in een ander taalgebied woont. Dan krijg je nog eens andersoortige leestips. Boeken waar ik anders nooit van had gehoord. Een gouden tip is A tale for the time being gebleken, die ik heerlijk in het zonnetje tussen de tjilpende vogeltjes in mijn tuin heb uitgelezen. De schrijfster is Ruth Ozeki, ze is geboren uit een Amerikaanse vader en een Japanse moeder, ze woont in Britsh Columbia en in New York, en ze is 2010 gewijd tot zen-boeddhistisch priester.
In dit boek lijkt ze ook zelf voor te komen: Ruth, een schrijfster, vindt op het strand in Canada een plastic zak met o.a. een dagboek van een 16-jarig Japans meisje dat Nao heet. Misschien is het komen aanspoelen na de tsunami over de wereldstromen. Beide zijn om beurten aan het woord: Ruth besluit het dagboek in real time te lezen, dus even snel als dat het meisje het ooit geschreven heeft. Nao is ook Now, het Nu dus, het Eeuwige Nu uit de Zen.
Het boek bestrijkt de werelden van een Japanse non, de overgrootmoeder van Nao, die in een tempel op de berg leeft en waar Nao een zomer gedumpt wordt door haar suïcidale vader, die een specialistische computerprogrammeur in Californië was, maar gedwongen weer naar Japan is verhuisd. Het gaat over pesten op school, de natuur op het eiland in Canada, over tijd, 9-11 die een breuk in de tijdsbeleving heeft gebracht, over Prousts À la recherce du temps perdu, enzovoort. Verschillende parallelle werelden, tijdsbelevingen, werkelijkheidsbelevingen, kwantummechanica, een zoekgeraakte poes...
Een verhaal dus: For The Time Being en elk mens is een Time Being: heel even aanwezig in de tijd en in de geest op zoveel plekken tegelijk aanwezig, altijd en overal. Telkens weer dat prikkelende inzicht uit de Zen: elk moment is nieuw, nu is één en bestaat tegelijkertijd uit alles wat er in de wereld is, was en zal zijn. Het boek zweeft nooit en is tegelijk heel concreet en aards. Ik doe maar even een citaat, dat ik wel bewaard wil hebben in mijn blog. Voor later, als ik over twinig jaar ofzo, nog eens herlees. Ik las het bij mijn eigen bamboe-bosje.
And then she felt something, a featherlight touch, and she heard something that sounded like a chuckel and a snap, and in an instant, her dark terror vanished and was replaced by a sense of utter calm and well being. Not that she had a body to feel, or eyes to see, or ears to hear, but somehow she experienced all these sensations, nevertheless. It was as being cradled in the arms of time itself, and she stayed suspended in this blissfull state for an eternity of two. When she awoke to an insipid beam of winter sunlight filtering in throught the bamboo outside her window, she felt oddly at peace and well rested.