donderdag 1 mei 2014

Pelgrimstocht

De laatste merel fluit tot half tien 's avonds op de punt van het dak bij de buren. Toen daalde hij af in mijn struiken en was het stil. Wat? Zou daar een nest zitten? Het was al te donker om op onderzoek te gaan, maar vandaag duwde ik voorzichtig in de takken van de struiken, maar zag toch geen nest. Wat deed die merel daar, dan? Heb ik gemist dat hij vervolgens wellicht naar de dichte klimop op de schuur hupte, waar ik wel al langer vermoed dat daar merels huizen?

Ach, de wereld om me heen verandert zo snel. Of misschien juist niet, is het slechts een kwestie van licht en donker en  lijkt dat waar je aandacht naar uitgaat meer aanwezig dan dat wat zich terugtrekt in het duister. Ik had buiten zitten lezen tot het niet meer kon: tot die laatste merel het einddeuntje van de dag gaf. Hij heeft het weer gedaan;  Haruki Murakami met zijn nieuwste boek: dat ik het in één ruk uitlees: De Kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren.

Tsukuru Tazaki is 36 jaar en zijn leven is getekend doordat hij vijf maanden aan de rand van de dood heeft geleefd. Niet omdat hij ziek was, maar omdat hij 16 jaar tevoren zonder opgave van reden uit zijn vriendengroep is geknikkerd. Zijn nieuwe vriendin Sala draagt hem op om contact te maken met zijn oude vrienden en  te zoeken naar het waarom. Ze zegt dat ze iets aan hem merkt, dat ze kan voelen dat hij niet helemaal aanwezig is wanneer ze met hem vrijt en dat dit uit de weg geruimd moet worden, wil hun relatie een toekomst hebben.

Ze zegt: Je bent geen naïeve , kwetsbare jongen meer,  maar een onafhankelijke, fiere vakman, en zo moet je de confrontatie met je verleden aangaan. Niet kijken naar wat je wilt zien, maar naar wat je móet zien. Doe je dat niet, dan zul je die zware last de rest van je leven moeten meedragen.
Achterin het boek meldt de vertaler dat Sala de naam is van de boom waaronder Boeddha geboren is en ook gestorven. Tsukuru gaat dus op pelgrimstocht, zoals de titel van het boek ook al aangeeft.

Dat is de kern van een pelgrimstocht: opnieuw geboren worden. Voor Tsukuru betekent het dat hij altijd meende dat hij kleurloos was, in tegen stelling tot zijn vier vrienden die allen een kleur in hun achternaam meedragen. De Rooie en de Blauwe, zo waren de bijnamen van  de jongens, Witje en Zwartje de meisjes. Maar hij komt erachter dat hij als het ware geofferd is, omdat men hem juist zo sterk en eigen vond: Hij was als het ware juist de samenbindende factor in de vriendschap van Vijf, niet de leegte. En zo snap je dan ineens de kaft van het boek.

Witje, het meisje waar veel om blijkt te draaien, speelde vroeger een deuntje op de piano: Le Mal du Pays, wat heimwee of melancholie betekent, van Franz Listz. Met internet heb ik het gedownload. En zo luister ik laat op de middag naar dit trage, rustige muziekje, dat een mengeling van heimwee en verlangen bij me oproept. Alle vogels in de tuin begonnen ineens door elkaar te kwinkeleren. Toeval?

Misschien is alles in het leven toeval, van elke betekenis gespeend. Misschien is alles juist geladen met betekenis. Misschien verdwijnt alles zomaar, zonder dat je daar invloed op hebt. Misschien verschijnt er zomaar weer een andersoortige werkelijkheid. Is het leven alleen maar kaal en plat, goedkoop en grillig?  Of heeft een ieder een eigen pelgrimstocht daarbinnen te ondernemen, waardoor het diepte krijgt en betekenis?  Het is deze gelaagdheid bij Murakami, op een zo'n moderne wijze verwoord, waardoor ik fan van hem ben.