zaterdag 10 mei 2014

Boeddha in je

พระสิวลี of phra siwali, 
de reizende monnik

Het is me toch wat. Eens was ik Sammie kwijt en toen vond ik Sammie terug en nu ben ik Sammie alweer enige dagen kwijt. Zou hij nog terug komen? Voor wie het niet weet: Sammie is geen huisdier, noch een menselijke bekende, Sammie is mijn mobieltje. Alhoewel ook anderszins het leven mij voorkomt als een komen en gaan van mensen, dingen en verschijnselen: de altijd stromende wereld, niks vast willen houden of werkelijk kunnen grijpen of begrijpen...

Zo vond ik tussen de oude papieren op tafel een verkreukeld fotokopietje. Ik kan me niet herinneren het ooit gemaakt te hebben. Maar daar was het ; een mooie boeddistische anecdote om mijn dag mee te begeleiden. In de zentempel was het de gewoonte dat een reizende monnik bij aankomst een gesprek heeft met één van de monniken van het klooster. Als de reizende monnik de betere was in het gesprek, dan mocht hij blijven.

Het gesprek wordt in het klooster uitbesteed, aan een minder ontwikkelde, wat onnozele monnik met één oog. Na het gesprek vertrekt de reizende monnik: hij heeft het gesprek verloren. Waar ging het over? Het gesprek werd zonder woorden gevoerd. De reizende monnik doet verslag: ik stak 1 vinger op, die, zoals je weet, verwijst naar de Boeddha. Toen stak de andere 2 vingers op: Boeddha  én zijn leer. Toen stak ik 3 vingers op voor de Boeddha, de leer en de gemeenschap. Toen hield de ander een gebalde vuist voor mijn gezicht, wat betekent dat alle drie uit één wortel voortkomen. Toen werd me duidelijk dat ik het gesprek verloren had.

Maar dan het verslag van de onnozele monnik, van hetzelfde gesprek: De reizende monnik stak eén vinger op, om me op een arrogante wijze te vertellen dat ik maar één oog heb. Maar ik wilde hem niet provoceren, dus ik stak twee vingers op, om hem te feliciteren dat hij twee gezonde ogen heeft. Maar toen stak die onbeschofde kerel drie vingers op, om me duidelijk te maken, dat we samen toch maar drie ogen hadden! Ik werd toen zo woedend dat ik hem met mijn vuist bedreigde. Toen begreep de andere me en is vertrokken.

Nou ja, ik vind het natuurlijk wel een geinig verhaaltje omdat het de volkomen miscommunicatie tussen twee mensen laat zien. Hoe een ieder interpreteert vanuit zijn eigen wereld en datgene wat uitgewisseld is, dus een volslagen illusie is. Dan rest de vraag, aan welke illusie je de voorkeur kunt geven. Al is het resultaat hetzelfde.

Dan kies ik toch maar voor die van de reizende monnik. Omdat de woede van de ene de muur is waardoor je de andere niet kunt zien: Je  de Boeddha in elk ander en in jezelf dus niet kunt zien. De wereld is aangenamer als je dat wél doet en dan hoef je er nog steeds niks van te begrijpen.