'Prachtig', was het eerste woord dat M. zei na de ochtendmeditatie. We doen een muziekje, dan leest de ene een stukje tekst voor, dan volgt de stilte van 25 minuten dan weer een muziekje en tenslotte herhaal je nog eens de tekst. 'Wat is het toch fijn om zo de week te beginnen', zei ze nog eens bij de deur, 'met zo'n zegewens'. Ik beaamde dat het een gouden greep van ons is geweest om alweer drie jaar geleden te starten met deze wekelijkse maandagochtendmeditatie.
Woorden... de macht en de onmacht ervan. Want mijn woorden, die ik vrijdag nog eens in de kapel zal uitspreken, een zegenwens bij psalm 60, die resoneren alleen als er aan de andere kant een binnenruimte is, waar de woorden in kunnen resoneren. Ofwel in kunnen wonen. Velen zullen mijn woorden niks vinden, bij voorbeeld als ze in een oogopslag zien, dat er deze keer meerdere malen het woord God in voorkomt.
Die mensen haken af. Want dat woord alleen al kan oproepen dat er onzin gaat worden verkocht. Want tja, wat is dat voor een woord? Geen meneer of mevrouw boven je... Het woord God is ook vast te vervangen door het woord Hogere Zelf: dan gaat het om iets in je dat het je mogelijk maakt om de wereld ruim en liefdevol en verbonden te maken.
Want je woont niet alleen in woorden (zie eerder blogje), je máákt de werkelijkheid ook met woorden. Je hebt geen macht over je lichaam, dat kan broos worden, oud, ziek en onberekenbaar zijn. Maar de kracht en de macht van je geest is groot. Juist als je alle gedachten en meningen en controle laat varen. Een soort van gekke paradox: in de absolute stilte word je. Alert en levend.
En dan nu maar die woorden:
Moge je in een wereld
van tegengestelde krachten
je angst achter je laten
op weg gaan
naar het hart van de zaak
de levende kern in je
die zacht en vertrouwvol is.
Moge Gods kracht
jou alom doordringen.
Moge je verzadigd raken
van licht
in de stilte die spreekt.
Waar je staat, zit, ligt of valt
God vangt je op
en geeft je de ruimte.
Moge je op alle plekken in je leven
wonen in God.
Vrede en alle goeds.