Leven is een vreemd iets... het is er zolang als je ademt, elke ademtocht die je haalt, is een teken dat je leeft. Meestal ben je je daar niet bewust van. Zeker niet als je jong bent. Ik weet nog dat ik ooit hoorde dat ik sterfelijk was. Ik dacht: wat is dat? dat kan toch niet! Ik zal altijd doorgaan en doorleven, hoe kan hier een einde aan komen?
Raar, als je jong bent: alles gericht op leren en ontdekken, op groeien, en mogelijkheden verkennen: daar hoort geen einde bij. Dan maak je langzamerhand in je leven allerlei soorten van eindes mee, het concept van 'een einde' komt binnen je horizon. Je wordt je bewust dat je leeft.
Leven is bijzonder en tegelijkertijd zo gewoon, zolang je leeft. In welke omstandigheid dan ook: je kunt alleen maar rustig verder gaan en het doen met de dingen die er op je weg komen. Zoals in dat liedje dat Hobbit Bilbo Balings zingt en dat het motief van The Lord of the Rings is geworden.
Ik ben die nu aan het herlezen, alleen maar diep in de nacht, als ik onverwacht wakker wordt. Ik verdenk mezelf ervan dat ik me onbewust programmeer om nu in de nacht wakker te worden om dan een uur te kunnen lezen. Wat een heerlijke wereld die zich dan in de stilte van de nacht ontvouwt: de tocht door groeiende, dynamische natuur, het licht en het duister, het tussengebied in het land van de elven waar de tijd stilstaat en ze op adem kunnen komen. ..
Maar telkens weer gaan ze verder, op weg,
The road goes ever on and on
down from the road where it began
now far ahead the road has gone
and I must follow if I can,
persuing it with eager feet
untill it joins some larger way
where many paths and errands meet
and wither then? I cannot say.