Ik ben met de FlixBus naar Eindhoven gegaan naar de tentoonstelling in het Van Abbe Museum Positions #5, Telling Untold Stories. Vijf kunstenaars met buitenlandse wortels die in Nederland wonen en werken met verborgen of verzwegen verhalen uit Argentinië, het bos in Kameroen vol watergeluiden, nog nooit getoonde filmbeelden uit de oorlog in voormalig Joegoslavië en burgers die rondom concentratiekamp Buchenwald woonden en voor het eerst binnen hadden gekeken vlak na WOII, de Nederlandse Antillen en de strijd op St. Maarten, portretten en borduursels met gesprekken van vluchtelingen en migranten. Er mag dan wel een jaarlijks terugkerende Zwarte Piet-discussie zijn onder het Nederlandse volk, deze tentoonstelling onthult ook de mogelijkheid tot diversiteit en gelaagdheid die in een ander segment van de samenleving vanzelfsprekend geleefd wordt en een podium krijgt.
De tweede reden om naar Eindhoven te gaan, was om het petje van T. terug te brengen, die al meer dan een jaar over de verwarmingsknop van de douche hing, schoongewassen. T. was een reisgenoot in de bus in mijn eerste reis naar India. Hij wilde graag dingen met mij doen en ik herinner mij vooral dat al wandelend over zoveel bezienswaardigs, hij me dan ineens een foto van zijn kleinzoontje liet zien of een heel persoonlijke anekdote uit zijn leven vertelde. Ik oefende er voor het eerst om mijn eigen grenzen te bewaken door ook eens te zeggen dat ik nu écht alleen die uurtjes de Taj Mahal wilde bekijken, maar toen ik hem bijna bij de uitgang weer trof en hem toch ook een reden daarbij vertelde, Moeder noemde dit misschien het allermooiste wat ze ooit gezien had en ik wilde haar er ook een beetje gedenken, begreep hij dat heel goed. We raakten er in een gesprek waardoor we ook nog eens de groep uit het oog verloren en een beetje verdwaalden...
Achteraf gezien was hij wel de jus tussen de reisgenoten en wij konden samen heel goed afdingen; zonder afspraken vormden we een team in het sociale spel wat afdingen ook is en kregen zo samen de prijs naar beneden. Op het einde sloot hij een deal over een blauw zijden tapijtje waar ik mijn oog op had laten vallen en hij zei er in het Nederlands tussendoor: 'Als jij het niet voor die prijs wil, dan neem ik het wel, denk er maar over tot op Schiphol’ en nu ligt het bij mij in de kamer. Ik kreeg tot mijn verrassing foto’s van mezelf gemaild waarvan ik niet wist dat hij ze genomen had. Toch leuk om jezelf zonder bewustzijn van een camera, te zien...
Hij haalde mij op in een oldtimer, een beige Volvo met donkerrode bekleding en glimmend zilverachtig chroom van oude deurknopjes en hendels, zelf door hem onderhouden, rijdend op diesel en gas en wat schokkend reden we naar het dorp in de omgeving, waar hij woonde in een grote verbouwde koeienstal, ook zelf door hem zo ontworpen met een ronde muur bij de keuken en met een badkamer die haar tijd ver vooruit was: twee zwevende wastafels naast elkaar toen het concept nog niet op de markt was. De vloerverwarming had hij zelf gemaakt met koperen buizen, zijn broer verklaarde hem eerst voor gek, maar wilde jaren later toch graag dat T. hetzelfde voor hem aanlegde. Hij liet mij al zijn grote beelden uit India zien, de God Shiva onder een Maria-icoon met een groot wierookvat ernaast en een wit beeld van een naakte vrouw die hem aan Angelique deed denken. Kortom: T. wilde mij heel graag zijn huis laten zien en hij is een kleurrijk persoon, die als hij 15 jaar jonger was geweest wel iets in mij had kunnen beroeren. Stom, eigenlijk dat leeftijd ook een criterium wordt, zeker als je ouder wordt...
Hij wist mij te vertellen dat ik op de nachtwandeling door het dorp met die twee jongens, tegen hem gezegd had dat ‘ik voor mijzelf koos’ en dat hij dus heel voorzichtig was geweest en daarom pas tegen het einde van het jaar had gedacht: nu kan het wel... om haar een kaart te sturen. Ik zei hem dat ik mij écht niet kon herinneren dat zo gezegd te hebben. ‘Maar ik wel!’ reageerde hij... Dit is dan zo’n niet verteld want niet gehoord verhaal... Hij hoopte dat we elkaar nog eens zagen.